Hij heeft het zelf gezegd!
Preekschets bij Matteüs 28:6

Paaszondag
Hij is hier niet, want Hij is opgewekt, zoals hij gezegd heeft. (Matteüs 28:6a NBV21)
- Schriftlezing: Matteüs 27:62 – 28:10
Liturgisch kader
Preken met Pasen is altijd een uitdaging: niet alle kerkgangers zitten met dezelfde verwachtingen in de kerk. Sommigen hebben moeite met het Paasverhaal omdat ze het ongeloofwaardig vinden. Anderen hebben er juist geen enkele moeite mee. Hoe preek je zodat beide groepen zich aangesproken weten, zonder dat je als prediker in een discussie terecht komt? Door het verhaal zorgvuldig te lezen valt op hoe vreemd, hoe onverwacht en hoe onbegrijpelijk de opstanding Christus was, ook voor zijn volgelingen.
Liederen
- Psalm 118:1,6,7
- Psalm 30:1,4,5
- Lied 604
- Lied 630
Uitleg
Geen actieve herinnering…
Het is toch merkwaardig dat geen van Christus’ volgelingen er ook maar op een moment aan gedacht heeft dat Jezus op zou staan uit de dood. Ik zeg het met opzet zo: dat geen van hen eraan gedacht heeft. Ik zeg niet: dat geen van hen het geloofd heeft. Dat is een heel ander verhaal. Nee, ze hebben er zelfs niet aan gedacht dat dat zou kunnen. Geen van hen hield rekening met die mogelijkheid, ondanks dat Jezus het tot driemaal toe gezegd heeft: lijden, sterven, en daarna opstaan (Matteüs 16:21; 17:23; 20:19).
Wij herinneren ons…
De enigen die er wel rekening mee hielden waren de priesters en de Farizeeën. Hoor wat zij zeggen tegen Pilatus: Heer wij herinneren ons dat deze verleider gezegd heeft toen hij Hij nog leefde: Na drie dagen zal Ik opgewekt worden (HSV). Zo zijn telkens weer in het evangelie de rollen omgekeerd. De mensen van wie je het verwacht, laten het afweten. En degenen van wie je niets verwacht, denken eraan. De laatsten worden de eersten, en de eersten worden de laatsten.
Ongeloof. Onvermogen. Onwil.
Maar waarom ging het eigenlijk fout bij de leerlingen? Dat heeft te maken met hun reacties op de woorden van Jezus. De eerste keer is het protest van Petrus: ‘Dat mag niet gebeuren.’ Ongeloof. De tweede keer reageerden zij bedroefd: onvermogen. En de derde keer is het alsof het niet eens tot hen doordringt: twee leerlingen reageren met de vraag om de beste plaatsen in het koninkrijk: onwil.
Zoals hij gezegd heeft
Als de vrouwen op de derde dag het graf gaan bezien, is er een engel die hen aanspreekt: Hij is hier niet, want Hij is opgewekt, zoals Hij gezegd heeft (NBV21). Zie je wel, Hij heeft het zelf gezegd! Onbegrijpelijk die volgelingen van Jezus, dat ze dat zomaar vergeten zijn… Maar laten we even wachten met onze kritiek. In het evangelie klinkt geen verwijt, de engel zegt niet: ‘Wat dom dat jullie dat vergeten zijn! Wat erg!’ Nee, een nuchtere, zakelijke constatering: Jezus heeft het zelf gezegd, je had het kunnen weten. Meer niet.
Aanwijzingen voor de prediking
En dan nu de kerkgangers; hoe spreek je hen aan? Het zou goed zijn als beide groepen zich realiseren dat het verhaal van de opstanding helemaal niet zo geloofwaardig was op de Paasmorgen: als troost voor hen die er moeite mee hebben, en om hen die er minder moeite mee hebben aan het denken te zetten. Vervolgens wil ik hen allen oproepen om voorzichtig te zijn met onze kritiek op de volgelingen van Jezus. Alsof wij het zo goed weten, alsof wij zoveel beter zijn.
Want: hoe zit het met onze herinneringen aan wat Jezus heeft gezegd? Denken wij aan zijn woorden als het erop aan komt?
- Als we heel erg in de fout zijn gegaan, zeggen we dan: het komt nooit meer goed?
- Als we last hebben van oud zeer, blijft het ons dan bezighouden?
- Als we een en al bezorgdheid zijn, wordt dat dan een obsessie?
- Als we iedere dag de beelden zien van oorlog, honger, en geweld, raken we dan afgestompt?
- Als we persoonlijk leed ervaren, verliezen we dan ons geloof?
Of hebben we bij al deze situaties, en de eindeloze lijst van voorbeelden die we kunnen verzinnen een alternatief? Wat belemmert ons in zulke situaties? Is het – net als bij de leerlingen – ongeloof? Onvermogen? Onwil misschien?
Er is geen evangelie zo vol met woorden van Jezus als het evangelie van Mattheüs. En al die woorden worden nog eens extra dik onderstreept door de opstanding Pasen is een streep onder de woorden van Jezus. Want als dit al waar is, zoals Hij gezegd heeft, dan moet dat toch zeker gelden voor al die andere woorden die Hij gesproken heeft! Want je kunt weten wat er staat, je kunt het vaak gehoord hebben, en toch… Echt geloven in Pasen, in de opgestane Heer, is al zijn andere werken ook serieus nemen. En er wat mee doen, op het beslissende moment. Als het er werkelijk op aankomt. Dat is geloven in de opstanding.
Als het gaat om schuld, dat je zegt:
En toch is er vergeving. Hij heeft het zelf gezegd!
Als het gaat om verstoorde verhoudingen:
En toch kan het goed komen. Hij heeft het zelf gezegd!
Als het gaat om de toekomst van de kerk:
God blijft getrouw. Hij heeft het zelf gezegd!
Als het gaat om de wereld:
Gods koninkrijk komt. Hij heeft het zelf gezegd!
Als het gaat om ons gebrek aan geloof:
Al had je maar een mosterdzaad. Hij heeft het zelf gezegd!
Als het gaat om onze doden:
Hij is een God van leven. Hij heeft het zelf gezegd!
Als het gaat om… vult u maar in…
Vertrouw op de Heer. Hij heeft het zelf gezegd!
Waarom zijn wij het zo vaak kwijt op het beslissende moment? Omdat het soms alleen maar in ons hoofd zit en niet in ons hart. Pasen is een oproep om in het spoor van het evangelie verder te gaan. Om te zien dat het daar om gaat, om wat Hij ons zelf heeft gezegd. En wat hij zegt, dat doet Hij ook. Want waar loopt dit evangelie op uit? Opnieuw op een belofte: Ik ben met jullie alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld (Matteüs 28:20 NBV21). Beloofd is beloofd; Hij heeft het zelf gezegd!
Bert Aalbers is emeritus PKN-predikant en lid van de redactie Prediking. Hij werkte in Halle, Epe, Maarssen en Breukelen. Van 1999 tot 2007 doceerde hij Nieuwe Testament aan de Hogeschool voor Theologie NBI in Utrecht.
Verder lezen
N.A. Schuman, Al deze woorden: Over het evangelie naar Mattheüs (Boekencentrum, 1991).
J. Kremer, De Paasevangeliën: Verhalen rond een gebeurtenis (Jongbloed, 1979).