Een kerk vol met twintigers en dertigers
Een praktijkverhaal uit Rotterdam
Als ik aan een onbekende vertel dat ik predikant ben in Rotterdam—en dan maakt het niet zoveel uit of mijn gesprekspartner kerkelijk of niet-kerkelijk is—krijg ik vaak opmerkingen in de trant van: ‘komen er nog wat mensen?’ of: ‘toch wel veel oudere mensen zeker?’. Als ik vervolgens antwoord dat we in 2012 gestart zijn, er (anno 2019) ongeveer 400 mensen per zondag komen, ca. 90% onder de 40 jaar oud is, dan is dat geenszins het antwoord dat men verwacht. Als ik er aan toevoeg dat ruim een derde deel van deze mensen al langere tijd niet meer naar de kerk ging of in het geheel geen kerkelijke achtergrond had, dan strookt dat helemaal niet meer met het beeld dat ze hadden. En als ik dán nog vertel dat in het najaar van 2018 een 2e vestiging is gestart met (anno 2019) ook weer zo’n 80 mensen, dan is de verbazing compleet. Stiekem vind ik het natuurlijk heel leuk om zo dat beeld van vergrijzing en neergang door elkaar te kunnen schudden.
De vervolgvraag die ik vervolgens vaak krijg, is: ‘hoe hebben jullie dat voor elkaar gekregen?’ of: ‘wat is jullie geheim?’ Afhankelijk van de tijd die we hebben en van wat mijn gesprekspartner voor achtergrond heeft, vertel ik dan een aantal dingen. En in dit artikel zal ik dat ook proberen te doen. Ik sta echter niet alleen stil bij het ‘hoe’, maar ook bij ‘wat’ we dan doen.
Geheim
Maar eerst nog iets over dat geheim. Het klinkt vroom, maar uiteindelijk geloof ik dat het iets van Gods Geest is. Op de een of andere manier komen er jonge mensen bij de kerk, komen ze soms letterlijk aanlopen, vinden ze ons via Google of worden ze meegenomen of getipt. Er komen er tot geloof of tot hernieuwd geloof. Mensen worden aan elkaar verbonden. Voor mij is dat—naast alle meer sociologische en psychologische factoren—de uiteindelijke reden dat we groeien. Waarom dat bij ons gebeurt? Ik weet het niet. Natuurlijk bidden we er om, maar dat zullen andere kerken vast ook doen.
Dus ‘het’ geheim kan ik niet verklappen, omdat ik dat ook niet weet. Wel weet ik dat het niet alleen iets is van de vorm, maar ook van de inhoud. Is men in een kerk echt enthousiast over God? Gelooft men werkelijk in die God en laat men dat zien? Is die inhoud relevant en toepasbaar op het leven van jonge mensen? Dat is cruciaal om twintigers en dertigers te betrekken bij een kerk.
Noorderlicht
Maar hoe haken die twintigers en dertigers dan bij Noorderlicht aan? Verreweg de meeste mensen komen bij ons binnen via de diensten. Of dat nu studenten zijn, mensen die nieuw in de stad zijn of mensen die meer zoekend zijn naar geloof—bijna allemaal beginnen ze met (af en toe) de kerkdiensten bezoeken. Een kleinere groep komt eerst via een activiteit met ons in aanraking. Al is het echt allereerste contactmoment natuurlijk via internet geweest. Wat we vaak terugkrijgen ten aanzien van de diensten is dat men de eigentijdse muziek (via een band) erg waardeert, de preek (van ca. 25 minuten) zowel inhoudelijk als praktisch vindt, dat de welkome en informele sfeer hen bevalt, dat ze het leuk vinden dat er allerlei andere jonge mensen zijn en dat het hen aanspreekt dat Noorderlicht echt ergens voor staat, maar dat er ook ruimte is om er anders over te denken. Ook de wijkgerichte focus waardeert men.
Vervolgens doen wij erg ons best, zodat mensen een plek vinden. Immers, die plek vindt lang niet iedereen vanzelf. Als betrokken kerklid kun je snel denken dat het allemaal toch heel duidelijk is, maar lang niet iedereen weet precies ‘hoe het werkt in een kerk’. Het helpt dan als je het mensen makkelijk maakt om een volgende stap in betrokkenheid te kunnen zetten. Er volgt een kennismakingsgesprek met mij als predikant als mensen zich melden of als we merken dat mensen al heel vaak zijn teruggekomen. Er zijn geregeld introductie-bijeenkomsten waarin we aan belangstellenden een en ander vertellen over onze gemeente. We proberen mensen te linken aan een kring, een taak of een activiteit. Veel twintigers en dertigers vinden het ook belangrijk—zeker als ze nieuw in de stad zijn—hun netwerk uit te breiden. Gelukkig laten velen zich ook inschakelen en zijn best bereid om zich in te zetten. Misschien niet altijd structureel of op wekelijkse basis, maar meer dan genoeg om onze activiteiten te draaien en ook het nodige voor de wijk te doen.
Geen woorden, maar daden
Dat laatste is ook een speerpunt van onze kerk. Het is bijbels en nog Rotterdams ook—niet alleen woorden, maar ook daden. Door middel van een kledingbank, een kringloopwinkel, een fietsenproject, hulpacties via Stichting Present, inloopmomenten, maaltijden, etc. proberen we er te zijn voor hen die het lastig hebben. Sommige dingen lukken en sommige ook niet. Als iets niet lukt, dan stoppen we en proberen wat anders (klinkt normaal, maar in kerkenland is dat het niet…).
Ik geloof dat bestaande kerken ook kunnen veranderen en aansprekend kunnen zijn voor twintigers en dertigers (daarvan zijn diverse voorbeelden). Al kost dat soms veel tijd. Mijn ervaring is dat twintigers en dertigers vaak niet lang (genoeg) blijven wachten of de gehoopte verandering er ook daadwerkelijk komt. Twintigers en dertigers overzien de lange termijn vaak niet en hebben op de korte termijn een kerk nodig die hen in het leven raakt, hen helpt te geloven en een netwerk geeft van mensen waarbij ze zich thuis voelen. Millennials, zo is mijn ervaring, stemmen met hun voeten. Als de stille verwachting is dat ze ‘gewoon’ mee moeten gaan doen met hoe de goegemeente het al jaren doet of beleeft, dan passen ze daarvoor. Ze gaan meestal niet met luide trom weg, maar sluipen weg en zoeken dan zelf wel wat anders. Als je geluk hebt, komen ze in een andere kerk terecht. Helaas geven allerlei jongen mensen het ook op – er is toch al meer dan genoeg in het leven…
Starten … en hoe verder?
Persoonlijk zie ik het als een erg groot voordeel om een nieuwe start te hebben kunnen maken. Op die manier kun je fris beginnen, zonder allerlei vervreemdende elementen uit het verleden. Het zit hem in ons geval niet in allerlei hippe activiteiten of enorm vernieuwende zaken. Daar is de gemiddelde Rotterdammer ook veel te nuchter voor. We sluiten echterwel aan in woorden, taal, muziek en thema’s bij waar mensen zitten. We organiseren avonden over mentale problematiek, duurzaamheid en andere thema’s waar veel millennials mee bezig zijn. We komen samen op zondag—we zingen, bidden, preken en drinken koffie—we hebben inhoudelijke, sociale en diaconale activiteiten en proberen online goed aanwezig te zijn. We geloven daarbij in de kracht van het Woord, in een levende God, een Jezus die voor iedereen relevant is en een verrassende Heilige Geest.
Hoe verder? We zijn al blij dat we langzaamaan meer verschillende leeftijden krijgen. We zijn blij met die 10% veertigers, vijftigers en zestigers en zien ook aan de onderkant steeds meer kinderen komen. Het kinderwerk is groeiende en binnen afzienbare tijd zal daar tienerwerk bij moeten komen. We hopen dat we op nog meer plekken een Noorderlicht-gemeente in Rotterdam kunnen starten. Op die manier zijn we op meer plaatsen in de stad vindbaar, bereikbaar en toegankelijk en kunnen we meer wijken dienen. Dit voorkomt ook dat het op onze eerste locatie al te makkelijk wordt om heel anoniem mee te liften. En we gaan gewoon vrolijk voort op de weg die we zijn ingeslagen. Opdat het evangelie verder komt…
Drs. N. de Jong is als predikant verbonden aan de pioniersplek Noorderlicht in Rotterdam.