Menu

Basis

Het domineestekort gaat niet zomaar voorbij

Is er echt verschil tussen dominee en predikant? Bron: Vidhyarthi Darpan via Pixabay

Dorien Keus studeert aan de Protestantse Theologische Universiteit. Ze herkent de kritiek van Piet de Jong op de opleiding niet. Is er echt verschil tussen dominee en predikant?

Net als vele anderen maakt ds. Piet de Jong zich zorgen over het tekort aan dominees. In het artikel ‘De dominee gaat niet voorbij!’ verkent hij het probleem en zoekt hij naar oplossingen. Deze liggen wat hem betreft met name bij de synode en bij de Protestantse Theologische Universiteit (PThU). Onderliggend speelt echter het door hem gevoelde verschil tussen ‘dominee’ en ‘predikant’.

Laat ik met dat laatste beginnen. De Jong vindt dat er een verschil zit tussen dominees en predikanten. Zo schrijft hij: ‘Dominees zijn onderdeel van een dorp. Ze fietsen rond, ze stappen af, ze zijn de hele week aanwezig voor het gevoel van de gemeente en van heel het dorp. Ze zwerven langs de deuren van zieken en wanhopigen, van eenzame en vergeten mensen. En iedereen weet wat met het woord “dominee” is bedoeld. En wie dat is op het dorp.’

Theorie en praktijk worden met elkaar verweven

Wat een predikant volgens De Jong precies is, laat hij in het midden, het wordt hooguit duidelijk uit de zin: ‘(…) iemand die in Groningen woont en predikant is in Zwolle, vaak ook nog in deeltijd.’ Blijkbaar wordt een dominee gekenmerkt door aanwezigheid en nabijheid en een predikant door afwezigheid en afstand.

Hij schrijft het niet, maar ik vermoed dat een dominee in een dorp woont en werkt en een predikant in de stad. Ik heb altijd gedacht dat predikant en dominee synoniemen zijn maar voor de helderheid zal ik het onderscheid hier handhaven. Het volgende kritiekpunt van Piet de Jong is dat de PThU predikanten opleidt en geen dominees. Studenten doen dus blijkbaar kennis en vaardigheden op die met name belangrijk zijn voor het werk in de stad en niet voor een dominee op een dorp.

Een van zijn bewijzen is dat de vier docenten die de PThU begin deze zomer aanstelde, ‘geen behoorlijke staat van dienst hebben als gewoon dominee’. Dat een van hen tien jaar in een gemeente stond en ervaring heeft als justitiepredikant, telt blijkbaar niet. Het betrof tenslotte een binnenstadsgemeente.

Volgens De Jong is deze gerichtheid van de opleiding een van de oorzaken van de lage instroom bij de studie, van het feit dat veel jonge dominees er snel weer mee ophouden én van de problemen die dorpen ondervinden bij het zoeken naar een dominee.

De collegezaal

Tijdens het college kijk ik eens om me heen. Ik zie ongeveer dertig studenten – wel veel mannen. Maar iedereen heeft een bijzondere motivatie. We voelen liefde voor God en geloof én liefde voor mensen. We proberen het verhaal van God en het verhaal van mensen met elkaar te verbinden. We willen graag aan de slag, in dorpsgemeentes, ziekenhuizen, bij pioniersplekken, in het leger.

Zie ik dominees of predikanten, daar in de collegezaal? Ik zou het antwoord niet kunnen geven. Misschien dat de een zich wat meer thuis voelt in een dorp en de ander in een stad, maar ik vermoed dat we bijna allemaal in beide contexten aan het werk gaan. En hoe zit het met wat we leren? Het is een lastige vraag wat een dominee allemaal moet weten en kunnen. Kennis van de Bijbel en van christelijke traditie is lang niet genoeg. Didactiek, pedagogiek, filosofie, het is onmisbaar. Net als vaardigheden die ons in staat stellen op een goede manier leiding te geven aan een gemeente, of die ons in staat stellen contacten te leggen in de buurt.

De PThU biedt in het nieuwe masterprogramma vakken die telkens dezelfde opzet hebben: we starten met colleges, er volgt een training waarin vaardigheden worden opgedaan, daarna is er een stage en we ronden weer af met colleges. Zo worden theorie en praktijk met elkaar verweven.

Daarnaast wordt ons als studenten continu gevraagd de kennis die we opdoen, te koppelen aan ons eigen geloof en onze eigen levensweg. Waar raken deze elkaar, waar raken we geïnspireerd en waar schuurt het?

Wat ik vooral belangrijk vind in mijn opleiding, is dat de PThU een universiteit is. Het betekent dat er niet alleen onderwijs gegeven wordt, maar dat er ook wetenschappelijk onderzoek plaatsvindt. Idealiter bevruchten deze twee elkaar. Juist in de discussie over het ambt en de hbo-dominee is het belangrijk als theologische universiteit het wetenschappelijk vaandel hoog te houden.

Want dát is wat wetenschappelijk opgeleide theologen onderscheidt van hbo-theologen: een grondige kennis van wetenschappelijke onderzoeksmethoden, van wetenschappelijke literatuur en een academische houding die ons als studenten – en later als dominees en predikanten – in staat stelt onze mooie, maar ook ingewikkelde taak te volbrengen. Om de diepgang te zoeken in gesprekken en in preken.

Dat de PThU een universiteit is, betekent ook dat docenten specialisten op hun vakgebied zijn, of dit nu bijbelwetenschap, systematische theologie of liturgiewetenschap is. Sommigen hebben ervaring als dominee (of predikant), anderen niet. Het is niet nodig en ook niet gewenst. Want het vak van dominee is zo uitgebreid dat specialisatie nodig is.

Het is belangrijk als theologische universiteit het wetenschappelijk vaandel hoog te houden

Daarnaast kunnen we als kerk en als theologische opleiding niet in ons eigen hoekje blijven ronddwalen. Een arts wordt niet alleen door artsen opgeleid en een pedagoog niet alleen door andere pedagogen. Zelf leer ik het meest van docenten die mij de ogen openen voor wat me tot dan toe vreemd was, nieuwe perspectieven openen en mij laten nadenken over wat ik voor zeker had gehouden.

Niet ‘af’

Het tekort aan dominees gaat niet zomaar voorbij. Secularisering, vergrijzing van het domineesbestand en een steeds ingewikkelder werkveld (ook in dorpen) spelen een belangrijke rol. Het blijft voor kerk en universiteit de vraag wat er van jonge predikanten verwacht wordt. Het curriculum wordt daartoe aangepast, maar dit is helaas niet het ei van Columbus.

Gelukkig hoeven studenten niet ‘af’ te zijn wanneer zij de universiteit verlaten. We krijgen veel bagage mee, maar een groot deel van het leerproces start pas nadat we in het ambt bevestigd zijn. In dat leerproces spelen gemeenteleden, of die zich nu in een stad of een dorp bevinden, een grote rol. Alleen gezamenlijk kunnen synode, universiteit, hoger beroepsopleiding, studenten, gemeentes en gemeenteleden het tekort aan dominees (of predikanten) oplossen.

Dorien Keus is derdejaars masterstudent (deeltijd) aan de PThU in Amsterdam.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken