Gods Woord in de crisis
Preekschets Jeremia 1: 8,9; een zondag in de zomer
Wees voor niemand bang, want Ik zal je terzijde staan en je redden – spreekt de HEER.’ En de HEER strekte zijn hand uit, raakte mijn mond aan en zei tegen mij: ‘Hiermee leg Ik mijn woorden in jouw mond.’ (Jeremia 1:8,9)
- Bijbelgedeelte: Jeremia 1:1-12
- Preektekst: Jeremia 1: 8,9
- Thema: Gods woord in de crisis
Liturgisch kader
De zondagen in de zomer zijn ‘losse’ zondagen. Mensen zijn op vakantie of komen net terug. In september is er vaak een startzondag.
Liederen uit het Liedboek Zingen en bidden in huis en kerk, 2013:
- Lied 831: ‘Gestuurd op wegen ongedacht’. Een lied over Jeremia die geroepen wordt.
- Psalm 139: ‘Heer, die mij ziet zoals ik ben’. Vanwege de overeenkomst met het vormen door God in de moederschoot.
Uitleg
Geroepen
Jeremia is de profeet die een Nederlands werkwoord op zijn naam heeft staan: ‘jeremiëren’, een aanduiding van blijven klagen en jammeren. Het levert deze profeet een negatief beeld op. Hij klaagt over zijn eigen lot, maar meer nog over het lot van Gods volk.
Jeremia profeteerde aan het einde van het rijk van Juda. Een tijd van verval, na een geestelijke opleving tijdens Josia. De koningen daarna vertrouwden niet op God. Dat loopt uit op de wegvoering naar Babel. Toch is Jeremia ook de profeet van de hoop. God blijft trouw en zal een toekomst voor zijn volk realiseren.
Jeremia wordt geroepen tot profeet voor de volken. Dat meervoud valt op, omdat hij vooral profeteert over Juda. Dat hier toch een meervoud wordt gebruikt, kan wijzen op het feit dat geen volk los staat of leeft. Israel is een volk tussen de andere volken.
De profeet is vanaf de moederschoot al gevormd door God, krijgt Jeremia te horen. Hij heeft hem bestemd om profeet te zijn. Psalm 139 komt met dezelfde gedachte: God kent het begin van ons. In Jeremia staat de toevoeging, dat God dan al een plan heeft met Jeremia. Goed punt is, of je dat kan doortrekken naar elk mens. Kan je zeggen dat God een plan met je leven heeft? Wat betekent dit precies?
Ongeschikt?
Jeremia wil niet. Dat deelt hij met meerdere profeten die zichzelf ongeschikt vinden. Mozes verschuilt zich achter zijn (vermeende) spraakgebrek, Jesaja voelt zich onrein en Jona rent heel hard de andere kant op als hij door God geroepen wordt. En ook Gideon probeert onder de opdracht van God uit te komen. Kennelijk is het een belasting om Gods weg te gaan. Eigenlijk gebruikt Jeremia twee argumenten: hij is te jong en niet geschikt.
Jeremia wordt door God niet te jong gevonden. Hoe oud hij precies was bij zijn roeping, is niet duidelijk. Wel is duidelijk dat in Gods koninkrijk leeftijd geen rol speelt. Oud en jong krijgen dezelfde Geest van God. David is tiener, als hij door God wordt uitgekozen om koning te worden. Daniel is waarschijnlijk nog maar veertien jaar, als hij wordt weggevoerd in ballingschap en daar de keus maakt om trouw te blijven aan God; het hebreeuwse woord dat wordt gebruikt, duidt op een tiener van twaalf tot veertien jaar. Voor God is dat geen belemmering.
In dienst van God
God raakt de mond van Jeremia aan. Hetzelfde gebeurt met Jesaja. Het heeft de betekenis van klaar maken om de woorden van God te spreken. Als God roept, dan kan je niet anders dan gehoorzamen. Om het te zeggen met een uitspraak van Anne van de Bijl: ‘God roept geen geschikte mensen, maar maakt geroepen mensen geschikt.’ Het zorgt er voor dat Jeremia geen angst hoeft te hebben. Hij is in dienst van God.
De profeet krijgt macht om af te breken en op te bouwen. Dat is een bijzondere gedachte, zeker als je bedenkt dat het rijk van Juda op het punt staat om te verdwijnen door de macht van Babylon. Wat betekent deze macht? Het zal betrekking hebben op zijn profeteren. Met de woorden van God kan Jeremia breken en bouwen. Gods woorden hebben kracht en zelfs de machtigste koninkrijken kunnen vallen. Denk ook aan psalm 2.
Amandeltak
God gebruikt het beeld van een amandeltak. Het kan zijn dat Jeremia een amandeltak zag, maar ook dat het in een visioen gebeurde. De bijnaam van de amandelboom is ‘de wakkere boom’, omdat deze boom als één van de eerste bomen bloeit. Het is een teken van de naderende lente. Natuurbeelden komen meer voor in de bijbel. Denk aan Jezus die naar een vijgenboom verwijst (Lucas 21: 29). Het is hier ook goed mogelijk om het beeld te verbinden met God, die niet slaapt (Psalm 121).
Dit gedeelte draait om het begrip ‘woord.’ Het woord komt tot Jeremia. Het woord wordt in hem gelegd en God zorgt ervoor, dat de woorden zeker uit zullen komen. Woord valt hier samen met profetie en gebeuren ervan, Gods woord over en in de tijd.
Uitrukken, verwoesten, vernietigen, afbreken, bouwen en planten. Dat zijn de woorden die Jeremia moet gaan gebruiken voor de koninkrijken tegen wie hij profeteert. Bouwen en planten komen veel vaker voor in Jeremia. Met deze woorden uit de bouwwereld en natuur geeft Jeremia aan, dat mensen iets moeten doen en dat God de groei moet geven (vergelijk 18:9; 24:6 waar God ook de bouwer is; 29:5; 31:28)
Aanwijzingen voor de prediking
Jeremia preekt in een tijd van crisis. Het land wordt bedreigd door vreemde machthebbers. Het gevoel van crisis is in ons land ook aanwezig. Of het het klimaat is of polarisatie of dreiging uit Rusland, veel mensen ervaren het leven als onrustig en bedreigend. En hoe klinkt Gods woord in deze crisis? Van belang is, dat de preek zelf niet polariserend werkt. Dat kan je bereiken door meerdere aspecten van een crisis te benoemen. Bij de titel kan je natuurlijk ook denken aan afnemend geloof in Nederland. Ook in dat opzicht is Gods Woord in de crisis.
Deze bijbeltekst leent zich voor diverse preekstructuren. Onderstaande opbouw volgt de bijbeltekst, maar maakt in de aanduiding van de onderdelen al direct het contact met de hoorders. Dit zijn mogelijke stappen.
Leven in een crisis
Hier is ruimte voor aansluiting bij de hoorders, maar ook voor positionering van Jeremia. Hij profeteert in de crisis die deels voorkomt uit het gedrag van de mensen in Juda, maar ook door het gevolg daarvan, de naderende ballingschap.
God spreekt in de crisis
Onze crises gaan niet buiten God om. God speekt tot Jeremia en tot Israël. Jeremia komt zelf in de crisis door het woord, dat God tot hem spreekt. Hij wil niet of hij denkt dat hij niet kan. Mooi om hier ook aandacht aan te besteden. Het spreken van God maakt onrustig als we vastzitten in ons zelf.
Geroepen in de crisis
God werkt door mensen. Wij worden opgeroepen om iets te doen aan de crisis. Bidden om een oplossing betekent ook dat je zelf je wilt inzetten om iets te veranderen. Jeremia wordt geroepen. God zegt zelfs, dat hij hem vanaf zijn geboorte (en daarvoor) al voor zijn taak heeft gekozen. De roeping van God doet angst wegnemen, zoals bij Jeremia.
God grijpt in met woord en daad
God grijpt in door Jeremia aan het werk te zetten. Eerst spreekt Hij zijn woord tot Jeremia, dan legt hij zelfs zijn woord in Jeremia en uiteindelijk belooft God, dat Hij zijn woord zal laten uitkomen. Anders gezegd: God grijpt in en zijn woorden zijn zijn daden of om het op zijn Rotterdams te zeggen: geen woorden, maar daden. Dit zit al in het hebreeuwse woord dabar wat ‘woord en daad’ betekent.
Jezus Christus is het woord dat daad is geworden, zoals Johannes aan het begin van het evangelie schrijft. Dit eeuwige woord van God kan je ook goed betrekken op het woord van God in de crisis. Zo is er ook in elke crisis in ons bestaan hoop te vinden.
Ideeën voor kinderen en jongeren
Voor jongeren is het goed om aan te sluiten bij de vraag of er een crisis is in onze samenleving. Er is een groot verschil tussen jongeren. De één vraagt zich af waarom de overheid niet echt aan het werk gaat rondom het klimaat: ‘Bij corona werden kosten noch moeite gespaard om wetenschappers aan het werk te zetten, bij het klimaat doen ze niets’, zei een jongere tegen mij. Een ander denkt: ‘Ach, waar zou ik me druk over maken.’ Leeftijd is geen argument in de Bijbel om iets niet te doen. Denk aan Daniël en Esther. Timotheus wordt door Paulus aangesproken op het feit dat hij zich zo moet gedragen, dat niemand het een punt vindt dat hij relatief jong is.
Pieter Both is predikant in Harderwijk en docent Godsdienst. Hij is auteur van dagboekjes voor kinderen en van diverse boeken voor volwassenen over geloof, rouw en onze cultuur. .
Geraadpleegde literatuur
- A. van Selms, Jeremia deel 1 (POT), Nijkerk, 1972.
- P.C.Craigie (e.a), Jeremiah 1-25 (WBC 26). Dalles, 1991.
- K. Spronk (e.a), De bijbel theologisch, hoofdlijnen en thema’s, Zoetermeer, 2011.