Menu

Basis

In gesprek over het gebed

Met elkaar praten over ons bidden is niet altijd even gemakkelijk, blijkt in de praktijk. Bidden is iets heel persoonlijks waar mensen, ook tijdens het huisbezoek, niet snel zelf over zullen beginnen. Dit artikel wil ouderlingen/bezoekmedewerkers helpen om ‘het gebed’ concreet ter sprake te brengen.

De heer J. Kroon is als kerkelijk werker verbonden aan de Hervormde Maranathakerk in Lunteren.

Bidden ter sprake brengen. Dit lijkt een bijna overbodige opdracht. Je mag er toch vanuit gaan dat tijdens de huisbezoeken ‘het gebed’ niet onbesproken blijft. Niets is minder waar. In gesprek gaan over het gebed gebeurt lang niet altijd. Dit is wat anderen mij vertellen en daarnaast is het ook mijn persoonlijke ervaring. Praten over bidden doen we niet zo snel en ook niet zo gemakkelijk.

Praten over bidden, niet opdringerig en dwingend, maar uitnodigend en bescheiden

In aanloop naar het schrijven van dit artikel heb ik geprobeerd om heel bewust ‘het gebed’ ter sprake te brengen tijdens de huisbezoeken die ik aflegde. De aanleidingen voor deze bezoeken liepen zeer uiteen: het varieerde van crisispastoraat tot het ‘gewone’ reguliere bezoekwerk. De pastoranten vielen ook niet binnen één en dezelfde leeftijdscategorie. Sommige waren jongvolwassen, andere hadden inmiddels de leeftijd van de zeer sterken bereikt, namelijk tachtig jaar en ouder.

Gespreksstof aanbieden

Iedereen die ervaring heeft met pastorale gespreksvoering weet dat ‘iets’ zomaar ter sprake brengen niet aan de orde is. Als ouderling of bezoekmedewerker kom je niet op bezoek om eventjes je punt te maken. Het gaat om die ander en jij komt namens de Ander. Je dient je telkens weer te realiseren dat je te gast bent. Als gast respecteer je de gebruiken van de gastheer of gastvrouw. Je bent te gast en dat betekent dat je respectvol met die ander omgaat. Grenzen die de ander aangeeft, ook in het gesprek, ga je dus niet overschrijden. Je kunt ze wel naderen, maar zodra er, verbaal of non-verbaal, ‘halt’ wordt geroepen sta je stil.

Op basis van het bovenstaande kan het beeld ontstaan dat veelal de pastoranten het voortouw nemen in het gesprek en dat zij ook voldoende gespreksonderwerpen weten aan te dragen. Dit is lang niet altijd het geval. Meestal is de verwachting dat jij het gesprek leidt en dat je ook voldoende gespreksstof in huis hebt om het gesprek gaande te houden. Dit geeft ons de vrijheid om ‘gespreksstof’ aan te bieden. Niet opdringerig en dwingend, maar uitnodigend en bescheiden. Bijkomend voordeel van het aanbieden van onderwerpen is dat je hiermee voorkomt dat huisbezoeken ‘altijd’ over dezelfde zaken gaan. Daarnaast kan thematisch werken er ook voor zorgen dat bepaalde onderwerpen gemeentebreed besproken worden. Er zijn maar weinig onderwerpen die zich hiervoor niet lenen. Als ik heel bewust een bepaald onderwerp of thema aan de orde wil stellen, dan formuleer ik dat meestal in de vorm van een voorstel. Daarbij vertel ik dan ook iets over de aanleiding: ‘Ik ben gevraagd om een artikel te schrijven over bidden. Het is niet de bedoeling dat het een theoretisch verhaal wordt, het moet juist gaan over de praktijk van bidden. Dus kortgezegd: Hoe ervaren gemeenteleden het gebed en welke plek heeft het gebed in hun leven? Vandaar dat ik er vandaag met u over begin. Wat roept dit als eerste bij u op?’

Heilige grond betreden

Ik realiseer me dat je zulke formuleringen en uitnodigende vragen niet altijd paraat hebt. Daarom is het raadzaam om, voorafgaande aan het huisbezoek, niet alleen na te denken over ‘wat’ je aan de orde wilt stellen, maar ook over ‘hoe’ je dit ter sprake wilt brengen. En dan hebben we het niet alleen over de taal die we spreken, maar ook zeker over onze gesprekshouding. Met onze houding kunnen we een gesprek maken of breken! Onze houding kan uitnodigen of afstoten! Taal en houding dienen één te zijn, zodat zij elkaar niet tegenspreken, maar elkaar juist versterken.

Juist rondom de gespreksvoering aangaande ‘het gebed’ werd ik mij hiervan opnieuw bewust. Ik moest daarbij regelmatig denken aan het betreden van heilige grond. Wie klakkeloos het gebedsleven van de ander betreedt kan heel wat stuktrappen. Naderen doe je stapje voor stapje. Hoe dichter je het hart van die ander nadert, hoe intiemer het wordt. En intimiteit is kostbaar en kwetsbaar. Bidden is intimiteit tussen God en mens. Als we het over bidden hebben, hebben we het in één adem over de relatie tussen de Schepper en Zijn schepsel. Daar kan ik als derde niet zomaar bij gaan staan. Ik nader wel, maar doe dat schoorvoetend en in elk geval nooit zonder toestemming van de bidder zelf.

Schroom om tot het gebedsleven van de pastorant te naderen ervaar ik niet alleen als ‘het gebed’ uit zijn of haar leven niet weg te denken is. Ik ervaar het ook als die ander mij durft toevertrouwen dat hij of zij niet of nauwelijks meer bidt. Juist deze laatste ontboezeming kan veel mogelijkheden bieden om het samen weer eens over bidden te hebben. Vraag als ouderling of bezoekmedewerker aan hem of haar wanneer hij of zij voor het laatst heeft gebeden. Welke herinnering heb jij aan jouw laatste gebed? Voor wie of wat heb je toen gebeden? Misschien wel een vreemde vraag, maar tot wie heb je gebeden? Wie is (was) God voor jou?

Hoe dichter je het hart van de ander nadert, hoe intiemer het wordt

In gesprek komen over gebed

Naast het stellen van concrete vragen over bidden zijn er talloze mogelijkheden om ‘het gebed’ ter sprake te brengen tijdens het huisbezoek. Ten tijde van een crisissituatie kun je vragen naar de plek en inhoud van het gebed. Ik probeer dan de vraag zo open mogelijk te stellen: ‘In hoeverre heb je dit al met de Here God gedeeld? Wat betekent in deze situatie bidden voor jou?’

Het gevaar dreigt dat we met name rondom crisis het gebed op de agenda zetten en elkaar op dit punt bevragen. Maar juist in de crisis kan de ruimte en de tijd ontbreken om het over ‘het gebed’ te hebben.

Daarom is met name het reguliere huisbezoek een geschikte oefenplaats om samen in gesprek te gaan over bidden. Mijn ervaring is dat iemands levensgeschiedenis hiervoor legio mogelijkheden biedt. Vraag eens naar de gebedspraktijk in het ouderlijk huis.

Werd er hardop gebeden? Welke gebeden werden er uitgesproken? Op welke momenten van de dag werd er gebeden? Van wie heeft u bidden geleerd? Welk kindergebed kunt u zich goed herinneren? Gebedsverhoring, aan wie of wat denkt u dan?

Voorbeeld gebeden

Je kunt ook voor een andere insteek kiezen. Er zijn talloze gebeden die een plek in de Bijbel hebben gekregen. Met name door middel van de Psalmen krijgen we een kijkje in de ziel van de bidder(s). Natuurlijk zijn deze gebeden van Israël verbonden aan een concrete situatie in een bepaalde tijd. Tegelijkertijd zijn ze tijdloos en hoogst actueel, ze zijn ons soms in alle rauwheid en diepte op het lijf geschreven. Juist het samen lezen en bespreken van een Psalm kan het gesprek over het gebed openen en vormgeven. Waar zit in deze Psalm voor jou de herkenning? Wat roept vervreemding op? Vertwijfeling en vertrouwen, klacht en dank, komen vaak in één en dezelfde Psalm voor, wat zie jij hiervan terug in jouw gebed?

Psalmen zijn tijdloos en hoogst actueel, in alle rauwheid en diepte ons op het lijf geschreven

Maar niet alleen de Bijbel is een prima vertrekpunt om het weer eens over bidden te hebben. Er zijn ontzettend veel gebeden en citaten over het gebed in omloop die het bespreken waard zijn. Je kunt hierbij denken aan het gebedenboek van Toon Hermans. Lang niet iedereen weet dat hij veel gebeden op schrift heeft nagelaten, maar ze zijn de moeite van het bespreken meer dan waard. Uiteraard kun je er ook voor kiezen om een gebed van een grote bekende uit de christelijke traditie samen te lezen. Denk hier bijvoorbeeld aan gebeden van Dietrich Bonhoeffer, Maarten Luther of Augustinus. Wie het aandurft om zulke gebeden in te brengen doet er wel verstandig aan om heel beknopt iets over de tijd en de situatie te vertellen waarin zulke gebeden zijn ontstaan. Elke tijd kent zijn eigen gebeden, maar elk gebed heeft ook een bepaalde tijdloosheid. Die tijdloosheid geeft ons de vrijmoedigheid om zulke gebeden van harte mee te bidden in onze tijd en concrete situatie.

Nooit uitgesproken over bidden

Bidden ter sprake brengen. Ik heb het ervaren als een verrassende en verrijkende opdracht. Het was een opdracht die ik mezelf gegeven had en ik heb er geen moment spijt van gehad. Bewust iets op tafel leggen, en dat met toe-en instemming van die ander, geeft niet alleen structuur aan het gesprek, maar ook de ruimte om met je ziel voor de dag te komen. Bidden is geen eenmalig gebeuren, bidden verdient onze blijvende aandacht, je raakt er nooit over uitgesproken. Bidden en geloven horen bij elkaar zoals ademen en leven. Wie niet ademt die sterft. Je kunt het ook nog anders zeggen: ‘Zoals geloven beminnen is, zo is beminnen bidden. Wie niet bidt, verliest zijn liefde voor het geloof’ (Antoine Bodar).

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken