Menu

Premium

Ezechiël 3,4-15

Bij Ezechiël 3,4-15

‘Luister Ezechiël,’ zegt God. ‘Je moet naar je eigen volk gaan, Ik stuur je. Ik heb een boodschap voor hen, maar Ik weet nu al dat de mensen niet naar je willen luisteren. Ze zijn ontzettend eigenwijs. Dus moet jij net zo eigenwijs zijn. Ik zal je gezicht hard maken, dat helpt. Ga naar hen toe en zeg hun wat Ik jou zal zeggen.’ Ineens voelde Ezechiël dat hij werd opgetild, en hij hoorde een groot geruis. De Geest van God tilde hem op en bracht hem naar de mensen van Israël. ZOEF… Wat een ervaring! En dacht je dat Ezechiël daarna meteen naar de mensen toeging? O nee, dat kon hij niet. Hij trilde en beefde en was helemaal van slag doordat God hem had aangeraakt. Pas na zeven dagen trok hij een beetje bij.

Wat denken jullie, wat voor boodschap Ezechiël aan de mensen moet gaan brengen? Wat zou God te zeggen hebben?

(Maak samen eens het geluid van een groot geruis: laat het zachtjes aankomen, sterker worden, en dan weer wegtrekken.)

Wellicht ook interessant

None

Kierkegaards taak

Søren Kierkegaard (1813-1855) beschouwde het als zijn voornaamste taak om mensen opmerkzaam te maken. Dat klinkt vrij bescheiden. Hij zegt niet dat hij mensen wijzer wil maken of veranderen, hij wil niets uitleggen, geen beweging starten, geen revolutie in de theologie of in de maatschappij in gang zetten – hij wil alleen maar opmerkzaam maken. Maar Kierkegaard zelf ziet dat opmerkzaam maken helemaal niet als een bescheiden opgave, integendeel. Als hij in 1855 op 42-jarige leeftijd op straat in Kopenhagen in elkaar zakt, en een paar weken later overlijdt, is hij ‘op’. Wat ook precies de lichamelijke oorzaak van zijn overlijden is geweest, hij had alles gegeven om zijn lezer, de ‘ene lezer’5 waar het hem altijd om ging, opmerkzaam te maken.

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Premium

Het stromen van de Geest

In de orthodoxe traditie is er een bijzondere verbinding tussen de Pinksterdag en het Loofhuttenfeest. De evangelielezing voor het Pinksterfeest is uit Johannes 7, de enige nieuwtestamentische verhalende passage die zich expliciet tijdens het Loofhuttenfeest afspeelt. We horen de woorden die Jezus sprak op de ‘laatste en grote dag’ van het feest, dus op hosianna rabba. Maar nu zijn ze uit de context van het grote najaarsfeest getransponeerd naar het begin van de zomer, voor het feest van de grote vervulling.

Nieuwe boeken