Ezelsoren in de bijbel
Wie in een boek makkelijk iets terug wil vinden, vouwt een hoekje van de bladzijde om. Een ezelsoor wordt dat genoemd. U moet aardig wat hoekjes omvouwen, wilt u alle plekken in de Bijbel terugvinden waar gesproken wordt over ezels. Tamme ezels en wilde ezels, ezelinnen en veulens… Wie alle plekken opzoekt, zal ook bijzondere verhalen vinden.
Een rijk bezit
Als last- en rijdieren zijn ezels uitermate geschikt voor het warme klimaat en het ruige land van het Midden-Oosten. Ezels en ezelinnen waren een rijk bezit. Ze worden vaak in één adem genoemd met schapen, geiten en runderen om welvaart aan te geven. De eerste keer horen we van ze in Genesis 12:16 wanneer de farao van Egypte Abram met geschenken overlaadt, in de veronderstelling dat diens wonderschone vrouw Sarai de zus van Abram is. Om de waarde van de ezel heeft deze ook een plek gekregen in het 10 e gebod: ‘Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort.’ (Exodus 20:17, in iets andere bewoordingen ook in Deuteronomium 5:21). Het spreekt voor zich dat in heel veel verhalen de ezel een bijrol heeft als lasten rijdier. Abraham zadelt een ezel wanneer hij Izaak wil offeren. De broers van Jozef rijden op ezels. Mozes zet zijn vrouw en kinderen op een ezel als hij teruggaat naar Egypte. Ook Abigaïl gebruikt de ezel als vervoermiddel om David tegemoet te rijden (1 Samuel 25). In het macabere verhaal over de schending van het gastrecht (met een groepsverkrachting) in Gibea, uit Rechters 19, draagt een ezel het lichaam van een dode vrouw.
Praten
In Numeri 22 vreest koning Balak van Moab voor het volk Israël. Hij stuurt gezanten naar Bileam met het verzoek Israël te vervloeken. Maar God grijpt in. Als Bileam op zijn ezelin uiteindelijk onderweg is naar Balak verspert de engel van de HEER tot drie keer de weg. De ezel ziet de engel. Bileam ziet de engel niet en slaat het arme dier. Dan spreekt de ezelin verwijtend: ‘Ben ik niet de ezelin waarop u al uw hele leven rijdt?’ Een ezelin die spreekt. ‘Dat kan niet’, zei mijn professor in mijn eerste studiejaar, ‘dus laten we kijken wat de schrijver ons wil vertellen’. En verder zwijgen de dieren ook in de Bijbelse verhalen, op een ia en wat verder gebalk na. Maar dankzij die sprekende ezelin zijn veel verhalen voor mij nieuw gaan spreken.
Kerststal en intocht
In het Nieuwe Testament is de rol van de ezel en ezelin beperkt tot de intocht van Jezus in Jeruzalem waarmee ook dankbaar verwezen wordt naar de profetie van Zacharia 9:9 van de intocht van de koning: ‘Nederig komt hij aanrijden op een ezel…’.
In onze kerststallen liggen os en ezel naast elkaar, maar dat wordt in de evangeliën niet vermeld. Het vermoeden is dat Jesaja 1:3 hierin een rol speelt: ‘Een rund herkent zijn meester, een ezel kent zijn voederbak.’ In het Evangelie van pseudo-Matteüs uit de derde eeuw, dat niet in de Bijbel is opgenomen, wordt Jesaja vrijelijk geciteerd. Zo ontstaan tradities.
Harold Schorren is predikant van de wijkgemeente Laurenspastoraat, city pastor van Rotterdam, en redactielid van Open Deur.