Menu

None

Gespreksvragen: wie was Jeremia en wat leert hij ons?

Gespreksvragen van Pieter L. de Jong uit zijn boek Jeremia. Profeet in de stad

Gespreksvragen Jeremia

Jeremia is een intrigerende profeet met veel passie voor God en zijn volk, zo illustreert Pieter L. de Jong in zijn boek Jeremia. Afkomstig uit een klein dorp maakt de profeet in Jeruzalem de totale ineenstorting van de stad mee. Jeruzalem is in die tijd sterk vervreemd van God en Jeremia probeert de mensen en bestuurders tot omkeer te bewegen. Het leven van Jeremia biedt veel aanknopingspunten om met elkaar in gesprek te gaan. Ervaar jij, net als Jeremia, een roeping in je leven? Of probeer je weleens iemand te overtuigen tot een bepaalde richting? Gebruik de gespreksvragen van Pieter L. de Jong, bijvoorbeeld tijdens kring, een leesclub of in de klas.

Hfst 1 Een niet-verlangde roeping

  1. In dit eerste hoofdstuk geef ik een profiel van de profeet. Aan wat voor man moet je denken? Noem een paar herkenbare typeringen: leeftijd, achtergrond, karakter, opleiding enz. Ziet u al een gezicht? Is er iemand uit het concrete leven vandaag aan wie u min of meer zou kunnen denken? 
  2. Heeft elke christen een roeping en waaraan denkt u dan?
  3. Hebt u wel eens een bijzondere roeping van God gehad? Bijv. in uw familie, op uw werk, of ook in de gemeenschap van een kerk. Sommigen zijn hierover heel overtuigd en beslist, anderen meer aarzelend. Hoe raakte dat u praktisch?

Hfst 2 Angst voor het onbekende

  1. Op de bijzondere roeping tot profeet reageert Jeremia in eerste instantie negatief. Wat is volgens u zijn probleem? Zou u voor zo’n roeping spontaan de vinger opsteken? Of wat zou u tegenwerpen?
  2. Een profeet is haast altijd een eenzaam figuur. Jeremia maakt zich geen illusies. Maar de belofte van God gaat voor op. Is de belofte van God voldoende om het uit te houden als profeet, of: getuige te zijn hier of daar in het gewone leven?
  3. In hoeverre speelt leeftijd een rol bij de afweging een bijzondere roeping te aanvaarden?

Hfst 3 Een roeping maakt eenzaam

  1. Jeremia krijgt de opdracht celibatair te leven. Heb je als profeet daar voordeel bij? Maar wat zijn de nadelen?
  2. God legt het hem op uit pastorale redenen. Welke? Sluit dit aan bij mensen die vrijwillig kiezen voor geen kinderen?
  3. Voor mensen die alleen hun weg gaan is het vaak hard dat er met name in kerken zo’n huwelijk- en gezin- ideologie wordt gebezigd. Ben je alleen, heb je geen kinderen, – voel u zich serieus genomen?
  4. Ook Jezus relativeert al `die zalige weelde’. Mee eens?

Hfst 4 Naar het centrum van de macht

  1. Van het dorp Anatot naar de stad Jeruzalem, weliswaar nauwelijks te vergelijken met de stad in onze tijd, zal een grote stap geweest zijn voor de jonge Jeremia. Aan welke positieve en negatieve uitdagingen denkt u, als u naar Rotterdam zou moeten verhuizen?
  2. Elke stad was toen een wereld in het klein. In Jeruzalem bevond zich het centrum van de macht: het paleis van de koning, en het centrum van de cultus: de tempel. Hoe gaat Jeremia te werk?
  3. De vondst van het wetboek in de tempel tijdens de reformatie van Josia komt wel als geroepen. Wat zou er in dit wetboek gestaan hebben?

Hfst 5 Treurzang voor een broeder

  1. De dood van Josia was voor Juda en Jeruzalem een groot drama. Wat bewoog volgens u Josia om het gevecht met Necho aan te gaan? Jeremia schreef een treurzang die heel populair werd. Wat zou daar in gestaan hebben volgens u?
  2. Met Jojakim had Jeremia geen klik. Hoe stel je je in zulke tijden op als profeet en als kerk?
  3. Wat is vanaf dit moment de boodschap van Jeremia?

Hfst 6 Preken voor de oren en de ogen

  1. Jeremia heeft iets van een profeet op een zeepkist. Bij de hoofdpoort van de tempel. Probeer hem je voor te stellen. Veel van zijn toespraken zijn dichterlijk van aard. Met welke  kritische stem – predikant, singer song writer, journalist, opinieschrijver in landelijke kranten – zou je hem kunnen vergelijken?
  2. Behalve woorden en liederen maakt hij gebruik van symbolische handelingen. Waarvoor bent u gevoeliger: een Woord-preek of een Beeld-preek?
  3. Jeremia blijft niet alleen. Er vormt zich een soort `groep Anatot’. Heeft zo’n kleine groep volgens u zin?

Hfst 7 Dwazen vertrouwen op lekkende regenbakken

  1. Jeremia ontziet niemand. Koningen, bestuurders en priesters krijgen er van langs. Welke standaard hanteert de profeet?
  2. In Juda en Jeruzalem waren de Kanaaänitische goden Baal en Asjera heel populair. Waarom? Sloten deze goden meer direct aan bij een cultuur van landbouw en stadsontwikkeling in tegenstelling tot het leven als nomaden in een woestijn? In hoeverre speelt dat in onze cultuur ook een rol?
  3. Jeremia zet het vertrouwen op God als de bron van leven tegenover de technische innovatie via een ingenieus waterleidingstelsel in Jeruzalem, dat regelmatig hier en daar lekte. Wat voor risico’s loop je bij: God los laten en op technische innovatie je vertrouwen zetten?

Hfst 8 God wacht nog steeds

  1. Het is een hardnekkig misverstand te denken, dat je veilig bent in de buurt van een tempel of kerk van God. Al heel vaak heeft God tempel of kerk achter zich gelaten, als men niet extra alert was op zijn stem. Jeremia herinnert aan het heiligdom in Silo. Is er bij ons iets dergelijks aan de hand, als een kerkgemeenschap totaal verloopt? En als Jeruzalem gewelddadig rond gaat? Blijven de beloften altijd gelden?
  2. Jeremia blijft ondanks alle kritiek steeds solidair met het volk. Herkent u dat en waar houdt het voor u op?
  3. De profeet thematiseert het onderwerp omkeer. `Begin opnieuw’, zegt hij steeds. Wat zou radicale omkeer in uw leven kunnen betekenen? Op welk vlak kan het bij u met niets minder dan omkeer naar God? Wat hindert u?

Hfst 9 Redding vanwege één rechtvaardige

  1. In dit hoofdstuk kritiseert de profeet heel veel maatschappelijke misstanden. Zijn kritiek geldt vooral de leiders en bestuurders. `Wen er maar aan’,  zeggen ze al gauw. En: `Overdrijf niet zo!’  Hoeveel tegen macht heeft een samenleving nodig? 
  2. De bestuurders bedienen zich van mannen die hen adviseren in alle mogelijke situaties. Vaak met de woorden: zo zegt de HEER! Voor Jeremia zijn het leugenprofeten, brood-profeten, spindokters. Hoe kun je een echte profeet van God als Jeremia en een leugen of pseudo profeet van elkaar onderscheiden?
  3. In de samenleving kan één eerlijk rechtvaardig mens het verschil maken. In een familie, een straat, een sportclub of een werkplaats. Aan welke acties of uitingen denkt u?

Hfst 10 Kruispunten vragen een keus

  1. Mens-zijn is het gaan van een weg. Gelovig mens-zijn is het gaan van de weg die God je voorhoudt richting zijn toekomst. Onderweg moet er vaak gekozen worden. Wat is de goede weg? Voor welke weg bent u gewend te kiezen: de kortste, de makkelijkste, de weg die voor jezelf veel oplevert? Wat is uw oriëntatie?
  2. Jeremia verwijst naar wat hij noemt `de oude beproefde paden’. Aan welke paden moet je daarbij denken? Wat is volgens u een beproefd concept van leven als burger, collega, partner……? Welke paden zijn gedateerd en welke paden blijven actueel?
  3. De mensen die Jeremia horen, zeggen tegen hem: nee, die oude paden van jou willen we niet. Welke paden dan wel? Ook al ben je misschien klaar met geloof en kerk: blijf vragen naar de goede weg.     

Hfst 11 Het zal slecht aflopen tenzij

  1. Voor priesters en bestuurders geldt Jeruzalem als heilige stad van God. Die gaat nooit verloren. De gedachte dat God Jeruzalem net als Silo zal laten verwoesten, maakt hen heel boos. Vraag: wat is dit voor vertrouwen?
  2. Ook in onze tijd ligt Jeruzalem onder vuur. Waar is de grens aan steun en vertrouwen?
  3. Het lot van Navalny lijkt op dat van de profeet Uria. Hoe kijkt u naar zulke dissidenten?

Hfst 12 Geen behoefte aan schijnheilige gebeden

  1. Kunt u altijd bidden? Wanneer houdt het voor u op?
  2. Wanneer houdt het voor God op te luisteren naar gebeden van mensen? Blijft God altijd luisteren?

Hfst 13 Tekenen van de komende ballingschap

  1. Hebt u wel eens een vertrouwde relatie met iemand gehad, die zich op een bepaald moment van je afkeerde? Dat doet veel pijn, je voelt je beschadigd en verdrietig. Reageert God ook zo, als je je van Hem afkeert?
  2. `Kruiken vult men met wijn’ is een dooddoener zoals de uitdrukking `wen er maar aan.’ Volgens Jeremia zijn we slecht af, als God `er aan went’ en de dingen hun gang laat gaan. Met `kruiken met wijn’ kan het makkelijk fataal aflopen.

Hfst 14 Het kwaad zit diep

  1. Je kunt wel van jas veranderen, maar niet van ziel. Een omkeer tot God grijpt diep in. Wat voor ervaring hebt u met persoonlijke omkeer? Welk vragen heb je hierbij?
  2. Wat persoonlijk geldt, geldt ook voor functies. Nogal wat politici trekken ineens een andere jas aan, als ze een mooie functie krijgen, zonder zich te excuseren voor eerdere meningen. Kunnen ze nog geloofwaardig zijn? En hoe dan?
  3. Voor de profeet is omkeer van het volk ijdele hoop. Is hij te pessimistisch?

Hfst 15 Ergernis en moedeloosheid bij de profeet

  1. Herken je je in de klacht van de man die meent dat God soms te veel vertrouwen van ons vraagt?
  2. Grijpt u zich ook wel eens aan een ervaringen vast, als zou God je daarmee een extra bewijs geven beschermend met je te zijn? (Trump) Kan het ook een waarschuwing van God zijn? Hoe ga je met zulke signalen om?
  3. Kunt u de teleurstelling van Jeremia meevoelen? Wat zou u in een gesprek met hem zeggen?

Hfst 16 Zoals klei in de hand van de pottenbakker

  1. God als pottenbakker en de mens als zijn maaksel: is dit een inspirerend beeld van de mens en van God? Hebt u er moeite mee? Waarom?
  2. Wat wil de profeet met dit beeld overdragen: bemoediging of waarschuwing?
  3. Zijn er nog roddels: een bekende aanpak om iemand te cancelen. Ken je voorbeelden?

Hfst 17. Alles ligt in scherven

  1. Wanneer zijn in een relatie de scherven niet meer te lijmen? Wat roept Jeremia’ actie bij je op, als hij de scherven totaal klein slaat?
  2. Denk na over de uitspraak: scherven brengen geluk. Waar denkt u aan?

Hfst 18 Het verzameld werk van de profeet voorgelezen.

  1. De sfeer is uiterst gespannen en angstig in Jeruzalem. Vindt u het verstandig van de profeet politiek zo duidelijk voor Babel te kiezen? Moet je als kerk je niet ver houden van praktische politiek?
  2. Hoe kan het dat de bestuurders ineens zo ontzet zijn van de toespraak van Baruch?

Hfst 19 Een boekverbranding is een teken van onmacht

  1. Jojakim zegt niet veel, maar innerlijk kookt hij. Zeg maar: zoals Trump en Vance luisterden naar de bisschop van Washington of zelfs een bief van de Paus. Aan welke voorbeelden van politici denkt u?
  2. `De HEER gaf hun een schuilplaats’: bij wie zouden Jeremia en Baruch ondergedoken zijn? Had Jeremia niet op zijn post moeten blijven zoals bijv Navalny?
  3. De toespraak mag verbrand zijn: Baruch schrijft meteen een nieuwe versie. Je kunt woorden verbranden, maar geen getuigenissen.

Hfst 20 Vluchtelingen als voorbeeld

  1. Wat voor indruk maken de Rechabieten op U?
  2. Hun kracht is hun isolement: wat zijn de voordelen om als groep geïsoleerd te leven in een samenleving? En de nadelen? Waarvoor kiest U?

Hfst 21 Geloven begint met horen

  1. Als generaal Jehu door Elisa tot koning gezalfd wordt, is het al snel duidelijk dat hij niet gezalfd is om te zegenen, maar om hard huis te houden. Geholpen door de extreem rechtse beweging van Jonadab. Geweld is hun aanpak. Reageer vanuit de bergrede van Jezus.
  2. Ondanks alle geweld in het verleden stelt Jeremia de Rechabieten toch tot voorbeeld voor zijn tijdgenoten. Welke punt noemt hij concreet?

Hfst 22: Een verrassend slot: God laat niet los   

  1. Jeremia is heel scherp tegen koning Jechonja. Gaat hij niet te ver? Mag schelden? Moet hij zijn woorden niet wat rustiger kiezen? Is hij woedend?
  2. Het bijbelboek sluit verrassend af met het eerherstel van Jechonja. Wat zegt dat over de gang van God? Persoonlijk en als volk?

Hfst 23 De harde lessen van het juk

  1. Koning Sedekia overlegt met een aantal andere regio-koningen over de situatie tav Nebukadnessar. Jeremia laat onder hen houten jukken uitdelen. Wat vind je van dit optreden?
  2. Aan wat voor mensen denk je bij wie de profeet leugenprofeten noemt? Zijn dat liberale bestuurders, vrijzinnige priesters, behoudende tradionelen? Wat deugt er niet aan die leugenprofeten?

Hfst 24 Man tegen man, profeet tegen profeet

  1. Een valse of leugenprofeet kan ook een hele gelovige vrome broeder zijn, niet een opzettelijke leugenaar. Wel een wensdenker. Hoe kun je een Jeremia onderscheiden van een Chananja?
  2. Welk criterium legt Jeremia zelf aan tussen waar en onwaar?
  3. Waarom geloven mensen doorgaans sneller een Chananja dan een Jeremia?

Hfst 25 Post van Jeremia voor de ballingen

  1. Jeremia adviseert de ballingen de situatie te accepteren. Dat houdt in alle koffers uitpakken, je inzetten en bidden voor de gemeenschap waar je woont. In hoeverre houdt dat in, dat je in deze wereld je als volk van God moet aanpassen?
  2. Hoe komt Jeremia’s boodschap van hoop bij u over?

Hfst 26 Ook in de gevangenis niet zwijgen

  1. Al dringt Jeremia steeds aan op zich voegen onder het juk/bewind van Babel: hij blijft solidair met het volk, hij is geen verrader. Hoe verklaar je zijn positie en is die ook houdbaar?
  2. Ebed-Melech is een zwarte man die als enige het voor de profeet opneemt en hem uit de put redt. Iemand van wie je het mogelijk niet verwacht. Hebt u ook ervaringen met hulp uit onverwachte hoek?

Hfst 27 Een hoopvol signaal van boven

  1. Oorlog of geen oorlog, het leven gaat altijd door. Die akker moet in de familie blijven. En zelfs in de gevangenis wordt eraan vastgehouden. Wat vind je van de houding van Jeremia? Gaat het om geloof of om gehoorzaamzijn aan de regels van God? Of allebei?
  2. Hoop hecht zich aan beloften van God. Hoop is iets anders dan optimisme. Wat is volgens u het verschil? Vormen ze een tegenstelling?

Hfst 28 Jeruzalem ingenomen en Jeremia verlost

  1. Hoe zou je een man als Sedekia kunnen typeren? Wat zijn zijn zwakke kanten? Waarom luistert hij niet naar de profeet?
  2. Elke oorlog is afschuwelijk. Ook een verdedigingsoorlog. In Jeremia’s tijd heeft elke oorlog met Israël te maken als volk van God. Jeremia komt vrij maar blijft bij zijn volk. Had hij anders moeten handelen volgens u?
  3. Bijzonder dat na alle ellende men nog steeds niet luistert naar Jeremia. Zit het kwaad zo diep in mensen?

Hfst 29 God is één en al ontferming

  1. De stem in Rama is een bittere stem. Waarom zo bitter? Kent u het gevoel aan iets wat niet goed ging in je leven, vooral zelf schuld te hebben? Hoe ga je daar mee om?
  2. Er zijn situaties waarin mensen liever ongetroost blijven dan zich laten troosten. Kun je dat begrijpen? Wat zou je doen als het om bekenden gaat?
  3. De woorden van Gods ontferming zijn heel bijzonder: ze hebben hun straf verdiend, maar Ik kan ze niet vergeten, Ik moet ontfermen. Wat hoor je in deze woorden van God?

Hfst 30 Baruch wordt berispt en getroost

  1. Geef voor je zelf eerst een typering van Baruch. Nam hij de foute afslag als bestuurder en politicus?  Wat is zijn teleurstelling?
  2. Wat vind je van Jeremia’s reactie op Baruchs gesomber?
  3. Probeer met één zin te zeggen, wat u het meest bewondert aan Jeremia.

Over de auteur

Pieter L. de Jong

Piet de Jong is emeritus-predikant in de Protestantse Kerk in Nederland.

Relevante boeken

Jeremia
Jeremia voor iedereen

Relevante artikelen

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken