Menu

Premium

De smaak van passie

Bij (Johannes 1:29-) Johannes 2:1-11

Als Johannes de Doper Jezus ziet, is het eerste wat hij zegt: ‘Daar is het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt’ (1:29). Gelijk al verwijst Johannes naar het lot dat Jezus te wachten staat: als een offerlam zal Hij geslacht worden om zo de zonden van de wereld weg te dragen. Een heftige opdracht, waarvoor Jezus verderop lijkt terug te deinzen.

Vervolgens vertelt Johannes over andere verschillen tussen Jezus en hemzelf: Jezus was er al vóór Johannes (hoewel Jezus later geboren is) en waar Johannes doopt met water, doopt Jezus met de heilige Geest (1:33).

Niet alleen Johannes is onder de indruk van Jezus, ook een aantal andere mannen wordt door Hem geraakt. Andreas, Simon en Filippus herkennen in Jezus de Messias, over wie de wet en de profeten spreken en op wie ze al zo lang gewacht hebben. Natanaël – die opvallend genoeg alleen hier en tegen het eind van het evangelie van Johannes een rol speelt (21:2) – is aanvankelijk sceptischer. Ondanks deze scepsis herkent Jezus in hem ‘een echte Israëliet, een mens zonder bedrog’ (1:47). Even later blijkt dan ook dat Natanaël slechts een relatief klein wonder nodig heeft om te zien wie Jezus is. Jezus verzekert hun vervolgens dat zij grotere wonderen zullen gaan zien: een geopende hemel en engelen die omhooggaan en neerdalen. Een beeld dat overeenkomt met de Jakobsladder (Genesis 28:12), maar waarvan je je kunt afvragen waar de leerlingen van Jezus dit ook daadwerkelijk zullen zien…

Feest van het leven

‘Op de derde dag was er een bruiloft in Kana, in Galilea’ (2:1). De derde dag… van waar gerekend? Terugkijkend is er al drie keer ‘de volgende dag…’ gezegd (1:29, 1:35 en 1:43). Logischerwijs zou de bruiloft dan op de vijfde dag plaatsvinden. Toch is er sprake van de derde dag. Hierin klinkt de dag van de opstanding door, de dag waarop Jezus het graf en de dood achter zich liet. Ook klinkt hierin de derde dag door waarop Jona uit de buik van de grote vis op het land wordt gespuwd (Jona 2:1). De bruiloft is een feest van opstanding, van het leven dat het wint van de dood.

Daarnaast heeft een bruiloft in bijbelse termen ook de connotatie van de bruiloft tussen God en de mensen en daarmee het feest van het Koninkrijk van God. Tel daar nog eens bij op dat de bruiloft plaatsvindt in Kana – een naam waarin de naam Kanaän, het Beloofde Land, meeklinkt – en het beeld is compleet. Er wordt hier een bruiloft gevierd als feest van het leven; het goede leven, waarin mensen de ruimte krijgen onder het koningschap van God!

Opvallend genoeg is het Maria, de moeder van Jezus, die het wonderlijke gebeuren in gang zet. Eerst lijkt Jezus hiervoor terug te deinzen: ‘Wat wilt u van me? (…) Mijn tijd is nog niet gekomen’ (Johannes 2:4). Schrikt Jezus ervoor terug zijn weg als leraar en Messias te beginnen, wetende waar die op uit zal lopen? Of wil Hij afstand scheppen tot zijn moeder om zo zijn weg vrijer te kunnen gaan? Ondanks zijn aanvankelijke aarzelingen gaat Jezus wél op de oproep van zijn moeder in en instrueert Hij de bedienden. Daarmee is de werkzame weg van Jezus onder de mensen in gang gezet.

Vreugde…

Op instructie van Jezus worden zes watervaten, die klaarstonden voor het reinigingsritueel, tot de rand toe met water gevuld. Zes watervaten waarin je de symboliek kunt zien van zes doordeweekse dagen. Zes dagen waarop er gewerkt wordt en die de smaak hebben van water. Tot de rand toe zijn de dagen gevuld… Op de dag van de sabbat (of van de opstanding?) verandert dit doordeweekse water in wijn en krijgt het leven de smaak van het vieren met God.

Het water voor het reinigingsritueel is blijkbaar niet meer nodig. Hij die de zonden der wereld wegdraagt, heeft een nieuw begin gemaakt: alle gasten mogen de smaak van het Koninkrijk ‘om niet’ proeven. Jezus spreekt geen dankzegging uit, zoals bij de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging (Luc. 9:16). De verandering van water in wijn gebeurt in het verborgene. De vaten zijn nu gevuld met wijn tot bovenaan toe, als teken van overvloed.

Dit is het eerste wonderteken dat door Jezus wordt voltrokken (Johannes 2:11). Volgens Willem Barnard is dit teken ook wel het ‘aartsteken’ te noemen. Niet zozeer omdat het het eerste is uit een lange reeks, maar omdat het het beginsel is, het principe. ‘Dat is dus de bedoeling: dat wij vrolijk worden, warm worden, bruiloft vieren, het leven omhelzen, toekomst verwachten, de aarde bewonen.’[noot 1]

en lijden

Wijn delen is niet alleen het eerste wat Jezus doet, het is ook één van de laatste dingen die Hij doet, als Hij met zijn leerlingen het laatste avondmaal viert. Daar krijgt de wijn de betekenis van het bloed van Jezus, vooruitwijzend naar zijn dood: het bloed van het lam dat de zonden der wereld wegdraagt. In de wijn ligt zowel de vreugde als het lijden besloten. Twee betekenissen die zich nog het beste laten verenigen in het woord ‘passie’.

Jezus verandert het leven van water in wijn. Ongemerkt, zonder de eer naar zich toe te trekken, verandert Jezus het leven van waterigheid in passie. Later zal Hij nog op talloze andere momenten levens van mensen van water in wijn veranderen, om hun zo te laten proeven van de vreugde van het Koninkrijk. Op deze bruiloft te Kana gebeurt het voor het eerst dat de hemel even opengaat; en wie weet ziet wie er oog voor heeft, daar al engelen van God omhooggaan en neerdalen naar de Mensenzoon (Johannes 1:51)!

1 W. Barnard, Stille omgang. Zoetermeer 2005, 1143.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken