Menu

Basis

Donkere tijden

Een wandelaar op weg

Piet de Jong reflecteert op de stress na corona, leegloop in de kerken, het verlies van christelijke partijen en dreigend predikantentekort. Ondanks alle somberheid ziet hij toch lichtpuntjes.

In de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw deelden dominees aan de rechterkant van het protestantse spectrum regelmatig met hun gehoor het diep sombere inzicht: wij leven in een donkere tijd! De Tweede Wereldoorlog was voorbij, de dreiging van het communisme bestond nog steeds en kerkelijk was het overal: zoeken, hervinden en hervormen. ‘Nog is Zijn hand uitgestrekt’ (Jesaja 9:11, 16 en 20) of ‘het beest uit de zee’ (Openbaring 13) waren populaire thema’s voor een analyse van de samenleving. Wij leven in een donkere tijd.

De laatste weken kwam deze zin, en vooral het gevoel dat erbij hoort, bij mij boven. De coronajaren lijken voorbij maar ‘nog is zijn hand uitgestrekt’. Als ik lees hoeveel stress nog steeds ervaren wordt en zeker bij degenen die in de ziekenhuizen werken… Wat de kerken betreft: alle beperkingen zijn nu officieel opgeheven. We mogen weer drinken uit een en dezelfde beker en een collectezakje doorgeven. Maar zijn er nog mensen om aan door te geven?

Vooral in de Protestantse Kerk Nederland (PKN) – over de Rooms-Katholieke Kerk nu maar even niet, daar lijkt de duisternis totaal – hebben veel gemeenten aan kerkgangers ingeleverd, gemiddeld twintig à dertig procent, met name in de breedte van de PKN. Op de rechterflank bij de Gereformeerde Bond is het verlies betrekkelijk klein. Zo ook bij de liberalen in de PKN maar daar zat sinds mensenheugenis al nauwelijks iemand in de kerk. Daar kon niet veel meer af. De wegblijvers zijn niet allemaal ouderen die ondertussen gewend zijn aan het comfort van een groot scherm en de mogelijkheid alles goed te verstaan.

Bernardino Butinone (1480)

Onder de wegblijvers telt men vooral de categorie van 30 tot 45 jaar. Dat voelt triester want dat zijn de ouders van het kindernevendienstvolkje. Die zitten op zondagmorgen niet bij een scherm. Die lopen misschien ergens in het bos of langs de branding hun eigen geloof uit te vinden, een soort exposure die ze zichzelf opleggen om te zien of er echt iets van geloof onder hun kerkbetrokkenheid zit. In de meeste gevallen niet, kan ik je zeggen. Daar zit alleen gevoel en stress. Waarbij ik zou willen zeggen: zoek het dan ook niet bij jezelf.

Het CDA kan nu weer vergaderen in iemands huiskamer

Het CDA

We leven in een donkere tijd. Het CDA stortte volkomen in, door iedereen voorspeld, ook door henzelf. Ze kunnen nu weer vergaderen bij iemand in de huiskamer. Of op de deel bij een boer met CDA-hondentrouw. De wegloop van prominenten naar stabielere banen is al begonnen. De Tweede Kamerleden vertrekken voortijdig zonder zich te excuseren. Allemaal wel trots. Onder Buma werd bewust de afslag naar andere gelovigen en religies buiten de PKN niet genomen. Uit bezorgdheid migranten niet te veel welkomgevoel te geven bleef het CDA liever VVD light. De nieuwe BoerBurgerBeweging van Caroline van der Plas doet dat voorzichtiger. De BBB is geen christelijke partij. Is de tijd van christelijke politiek voorbij? En dan is er nog steeds Oekraine. We leven in een donkere tijd.

Klaarwakker

Gelukkig is het nu snel Pasen. Wellicht met minder kerkgangers. Vóór corona was Pasen juist overal een hype aan het worden. Het kan nog steeds. Het valt mij elke zondag op, waar ik ook mag voorgaan, dat er hier en daar inderdaad minder mensen zijn maar dat ze wel heel gretig zijn.

Ik kan me nog herinneren dat er mensen zaten te slapen tijdens mijn preek. Ik kon het toen niet begrijpen, nu zou ik wel begrip hebben. Slapen doe je waar het rustig is. Maar slapers zie je nu echt nergens meer. Iedereen die ik zie, is klaarwakker. Inderdaad hebben dertigers het zwaar. Er ligt veel sociale druk op hen in het weekend: kinderfeestjes, sport, ouders, verjaardagen. In Delfshaven zeiden jonge mensen in mijn tijd al: we worden meer moe van het weekend dan van het werk. Maar als ze er zijn op zondag, zijn ze gretig.

Roeping

Tussen alle PKNen CDA-sores door lieten twee jonge dominees zich horen: Mark de Jager en Gert de Kok. Beiden geboren in 1993, lees ik. Ze zijn bezorgd over de prognose dat er binnen een paar jaar een groot tekort zal zijn aan predikanten door pensionering en nauwelijks aanwas. Volgens hen kunnen predikanten en kerkelijk werkers het nu al niet aan terwijl de religieuze onzin in ons land alleen maar toeneemt.

‘Laten we een zondag aanwijzen die we roepingenzondag noemen,’ stellen ze voor, om de gemeente de urgentie te doen voelen en de roeping tot het ambt van predikant te stimuleren. Ze hebben ook maar meteen de aanstaande pinksterzondag op 28 mei daarvoor aangewezen. Hun noodkreet voelt sympathiek, vooral omdat ze twee jonge dominees zijn. De laatste twintig jaar hoorde je de zorg over komende vacatures altijd van de kant van de hbo-lobby of van nieuwe managers binnen de PKN-besturen.

Aan hun reorganisatieplannen, rapporten, nota’s en enquêtes komt geen einde. Van de Bond van Predikanten begrijp ik dat op de agenda van de synode in april alweer een bespreking staat over de profielen van de predikant. Er is sprake van ‘werkgroep profielen’, ‘betrokken partijen’, ‘meelezers’ en ‘spannende discussie’. Allemaal termen waarmee het CDA vernietigend in de afgrond is gestort.

Een vroege roeping
Jesaja in de kathedraal van Brussel

Zo niet deze twee jonge predikanten. Ze verlangen naar mensen met een echte roeping van God. Ze willen daar aandacht aan besteden en stellen meteen een zondag vast. Hun aanpak doet me goed. Zij geloven er ook echt in. Zelf hebben ze geen belang. In de Rooms-Katholieke Kerk kent men al eeuwen zo’n roepingsactiviteit.

Misschien moet je bij een roeping tot predikant liever iemand tegenhouden

Ook vrijgemaakten (met de Nederlands Gereformeerden) hebben zo’n zondag. De PKN niet. Maar misschien is een roeping van God tot evangelist, predikant, pastoraal werker ook iets waarop je niet te hard moet werven. ‘Alle aanwas is nog geen aanwinst’, hoorde ik jaren terug een dominee uit de Gereformeerde Bond zeggen. Misschien moet je voor een roeping tot predikant helemaal niet werven. Liever iemand tegenhouden: doe het niet, word psycholoog als je zin aan jouw leven wil geven. De pastorie en het ambt worden een drama voor jou en je gezin. Het mag een mooi vak zijn, de studie kan ik iedereen aanraden, maar het beroep van dominee is superzwaar. Van Nico ter Linde is de zin: ‘Predikant-zijn is een mooi vak maar een rotberoep.’ Het is met reden dat veel predikanten betrekkelijk snel stoppen.

Blijft er echt veel werk liggen als er minder dominees zijn? Samen komen we er ook de komende jaren wel uit. Het wemelt van gretige gelovige mensen in alle leeftijden. Tel uit je winst en volg het licht van Pasen.

Vandaag lees ik in de dagteksten: ‘Wie Mij volgt zal in het donker niet verdwalen maar licht hebben om te leven.’

Piet de Jong was onder andere twintig jaar predikant in Rotterdam-Delfshaven en is pastoraal actief in Rotterdam-Overschie.


Exodus
Woord en Dienst 2023, nr. 4

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken