Menu

None

Ervaring en gevoel in het theologisch proces

Gedachten bij het verdwijnen van W.W.J.D.-bandjes

Maandag: tijd voor een Theologencolumn. Deze week opent Elske van Dorp de week met een blik op de arm waar ooit een bandje met de letters ‘W.W.J.D.’ omheen zat. Wat is er geworden van die vraag?

„Op een ervaring kan reflectie plaatsvinden, op basis waarvan de ervaring en haar betekenis gewogen kunnen worden.”

portret Elske van Dorp

Elske van Dorp

Jaren geleden liep ik als tiener voor lange tijd rond met een stoffen bandje om mijn arm, met daarop de letters ‘W.W.J.D.’, oftewel: What Would Jesus Do? En ik was zeker niet de enige met dit armbandje. In mijn herinnering was het in die tijd een soort hype onder christelijke jongeren. Ook een bijbehorend boekje met de titel Wat zou Jezus doen? had ik op de plank staan. Deze vraag voelde voor mij als de meest belangrijke vraag om te beantwoorden voor mijn dagelijks leven als christen. Hoewel ik deze armbandjes tegenwoordig niet meer zie, is het idee erachter alles behalve verdwenen. Voor veel christenen is Jezus het grote voorbeeld om na te volgen. En terecht, want als christen zijn we geroepen om beelddrager te zijn van Christus hier op aarde.

In Jezus’ afwezigheid theologie bedrijven

In het verlengde hiervan schiet wel eens de vraag door mijn hoofd: hoe zou het zijn als Jezus nog bij ons was? Ergens heb ik het idee dat het gemakkelijker zou zijn om het christelijke leven vorm te geven, als ik in Jezus’ aanwezigheid zou zijn – en daarmee in Gods aanwezigheid. Of dat ik dan meer duidelijkheid zou hebben over hoe dit christelijke leven eruit zou moeten zien.

Voor een antwoord op de vraag ‘wat zou Jezus doen?’ hoeven we niet alleen uit teksten te putten.

Wanneer Jezus werkelijk bij ons is, zou dit heel eenvoudig zichtbaar zijn, toch? Dan hoeven we niet meer ons hoofd te breken over de vraag ‘wat zou Jezus doen?’, maar kunnen we het simpelweg zien en nadoen. Maar dat is niet onze realiteit. De realiteit waar wij mee te maken hebben, is dat we teksten hebben die vertellen over het leven van Jezus en de woorden die Hij gesproken heeft. En op basis daarvan en mogelijk in gesprekken met medegelovigen daarover, wordt geprobeerd deze vraag te beantwoorden. Hier komt dan een stukje theologie bedrijven om de hoek kijken.

Glimpen van een nieuwe wereld

Door te lezen, door wat we lezen te interpreteren en overdenken en eventueel door te discussiëren, gaan we op zoek gegaan naar een antwoord. Dit is een puur rationele werkwijze; het hoofd is leidend. Maar is daarmee alles gezegd wanneer het gaat over bezig zijn met dit soort vragen? Natuurlijk, de vraag ‘wat zou Jezus doen?’ is een heel specifieke vraag en is niet representatief voor het geheel van de theologie. Maar een antwoord op deze vraag kan ook gevonden worden door een bron te gebruiken die geen geschreven tekst is. En dat kan ons mogelijk op het spoor zetten van iets waardevols voor het bredere theologische proces vandaag de dag.

Met Jezus’ aanwezigheid hier op aarde, werd al iets zichtbaar van het koninkrijk van God. Een koninkrijk dat volledig zichtbaar zal worden in de nieuwe schepping. Het opvangen van een glimp van de nieuwe schepping is echter niet beperkt gebleven tot Jezus’ daadwerkelijke aanwezigheid hier op aarde. Voor ons geldt dat de Geest ons gegeven is als voorschot op de nieuwe schepping. Door het werk van de Geest mogen we hier en nu al heel concreet glimpen zien van de toekomst die beloofd is.
Deze inkijkjes in de nieuwe schepping zijn geen teksten over het leven van Jezus die ons zijn overgeleverd, maar het zijn heel concrete ervaringen. Met betrekking tot de specifieke vraag ‘wat zou Jezus doen?’, is er dus meer dan alleen een rationele aanpak. Ook de ervaring van de aanwezigheid en het werk van de Geest kunnen dienen als bronnen voor een antwoord.

Gevoel en ervaring op één hoop

Is het mogelijk om de aanpak van het beantwoorden van deze specifieke vraag, ook breder toe te passen in het theologische proces? Ik ben van mening dat er zeker iets te winnen valt, wanneer de sterk rationele benadering in het theologische proces wat losgelaten wordt. Het gaat mij daarbij niet om het één (verstand), ten koste van het ander (de geloofservaring). Beiden zijn waardevolle bronnen in het theologische proces; ze sluiten elkaar wat mij betreft niet uit.

Op een bredere verschuiving van de rede naar gevoel, wordt binnen de theologie en in de kerk wat wisselend gereageerd.

Wat er nu volgens mij wel eens gebeurd is dat de geloofservaring al snel op één hoop wordt gegooid met het gevoel van mensen. Voor velen in onze cultuur is het eigen gevoel steeds meer leidend geworden in hun overtuigingen en de keuzes die gemaakt worden. Er is in de cultuur duidelijk een verschuiving zichtbaar van de rede naar het gevoel. Een verschuiving waar binnen de theologie en in de kerk wat wisselend op gereageerd wordt.

Zo is er ergens de neiging om het gevoel weg te zetten als iets onbetrouwbaars. Het subjectieve element van een gevoel wordt dan gezien als problematisch, als iets waar in het theologische proces minder waarde aan kan worden toegekend. En inderdaad, enkel gevoel kan misleidend zijn. Gevoel is iets wat puur uit onszelf komt, waarbij ik als persoon dus centraal blijf staan. Het draait om mijn gevoel en dat is iets waar niemand anders bij kan en waar niemand anders iets over te zeggen heeft.

Een ervaring daarentegen is net iets anders. Een ervaring is iets waar ik deel van uitmaak, maar wat ik tegelijkertijd ook onderga. Een ervaring valt niet volledig met mij samen. En ervaring sluit het verstand ook niet uit. Een ervaring die is ondergaan, kan overdacht worden. Er kan reflectie op plaatsvinden, op basis waarvan de ervaring en haar betekenis gewogen kunnen worden. Dit maakt dat wat mij betreft ook de geloofservaring, die plaatsvindt door de realiteit van de Geest, plaats kan nemen in het theologisch proces en daarvoor een verrijking is.

Elske van Dorp is medewerker studentenzaken en docent aan het Evangelisch College.

Wellicht ook interessant

Premium

Herstellen, navolgen en getuigen

De opdracht die Jezus aan Petrus geeft in het slot van het Evangelie volgens Johannes, heeft veel vragen opgeroepen in de receptiegeschiedenis ervan. Daarbij draait de controverse om de bijzondere rol die Petrus al dan niet toebedeeld krijgt onder de leerlingen – en de mogelijke gevolgen daarvan voor Petrus’ opvolgers, de bisschoppen van Rome. De tekst gaat echter over meer dan over de relatieve posities van Jezus’ leerlingen – in deze perikoop naast Petrus ook de geliefde leerling. Met name staat de vraag van navolging überhaupt centraal.

None

Bijdrage van Lode Van Hecke bij het boek De imitatie van Christus

Dat ik als bisschop van Gent het eerste exemplaar van uw nieuwe vertaling van De Imitatie van Christus, van Thomas Kempis, mag ontvangen, is natuurlijk een hele eer. Ik doe het in de stad van het Lam Gods van Jan van Eyck, ons bekendste kunstwerk. Thomas Kempis en Jan van Eyck zijn tijdgenoten. Jan van Eyck begon het Lam Gods te schilderen rond 1424, een paar jaar na het verschijnen van de Imitatio Christi in 1421. Was de Imitatio een inspiratiebron voor het Lam Gods? Natuurlijk heeft Jezus zijn navolging geïnspireerd en niet omgekeerd! Maar het boek kan wel het schilderij beïnvloed hebben.

Nieuwe boeken