Ezechiël 3,16-21
Bij Ezechiël 3,16-21
‘Ik maak jou tot een wachter over de mensen van Israël,’ zegt God tegen Ezechiël. ‘Ik geef jou opdrachten, en die moet jij weer aan de mensen doorgeven. En als ze niet naar mijn opdrachten luisteren, dan is het hun eigen schuld dat het slecht met hen afloopt. Maar als jij mijn opdrachten niet aan hen doorgeeft, dan is het jouw schuld dat het slecht met de mensen afloopt. Elke keer dat jij mijn waarschuwingen doorgeeft, is jouw leven ook gered.’ Zo spreekt God tot Ezechiël. Het is best streng, hoe God hier praat. Hij heeft het over schuld. Over dingen die je beter niet had kunnen doen. Zo gaat dat soms met ons mensen. Dan doen we dingen verkeerd. Meestal per ongeluk, en soms expres. Daarom hebben we in de kerk Aswoensdag. Op die dag zeggen we tegen God: Sorry God, we hebben een paar dingen verkeerd gedaan. Mogen we het weer opnieuw proberen goed te doen, en weer fris beginnen? Ja, God is streng in dit verhaal, en tegelijk ook sterk. Dat zit ook als een geheime boodschap verstopt in de naam Ezechiël. Zijn naam betekent: ‘God is sterk’. Wie echt sterk is, kan veel dragen. Maar soms wil je wel iets kwijt, wat vanbinnen zwaar voelt. En God hoort ons, als we dat zware vanbinnen aan Hem vertellen. Dan gaat het weer weg.
Wie van jullie is best sterk, of kent iemand die sterk is? Kun je ook een zwak lijf hebben, en toch sterk zijn? En nu nog een vraag over schuld: Als je iets gedaan hebt wat niet zo goed is, wat kun je dan het beste doen?
(Ga allemaal eens heel slap erbij staan. En ga nu eens sterk in je schoenen staan. En nu ga je sterk in je schoenen terug naar je plaats.)