De Geest en de kansel
Ik ben ongelofelijk dankbaar dat na ongeveer 70 jaar (bijbels gezien een belangrijk getal!) breuken geheeld, kloven overbrugd en grenzen doorbroken worden. Dat kinderen van één en dezelfde vader weer bij elkaar over de kerkvloer komen en onder hetzelfde Woord zitten op de zondag. Ik zie daar het werk van de Heilige Geest in, die door mensen opgetrokken grenzen weet te doorbreken. Kanselruil is een mogelijkheid die ons door de Geest wordt aangereikt.
Harde grenzen
Ik ben opgegroeid in een kerk waar oecumene betekende: je voegen bij de enig ware kerk. En dat was de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt (GKv). In Drachten, waar ik opgroeide in het begin van de 60’er jaren in de vorige eeuw, volgden de meeste mede-catechisanten het gereformeerd-vrijgemaakte onderwijs in Drachten of Groningen. Het was een gesloten circuit, sterk naar binnen gericht. De contacten met andere kerken waren zakelijk. Geestelijk contact werd niet gezocht, ook niet toen vanuit de toenmalige Gereformeerde Kerken (synodaal) contact gezocht werd.
Als twee van de weinigen gingen mijn tweelingbroer en ik naar de Christelijke HBS in Drachten en daar begon voor mij de zoektocht naar wat ds. Arie van der Veer (voormalig voorzitter van de EO) later zou noemen: de oecumene van het hart.
Niemand had in die tijd kunnen bedenken dat een halve eeuw later de panelen zouden gaan schuiven. Dat de deuren open zouden gaan en geuren van buiten de kerk naar binnen zouden stromen. Met name uit Evangelische hoek, maar ook vanuit plaatselijke gemeenten ontstonden er contacten.
Een lichte rimpeling
In de jaren ’60 van de vorige eeuw ontstond in de GKv een stroming die het naar binnen gekeerde wilde doorbreken. Die zei: ook buiten de GKv zijn kerken van Jezus Christus en die voorzichtig toenadering bepleitten. Maar de tijd was er nog niet rijp voor en zo’n 30.000 kerkleden werden buiten het verband van de GKv gezet en vormden de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK).
Een opvallende ontwikkeling
De kloof was breed en diep en leek lange tijd onoverbrugbaar, tot er langzaam maar zeker op andere niveaus contacten gingen ontstaan. Het isolement werd door allerlei maatschappelijke organisaties doorbroken. Vooral de Evangelische Omroep heeft daarin een belangrijke rol gespeeld. Maar ook binnen verschillende christelijke organisaties zochten vrijgemaakt gereformeerden aansluiting, waardoor een geestelijk klimaat van herkenning over de grenzen heen is ontstaan.
In steeds hoger tempo werden grenzen geslecht. Hete hangijzers, die lange tijd niet bespreekbaar waren en een ernstige barrière vormden, zoals de vrouw in het ambt en homoseksualiteit, werden binnen de NGK en de GKv, en in mindere mate binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), bespreekbaar. De Nederlands Gereformeerde Kerken openden al meer dan 10 jaar geleden de ambten voor de zusters in de gemeenten, de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt volgden kortgeleden.
Mijn eigen weg
Ik ben als een van de weinige Nederlands Gereformeerde predikanten opgeleid aan de Theologische Faculteit van de Vrije Universiteit. De opleiding heeft me geleerd om over grenzen heen te kijken en in anderen volgelingen van onze Heer te herkennen en hen te leren waarderen om wie ze zijn. Datzelfde gold ook in de gemeenten die ik heb mogen dienen, (Oud)Loosdrecht, Sliedrecht en Kampen.
In Loosdrecht was ik, zeker in perioden dat de gereformeerde en de hervormde kerk vacant waren, dominee voor heel het dorp. We liepen bij elkaar in en uit, maar tot kanselruil is het jammer genoeg nooit gekomen.
Kanselruil 1
Binnen de kleine drie (CGK, NGK en GKv) was kanselruil vooral een zaak van de Nederlands Gereformeerden en de Christelijke Gereformeerden. Dat was al begonnen na het ontstaan van de Nederlands Gereformeerde Kerken in de 60’er jaren. De Christelijke Gereformeerde Kerken staken de hand uit en daaruit groeide een hartelijk contact tussen de beide kerkgenootschappen. Op tal van plaatsen was sprake van kanselruil en gezamenlijke diensten. Met name in het nieuwe land en in de nieuwe steden (Vinex-wijken) gingen leden van beide kerkgenootschappen onder één dak ter kerke. En dat leverde een nieuwe spiritualiteit op. Jammer genoeg houdt het meer behoudende deel van de CGK zich afzijdig van dit proces. De laatste jaren, nadat ook de NGK en GKv naar elkaar toe zijn gegroeid, is het sein op groen gezet voor kanselruil en gaan gemeenten met elkaar fuseren en worden predikanten vanuit de verschillende kerkverbanden over en weer beroepen.
Kanselruil 2
Op 31 oktober 2020 heeft de synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Landelijke Vergadering van de Nederlands Gereformeerde Kerken besloten dat een kerkenraad voortaan een predikant uit de Protestantse Kerk in Nederland kan uitnodigen om voor te gaan in de eredienst. Ook andersom zijn predikanten uit deze twee kerkgenootschappen gerechtigd op verzoek voor te gaan in een gemeente die behoort tot de PKN. Deze mogelijkheid tot kanselruil was overigens al vijf jaar eerder mogelijk tussen de PKN en de NGK.
De contacten tussen de kerkgenootschappen vinden plaats in het zogenaamde Vijfkerkenoverleg. Dit is een regelmatige ontmoeting tussen de PKN, de voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland, de CGK, de NGK en de GKv. Het is een jaar of vijf geleden ontstaan op initiatief van de PKN met het oog op een verdiepende kennismaking met elkaar. Belangrijke mijlpalen op de weg naar meer samenwerking tussen kerken die een eeuwenlange geschiedenis met elkaar delen, maar door interne theologische (en soms ook persoonlijke) verschillen van elkaar gescheiden werden.
Kanselruil 3
In de loop van de jaren heb ik bij verschillende gelegenheden op de preekstoel gestaan van een toen nog hervormde of gereformeerde kerk. Meestal waren dat bijzondere diensten ter gelegenheid van een herdenking of een feestelijke aangelegenheid, georganiseerd door de gezamenlijke plaatselijke kerken, waarbij verschillende voorgangers het woord voerden.
De eerste keer dat ik werd uitgenodigd om een eredienst te leiden in een PKN-gemeente was voor mijzelf een verrassing. Een paar jaar geleden kreeg ik een mailtje van de preekvoorziener in IJsselmuiden om de liturgie in te leveren – maar ik wist niet dat ik daar zou moeten voorgaan. Na wat heen en weer gepraat bleek de uitnodiging niet voor mij, maar voor mijn (PKN-)naamgenoot in Kampen te zijn bestemd. Vervolgens vroeg hij mij: zou u misschien ook een keer bij ons willen voorgaan? Ik aarzelde geen moment en nam zijn uitnodiging aan, we maakten direct een afspraak en zo stond ik een paar weken later op de kansel van De Bron (PKN Gereformeerd) in IJsselmuiden.
Vanaf die tijd ben ik verschillende keren in een PKN-gemeente voorgegaan en ik heb het met vreugde gedaan. Ook al is de ene PKN-gemeente de andere niet (maar voor welk kerkgenootschap geldt dat wel…?), ik kreeg de ruimte om het Woord van God te verkondigen op de manier die mij eigen was geworden. Op de manier zoals ik dat binnen de NGK gewend ben en zoals dat bij mij past. Maar dankbaar ben ik voor de herkenning over en weer als broeders en zusters, kinderen van één Vader.
Dankbaar ook dat de Geest van God deze grenzen heeft doorbroken.
Valkuilen?
Er zijn ongetwijfeld valkuilen, maar laten we vooral eerst onze zegeningen tellen. Want het is toch geweldig dat kerken die zo lang naast elkaar geleefd hebben, nu steeds meer met elkaar optrekken. Dat oud zeer uit het verleden, dat heel lang een rol heeft gespeeld, niet voortdurend meer wordt opgerakeld, maar dat er naar de toekomst wordt gekeken.
Plaatselijk komt er veel van de grond. Hier en daar worden kerkdiensten, met name middagdiensten in elkaar geschoven, soms gebeurt dat uit nood geboren, soms met een heel duidelijke visie. Dat we als kerken een missie hebben om op wat voor manier ook het evangelie te delen met andere mensen. De kansel, de Woordverkondiging is een van de manieren om de gemeente toe te rusten tot missionarissen.
Als kerken staan we allemaal in een traditie, die we voor een belangrijk deel gemeenschappelijk hebben. We drinken allen uit dezelfde bron, het evangelie van onze Heer Jezus Christus. We hebben een gemeen-schappelijk belijden. Maar er zijn ook verschillen in prediking, in spiritualiteit, in kerkelijke cultuur. Er worden verschillende theologische accenten gelegd. En op zichzelf kan het heel verfrissend en verrijkend zijn om in de verkondiging een ander geluid te horen. Zo kan het dus ook. Dat is heel waardevol.
Wanneer je met elkaar optrekt is het goed om verschillen te onderkennen, maar ook te accepteren.
Elkaar, ook op de preekstoel te aanvaarden, hoe verschillend de vogeltjes ook gebekt zijn.
Toekomst
Het hart van de kerk klopt in de eredienst en de eredienst heeft in mijn beleving twee brandpunten: de Woordverkondiging en de viering van het avondmaal. Kanselruil is een opstapje naar meer, is ook een uitdaging tot meer. Om samen het brood te breken en uit de beker te drinken. Tot gedachtenis aan het lijden en sterven van onze Heer, in wie wij die eenheid belichaamd zien.
Jan Bouma is emeritus-predikant van de Nederlands Gereformeerde Kerk in Kampen.