Een frisse blik
Handelingen 3,1-16
Kennen jullie het verhaal van die bedelaar? Elke dag weer werd hij door zijn vrienden neergelegd op een plek waar hij kon bedelen. En elke dag kreeg hij zo wel een beetje geld. Te weinig om prettig van te kunnen leven, te veel om het besluit te nemen dat het bedelaarsbestaan eigenlijk een ellendig leven is. Op een dag sprak hij Petrus en Johannes aan. Hij verwachtte dat hij ook van hen wel iets zou krijgen. ‘Geld heb ik niet,’ zei Petrus. ‘Maar ik geef je, wat ik wel heb. Laten we in Godsnaam proberen om krachtig en vrolijk in het leven te staan, zodat iedereen op aarde doet wat hij kan.’ Petrus stak zijn hand uit. Opgewekt ging de bedelaar met Petrus en Johannes mee op weg. Hij loofde God, omdat hij – op een bijna onbegrijpelijke manier – weer stevig op zijn benen was gezet.