Menu

None

Het licht van voren

Nieuw ontdekte Noordmans correspondentie

Stapels met boeken
Boekomslag Het leven heeft veel meegebracht. Nieuw ontdekte correspondentie van Oepke Noordmans van Kees Boele

Rond de grote christelijke feestdagen pak ik altijd heel graag het werk van dr. O. Noordmans (1871-1956) uit mijn boekenkast. Over de betekenis van Kerst, Hemelvaart, Pinksteren zegt hij in zijn meditaties zulke rake dingen, dat ik er ook na vele malen herlezen nog niet op uitgekeken ben. Dat heeft denk ik te maken met zijn sterk pneumatologische insteek: Noordmans legt zo’n nadruk op het vernieuwende werk van de Geest, dat dit hem ook dwingt om er steeds nieuwe woorden voor te zoeken. En als lezer moet je daar dan ook keer op keer opnieuw bij meedenken. Bijvoorbeeld over een zinnetje waarin staat dat er een ‘sterk leven’ bestaat ‘dat tegelijk buiten en binnen is, warm nog van de adem Gods, waardoor het geschapen is,’ raak ik nog niet zomaar uitgedacht.

Nu was er dit jaar een extra reden om Hemelvaart en Pinksteren te vieren met Noordmans. Er is een boek uitgekomen met nog niet eerder gepubliceerde brieven van en vooral aan Noordmans, en uit zijn directe omgeving. Ook het citaat dat ik zojuist gaf, komt hieruit (bladzijde 152).

Nieuw ontdekt

Deze uitgave is verzorgd door dr. Kees Boele, die deze brieven ontdekte toen hij de laatste delen van de inboedel van Noordmans’ zoon Johan in Lunteren mocht komen ophalen uit het huis dat Noordmans na de oorlog, tot aan zijn dood in 1956, bewoond heeft. Johan Noordmans zat ook in de redactie van de brievenbanden uit de Verzamelde werken van Noordmans (de delen 9A en B, Kok 1999), maar hij heeft er destijds blijkbaar (met de redactie?) voor gekozen deze brieven niet in deze boeken op te nemen. Althans, zoiets concludeer ik, omdat er in dit nieuwe boek per ongeluk één brief is opgenomen die wel degelijk al bekend was: brief 986, van J. Koopmans.

Nu was er dit jaar een extra reden om Hemelvaart en Pinksteren te vieren met Noordmans

Deze brief komt overeen met brief 507 uit de Verzamelde werken; toen ik van die brief 986 enthousiast een fotootje stuurde aan Niels den Hertog, meldde hij meteen dat hij die brief al kende… Die brief is destijds dus al wel door de handen van de redactie gegaan. Maar de overige nu afgedrukte brieven zullen door de redactie (of door Johan Noordmans) in 1999 als te persoonlijk of als van te weinig theologisch gewicht zijn beschouwd om ze aan het publiek bekend te maken (12).

Toch staan er in deze nieuwe bundel wel degelijk brieven die overduidelijk van theologisch belang zijn. In zijn recensie in het Friesch Dagblad gaat Tjerk de Reus bijvoorbeeld uitgebreid in op de (prachtige) brief 1011 waarin Noordmans, gespekt met humor, een samenvatting geeft van een in 1946 in Ederveen gehouden preek. En in brief 1020 vinden we nog zo’n samenvatting, dit keer geschreven door Noordmans’ echtgenote, J.H. Noordmans-Oosterhuis. Belangrijk is in ieder geval ook het verslag dat Noordmans geeft van een bezoek aan Friesland, in 1947, een brief die achtergronden biedt bij bijvoorbeeld de bekende meditatie ‘Gods poorten’ (Verzamelde werken 8, 103-105; brief 1034).

Humor

Wat mij denk ik het meest getroffen heeft is de humor die in de meest huiselijke brieven duidelijk aanwezig is, en ook wel in de brief van een enkele collega-predikant. Ik had over Noordmans nog niet vaak gedacht als een man met een duidelijk aan de dag tredend gevoel voor humor, maar in deze brieven blijkt de lach bijna nooit ver weg, en dat werpt ook een nieuw licht op de al bekende teksten van deze zo stellig formulerende theoloog. Die stelligheid komt blijkbaar van iemand die zichzelf ook weer niet al te absoluut neemt; soms mag je de tongue in cheek ook wel meelezen. En ook mevrouw Noordmans komt uit deze brieven naar voren als een karaktervolle en lachgrage vrouw. De beschrijving die zij in 1946 geeft (brief 1021, blz. 128-129) van een bezoek aan de Protestantenbond te Lunteren is ronduit komisch. ‘O, wat een vermakelijke boel. … Gaat dat zien, zei ik tegen Johan.’

Wat mij denk ik het meest getroffen heeft is de humor die in de meest huiselijke brieven duidelijk aanwezig is

Ook viel er voor mij een ander licht op Noordmans’ vaak genoemde afstandelijkheid. Ik kreeg nu de indruk dat mensen die er nog eens over nadachten, die bij nader inzien toch liever als afwezigheid of verstrooidheid duidden (brieven 999 en 1058). Daarmee is een te grote afstandelijkheid nog niet goedgepraat, maar wel beter te genieten.

Context

Zo voorziet deze brievenbundel de al langer bekende teksten van Noordmans niet alleen van extra couleur locale, maar het boek scherpt ook ons zicht op de context waarin Noordmans werkte. Hij schreef niet zozeer in afgelegen pastorieën voor een ver weg gelegen wijde wereld, hij schreef ook gewoon voor zijn huisgenoten. Ik citeer zijn echtgenote:

Vanavond kreeg hij een aanvraag om in de Waagschaal een artikel te geven over Angst van Kierkegaard. Ik zei: ‘dat kun je niet’. Vader zei zeer beslist: ‘dat kan ik wel en ik doe het ook’. ’t Is juist een boek dat mij zeer interesseert en waar ik vroeger al in gestudeerd heb. Dus even gezocht en nu is hij er al mee bezig het te bestuderen. Zo is de rust weer uit en die moet nooit lang duren.

Ook de foto’s die in het boek zijn opgenomen, helpen om iets meer gevoel voor Noordmans’ werkomgeving te creëren. En ik noemde al het reisverslag uit brief 1034: zo’n reis voedde overduidelijk Noordmans’ creativiteit.

Ontroering

Naast de passages waarom ik moest lachen waren er ook momenten van ontroering. Middenin de strubbelingen van 1944, waarin de familie Noordmans in een tijd van woningschaarste eigenlijk de Larense pastorie moest verlaten (de volgende predikant stond te popelen om over te komen) overleed de oudste zoon van het echtpaar Noordmans.

Het is ontroerend om te lezen hoe daar door hen en door hun omgeving op gereageerd werd; iets daarvan was al wel bekend uit de Verzamelde werken, maar wat de familie hier zelf over schrijft, komt toch nog dichterbij. Die ontroering helpt mij als Noordmans-lezer. Het maakt des te duidelijker hoe existentieel Noordmans’ teksten eigenlijk zijn, zeker die uit deze tijd, en hoe de troost van het evangelie resoneerde in zijn eigen leven. Het mooist vond ik misschien wel brief 1030, een verjaardagsbrief van Noordmans aan zijn dochter (een brief waarvan ook een foto is afgedrukt, 150-151) uit 1947. Om de verjaardag van zijn afwezige dochter te vieren, is Noordmans achter het huisorgel gekropen, en heeft het lied ‘Morgenglans der eeuwigheid’ gespeeld (149):

Want anders zou het een beetje een trieste dag zijn. Waarom zou men dan feestvieren! Omdat het leven weer wat korter is geworden! Of omdat er weer een jaar om is? Het licht valt eigenlijk van voren in ons leven. [… Wordsworth zegt] dat, bij ’t opgroeien de schaduwen van de gevangenis ons gaan insluiten, omdat het licht is uitgedoofd. Dat is niet waar.

Opmerkingen

Ik ben dus heel blij met het verschijnen van dit boek. Zijn er dan helemaal geen kanttekeningen? Allicht. Heen en weer bladerend in het boek had ik het erg prettig gevonden als er een register in het boek had gezeten, en hier en daar had ik ook wel wat meer aantekeningen gewenst, bijvoorbeeld: wat betekent het als het buiten 97 graden is (142); wat valt er te vertellen over een mogelijke heruitgave van Noordmans’ Augustinus-boek in 1951, waar niemand minder dan dr. Frits van der Meer zeer enthousiast over is (180); wie was de echtgenoot van mevr. A Tromp-de Jong (164-167) – vermoedelijk Dirk Tromp (54-55)? En er was misschien iets voor te zeggen geweest de brieven chronologisch ‘mee te nummeren’ met de brieven uit Verzamelde werken (brief 976 was dan 201a geworden, enz.), dat zou geholpen hebben bij het schakelen tussen de verschillende uitgaves.

Naast de passages waarom ik moest lachen waren er ook momenten van ontroering.

Verder staat de eerste brief van Noordmans zelf niet pas op blz. 97, maar op blz. 29: de brief waarmee hij zijn beroep naar Laren aanvaardt. De brief is zó netjes geschreven, dat er (daarom?) geen transcriptie van is afgedrukt. Dat had ook anders gekund. Maar dit zijn kleine opmerkingen bij een uitgave die ik met groot plezier bij de Noordmans-boeken in mijn kast zet.

En nu aan de slag

Soms werd ik door de levendigheid van deze brieven teruggebracht naar mijn eigen kindertijd, naar de sfeer van de ouderwetse keukens van mijn grootouders. Ik rook het eten weer dat daar bereid werd. Ik zag het Nederland voor me waarin de theologie van Noordmans verwoord werd. Op de bladzijden 106 en 107 staan jaren-40 recepten voor een pudding, kruidkoek en poffert, door mevrouw Noordmans. ‘Dat ging dus nogal,’ zegt Noordmans zelf over dergelijke gerechten (99).

Edward van ’t Slot is hoogleraar Beroepsvorming en Spiritualiteit aan de Protestantse Theologische Universiteit, en lid van het bestuur van de Stichting dr. O. Noordmans.


Kees Boele, Het leven heeft veel meegebracht. Nieuw ontdekte correspondentie van Oepke Noordmans. Uitgeverij: Utrecht: KokBoekencentrum Uitgevers, 2024. 208 pp. €22,99. ISBN 9789043540919

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken