Eindeloos verlangen

Bij de pioniersplek LUX in Den Haag komen veel twintigers en dertigers, met hun verlangens en worstelingen. Ze willen ten diepste horen en praten over zonde en verzoening, maar zonder die beladen woorden zelf. Hoe doen ze dat daar? Aan de hand van twee cursussen wordt een weg gewezen…
We willen altijd alles tegelijk. De druk om je leven zelf vorm te geven is ontzettend groot en doodvermoeiend. Als pionier kom ik bij LUX Den Haag veel twintigers en dertigers tegen die vragen hebben met betrekking tot mentale gezondheid, verwachtingen (van anderen en zichzelf ) en de vraag wat nu eigenlijk ‘goed’ is. Het is een generatie die worstelt met vragen over zichzelf, anderen en de wereld waarin we leven. Sommigen gaan er zelfs aan onderdoor en raken opgebrand, anderen besluiten te breken met het repetitieve ritme van werken en toeleven naar het volgende weekend.
Een generatie met heel veel opties – maar ook onzekerheden en onrealistische verwachtingen
LUX, in 2019 begonnen als PKN-pioniersplek, werkt met twee labels: de Community en de Academy. Onze Community komt op zondag samen om te vieren en doordeweeks in groepen om met elkaar in gesprek te gaan en het leven te delen. In de Academy organiseren we interviews met bekende gasten, gecombineerd met muziek en beeldende kunst. Daarnaast worden er verdiepende workshops aangeboden.
In zowel onze Community als Academy komen vooral twintigers en dertigers. Een deel van hen heeft een christelijke achtergrond, maar is in de loop van de jaren de band met de kerk kwijtgeraakt, terwijl anderen geen christelijke opvoeding hebben gehad. Onze bezoekers maken deel uit van een generatie die uit eindeloos veel opties kan kiezen. Zoveel, dat al die keuzes en kansen een ‘giftige cocktail’ zijn, zoals de Britse theoloog Ruth Perrin zegt (R.H. Perrin, Changing Shape, the Faith Lives of Millennials, Londen, SCM Press, 2020).
Jonge mensen kunnen studeren, reizen, allerlei technologie gebruiken. ‘Ze zijn groot geworden met de droom van de samenleving, de media en ouders dat alles kan (‘You can be everything you want to be, darling!’)’. De keerzijde is dat al die mogelijkheden onzekerheden en onrealistische verwachtingen scheppen. Het resultaat is dat jongvolwassenen hoge verwachtingen hebben van het leven en hoe dat eruit zou moeten zien. Wat heeft het christelijk geloof deze generatie te zeggen? En welke woorden zijn nodig zodat het geloof zeggingskracht heeft in hun belevingswereld?
Zonde en verzoening
Na afloop van de startavond van LUX in 2019 kwam er iemand naar me toe die zei: ‘Ik vind het leuk wat jullie doen, maar het is mij véél te christelijk’. Ik kwam erachter dat ze afhaakte op de momenten waarop het ging over ‘schuld’ en ‘vergeving’. We hadden nog zo ons best gedaan om die terminologie niet op de voorgrond te plaatsen, dacht ik.
Deze ervaring heeft me veel gebracht. Ik besefte dat begrippen als zonde en vergeving ver af staan van de belevingswereld en taal van jongvolwassenen. In de loop van de jaren werd dit beeld regelmatig bevestigd. Het idee van (persoonlijke) schuld of zonde en de noodzaak van verzoening en redding, sluit vaak niet aan bij hun blik op de wereld.
Aanknopingspunten
Hoewel klassieke heilsbegrippen maar weinig lijken aan te sluiten op de beleving van jonge mensen, betekent dit niet dat er geen aanknopingspunten zijn om over heil te spreken. In de praktijk kom ik zowel worstelingen als verlangens tegen bij de mensen die ik ontmoet. Steeds meer ontdek ik dat die elkaars keerzijde zijn.
De worstelingen voeden een verlangen naar een groter verhaal om mee te leven
In de eerste plaats worstelen veel jongvolwassenen met mentale druk en de hoge verwachtingen van het leven, zoals Perrin al noemde. Ten tweede is eenzaamheid, vaak in relatie met sociale media, een urgent thema. Het derde heeft betrekking op de grote ontwikkelingen in de wereld, omtrent thema’s als politieke verschuivingen, klimaat, waarheid en nepnieuws. Deze worstelingen voeden een verlangen naar een ander, groter verhaal om mee te kunnen leven. Een verhaal dat is als een veilig thuis, met ruimte voor de erkenning van worstelingen en waardering van ieder mens. Ook zie ik een behoefte aan rust en richting in het leven, in de zin van verhalen die betekenis geven en rituele praktijken die het leven kaderen en sturen.
Ik zie deze worstelingen en verlangens als waardevolle aanknopingspunten om het christelijk geloof, inclusief de boodschap van heil, te delen met jongvolwassenen. Een illustratie daarvan is de leergang Wat maakt je leven de moeite waard? (gebaseerd op het boek A Life Worth Living: M. Volf, M. Croasmun en R. McAnnally-Linz, A Life Worth Living: A Guide to What Matters Most, Londen, Rider, 2023), die eind 2024 bij LUX startte. Het is een zoektocht naar een antwoord op die grote vraag: waar doe ik het voor? Wat geeft mijn leven ten diepste betekenis?
Wat maakt je leven de moeite waard?
In deze cursus wordt het streven naar een leven zonder zorgen kritisch bevraagd. Bij de deelnemers zien we hier grote openheid ontstaan. Vrijwel iedereen durft open te delen dat een leven zonder donkere dagen niet bestaat. Een vervolgstap is de erkenning dat lijden oneerlijk verdeeld is en dat we daar als mens ook zelf deel aan kunnen hebben. Soms overkomt lijden ons, soms wordt het ons aangedaan en soms zijn we zelf medeplichtig aan de pijn van anderen. Deelnemers herkennen dit als de wereld waarin wij leven.
De vraag is hoe de ervaring van zo’n gebroken wereld wordt ontvangen. Leidt het tot apathie en verslagenheid, of juist tot actie en verzet? Beide kunnen zomaar uitlopen op een teleurstelling, omdat in de eerste variant de wereld nooit verandert en geen hoopvol perspectief gloort, terwijl de tweede variant het risico in zich heeft te polariseren in plaats van te verbinden.
In deze leergang worden deelnemers uitgenodigd om een ander perspectief te overwegen en zich eigen te maken. Het uitgangspunt is dat het christelijk geloof ons waardevolle handreikingen geeft in de omgang met grote levensvragen. Wat als lijden niet ad hoc opgelost kan worden, maar de klacht wel een adres heeft en pijn niet het laatste woord heeft? Tegelijkertijd vraagt dit voortdurende vertaalslagen, waarbij we jargon vermijden of actualiseren in eigentijdse woorden.
Het christelijk geloof geeft waardevolle handreikingen in de omgang met grote levensvragen
Waar ben je thuis?
Een tweede voorbeeld is ons project ‘waar ben je thuis?’ (2023). Na een live interview en muziek werden deelnemers tot reflectie aangezet. Sommigen lieten deze reflectie vastleggen in een portretfoto, gemaakt door een kunstenaar. De animo was overweldigend. Het was wonderlijk om persoonlijke verhalen en worstelingen van deelnemers te horen.
Tussen de regels door klinkt vooral een verlangen naar een thuis. We hebben eindeloze mogelijkheden en keuzes, maar zijn ontheemd en de weg naar huis kwijtgeraakt. Waar ben je thuis? blijkt een rake vraag te zijn, waarachter een groot verlangen schuilgaat. Ik zie het als een religieus verlangen. De mensen die we ontmoeten willen gezien, gekend, geliefd worden, maar ook bevrijd worden van de grote druk om zelf verantwoordelijk te zijn voor een geslaagd leven. Toch is dit alles nog geen reden om uit te komen bij het christelijk geloof. Wat helpt ons verder?
De sprong
Het optrekken met niet-christelijke en zoekende jongvolwassenen stelt me voor de vraag hoe ik het christelijk geloof dichtbij kan brengen in taal die aansluit. Telkens duikt het risico op om het verhaal van zonde, redding en verzoening te verliezen of af te zwakken. Moet het geloof niet ‘anders’ zijn en schuren? Of moet het juist aansluiten, wil het dichtbij kunnen komen?
In de harten van mensen leeft een verlangen naar heelheid en geborgenheid, naar een ‘thuis’
Als ik in projecten en preken uitga van de worstelingen en verlangens van mensen met wie ik werk, dan zal ik daar ongetwijfeld iets verliezen van de klassieke vormgeving van de boodschap van Gods redding in Christus, waardoor de zondaar is gered. Toch groeit steeds meer de overtuiging dat mijn aanpak me niet afdrijft van de Bijbelse heilsboodschap. Door woorden als ‘zonde’ of ‘redding ’ nauwelijks te noemen, moet ik op zoek naar andere kernwoorden. Ik zie die vooral ontstaan in religieuze verlangens. In de harten van mensen, religieus of niet, leeft een verlangen naar heelheid en geborgenheid, een verlangen naar een ‘thuis’, waar je als mens geheel en al mag ‘zijn’. Dit doet niets af aan de rauwe werkelijkheid van kapotte, onvolmaakte levens: dit is voor een deel ons menszijn, waarmee we te dealen hebben en waar we soms aan lijden.
Ook de ervaringen van goedheid, waarheid en schoonheid zijn van groot belang. Ze tillen het individu uit boven persoonlijke voorkeuren of overtuigingen en helpen om ons open te stellen voor een ander, en ook een christelijk perspectief. Bij LUX putten we daarom nadrukkelijk uit filosofische levenswijsheid en allerlei vormen van kunst en muziek.
Belangrijker is de boodschap die we daar aan toevoegen. We delen het christelijk geloof als een verhaal dat ons vertelt, dat je niet samenvalt met je prestaties, afkomst, succes of tegenslag. In het Bijbelse verhaal komt juist een God op ons af, die ernaar verlangt met ons te zijn, zonder voorwaarden. Deze boodschap leert ons anders kijken naar onszelf en elkaar, vooral zonder idee van concurrentie of vergelijk.
Bovendien bevat het christelijk geloof een perspectief van ‘bevrijding van jezelf’, zeker als je het leven niet begrijpt als een project om zo succesvol mogelijk te zijn, maar als een geschenk dat je mag ontvangen. Ik proef bij onze deelnemers dat deze overtuigingen resoneren, omdat het ze uitdaagt verder te kijken dan het eigen ik. De rol van Jezus Christus is hierin cruciaal, hij is zowel Leermeester als Bevrijder, en nodigt ons uit om anders over ons leven en onszelf te denken. Hij is onmisbaar in onze zoektocht naar het ware, goede leven.
Gaat het bij LUX nog over zonde, vergeving en redding? Het gaat in elk geval over het besef dat dit leven vol tekorten is en dat wijzelf dit leven niet heilig kunnen maken. Ons publiek is thuisloos door alle mogelijkheden van onze tijd en de druk zelf iets van het leven te moeten maken. Het christelijk geloof geeft hier een antwoord op door een God die geen voorwaarden stelt en niets liever wil dan ons een thuis te bieden door met ons te zijn. Jezus belichaamt dit godsverlangen, waardoor Hij de vragen van het leven kent, maar ze ook transformeert en ons hoopvol leert leven. En die boodschap leidt uiteindelijk toch altijd weer tot de vraag om de sprong: durf je te leven in geloof en met vertrouwen op God?
Rik Zwalua is theoloog en werkzaam als pionier bij LUX Den Haag (PKN).