Menu

Basis

Dominus vobiscum alaaf!

Het carnaval vierend deel van ons land kent de boerenbruiloft als vaste traditie op carnavalsdinsdag. Een uitgelezen kans om kerkelijk ritueel en humor met elkaar te verbinden. En een heilzame graatwandeling.

Het komt niet vaak voor dat je voor een liturgische handeling een carnavalsonderscheiding krijgt. Het was aan het begin van mijn loopbaan in mijn geboortestreek onder de rook van de carnavalsmetropool Mainz. Daar kwam bij onze werkgemeenschap van predikanten het verzoek binnen om de nieuwe vlag van de plaatselijke carnavalsvereniging te zegenen. Alle collega’s keken meteen naar mij en zo stond ik enkele weken later op het podium van een grote sporthal vol mensen aan lange tafels en achter mij de Raad van Elf. Van de katholieke pastoor had ik het Benedictionale (boek met liturgische zege-ningen) geleend, de nieuwe vlag werd plechtig binnengedragen en ik ging aan de slag. Natuurlijk zegen je dan niet de vlag, maar je zegent de mensen die zich onder deze vlag met elkaar verbinden. Toen ik klaar was, kreeg ik onder hoempa en helau, het zuidelijke alaaf, de onderscheiding opgespeld.

Er zouden nog meer onderscheidingen volgen, want vlak daarna werd ik door de carnavalsvereniging in mijn eigen gemeente gevraagd om de pronkzitting aan elkaar te praten, ‘je staat tenslotte elke zondag in de buut’. En ja, qua structuur wijkt een pronkzitting helemaal niet zoveel af van een eredienst of mis. Intocht, samenzang, de schuldbelijdenis, het op de korrel nemen wat er allemaal misgaat, lezingen en preek, voordrachten, acclamaties, samen eten en drinken, alaaf en amen.

Sinds enkele jaren mag ik voor de Stichting Openbaar Carnaval Nijmegen de jaarlijkse boerenbruiloft doen waar op carnavalsdinsdag een stel (bij voorkeur uit verschillende carnavalsverenigingen) met elkaar in de onecht verbonden wordt. Zoals een carnavalszitting veel elementen kent die ook in de liturgie terug te vinden zijn, zo is een boerenbruiloft een uitgelezen gelegenheid om diep uit de liturgische schatkist te putten.

Telecomwinkel wordt sacristie

Een bevriende emerituspriester gaf mij zijn soutane (katholiek priesterkleed) cadeau. Die droeg hij alleen in Rome waar priesters, anders dan in het tot op het bot geseculariseerde Nederland, op straat nog mogen laten zien wie zij ten diepste zijn. Maar ook in het rode Nijmegen, waar het straatbeeld tot in de jaren zestig nog vergeven was van de pijen, blijkt het nog steeds te werken. Toen ik op weg naar de boerenbruiloft in vol ornaat uit de parkeergarage stapte, kwam mij een man tegemoet die opeens boog en mij groette met ‘Goedemorgen, eerwaarde’. Met een zegenend handgebaar groette ik terug en allebei liepen we met een grote grijns verder.

De inzegening van het huwelijk vindt in de openlucht plaats midden in het winkelcentrum bij het carnavalsmonument tegenover het oude stadhuis. In de naastgelegen telecomwinkel is zuster Alleluja, een echte Brabantse en lector in onze kerkgemeenschap, al druk in de weer met een grote emmer wijwater en de bijbehorende wijwater-wc-borstel-kwast. Tussen de administratie en lunchtrommels van de medewerkers smeulen ondertussen de wierookkooltjes.

‘Dominus vobiscum – et cum spiritu tuo – Hallo allemaal, wat fijn dat jij er bent In nomine Patris + et Filii + et Spiritus sancti + Alaaf! Beste narren en narrinnen, dol-heilig gezelschap van bruiloftsgasten, beminde gelovigen. We zijn hier bij elkaar om boerin Brigitte en boer Geert in de onecht te verbinden. Wat de carnaval verbonden heeft, moge de Aswoensdag niet scheiden. – Enne… als je denkt: dit wil ik ook een eens in het echt proberen, houd ik me aanbevolen.’

NEC-kazuifel

Op dat moment komt hare dolliteit zuster Alleluja uit de sacristie en onder veel gebuig en bombarie reikt zij het wierookvat aan. Samen bewieroken we het monument en het hele gezelschap. Een keer was de inzegening verplaatst naar de grote feesttent waar de vloer plakte van het bier. Natuurlijk gingen we toen eerst onder veel misbaar de hele tent uitroken. Maar er is ook plaats voor een serieuze noot. Toen een vooraanstaand figuur van het Nijmeegs carnaval ernstig ziek was, brandden wij voor hem een kaars.

Met de wc-borstel en flinke plenzen wijwater deel ik ondertussen de zegen uit.

Bij een van de boerenbruiloften bleek de bruid in de kantine van NEC te werken. Zuster Alleluja legde mij daarom een kazuifel (misgewaad) om die gemaakt was van een NEC-dekbedovertrek. Na deze introïtus-rituelen is het tijd voor de schuldbelijdenis, zeker na een lang carnavalsweekend: Kyrie eleison – Alaaf. Voor allen die al honderd jaar getrouwd zijn, die trouw beloofd hebben ‘totdat de dood ons scheidt’, en die nu stiekem denken: waarom duurt dat toch zo lang? – Indulgentiam, absolutionem et remissionem omnium peccatorum vestrorum, tribuat vobis omnipotens et misericors Dominus. In nomine Patris + et Filii + et Spiritus sancti + Alaaf. De goede verstaander – toegegeven: het zijn er niet meer zoveel – weet dat deze formule eigenlijk voorbehouden is aan de paus tijdens de zegen Urbi et orbi.

Pastor Ekkehard Muth draagt in de feestvreugde een NEC-kazuifel (misgewaad) (foto: privé-archief Ekkehard Muth)
Pastor Ekkehard Muth draagt in de feestvreugde een NEC-kazuifel (misgewaad) (foto: privé-archief Ekkehard Muth)

Anekdotes

Dan nu de trouwvragen. Er gaat natuurlijk een degelijke huwelijksvoorbereiding aan vooraf en bovendien kan ik als voorganger putten uit anekdotes over het bruidspaar, die mij door medecarnavalisten vooraf toegespeeld worden. ‘Boer Geert, neem jij boerin Brigitte tot je onechtgenote? Beloof je haar liefdevol het ontbijt op bed te serveren elke keer dat ze weer een nacht doorgehaald heeft? Beloof je haar lief te hebben en te eerbiedigen alle carnavalsdagen tot de ontluistering aan toe?’

En ook de getuigen, meestal de presidenten van de respectievelijke carnavalclubs, moeten plechtig beloven: ‘Beloven jullie om het vuurtje van de liefde tussen boer en boerin brandende te houden, en willen jullie ook het vuurtje van de liefde brandende houden tussen jullie carnavalsverenigingen?’

Pastor Ekkehard Muth voltrekt de boerenbruiloft (foto: privé-archief Ekkehard Muth)
Pastor Ekkehard Muth voltrekt de boerenbruiloft (foto: privé-archief Ekkehard Muth)

‘Boer en boerin, geeft elkaar de rechterhand.’ Ik sla de stola in de Nijmeegse carnavalskleuren om hun handen heen. ‘Mogen jullie met elkaar in de onecht verbonden zijn. Wat de carnaval verbonden heeft, moge de Aswoensdag niet scheiden. Mogen jullie elkaar steeds weer vinden, ook al mot je krupe.’ Waarop de band het Nijmeegs lijflied inzet ‘Al mot ik krupe, op blote voeten gaon, ik wil nog één keer Sint Steven heure slaon…’ Met de wc-borstel en flinke plenzen wijwater deel ik ondertussen de zegen uit over het bruidspaar en het hele gezelschap. Benedictio Dei omnipotentis descendat super vos en maneat semper. In nomine Patris + et Filii + et Spiritus sancti + Alaaf!

Graatwandeling

Het is een graatwandeling om zo met liturgische ingrediënten te spelen. Enerzijds loop je het risico dat je rituelen die jou heilig zijn te grabbel gooit, anderzijds breng je anders zo heilige en verheven handelingen en gebaren juist weer dichter bij de mensen. Door er de draak mee te steken haal je het sacrale naar het profane, maar het profane kan ook best wat sacraliteit gebruiken. Met opzet gebruik ik daarom veel Latijnse formules. Enerzijds roept dit kerkelijke associaties op, maar anderzijds is het voor de meesten niet verstaanbaar en hopelijk voorkom ik daarmee dat religieuze inhoud verkwanseld wordt. Op die manier vermijd ik het ook om God zelf aan te roepen, hoewel hij er misschien wel met veel plezier aanwezig is. Door ‘amen’ consequent te vervangen door ‘alaaf’ blijft het geheel in de profane carnavalsbubbel. En al zou de een of andere nar bij de volgende keer dat hij ‘Alaaf!’ roept toch stiekem religieuze associaties krijgen, dan kan dat zeker geen kwaad.

Maar om zo met liturgische vormen in een volstrekt andere setting te spelen is vooral ook een lieve lust. Het relativeert jouw eigen anders zo serieuze en verheven handelen als voorganger. Als je er zo de draak mee steekt, neem je je als voorganger zelf op de korrel en dat is alleen maar heilzaam. Je bent tenslotte ook maar een mens die probeert om met rituele handelingen, die zomaar naar een carnavalstent verplaatst kunnen worden dichter bij de Allerhoogste te komen. Hij zal er mild om kunnen lachen.

Ekkehard Muth is pastor van het Stadsklooster Mariken en hoofdredacteur van Laetare.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken