Menu

Premium

Ingeschoven verhaal

Alternatief bij 4de zondag van de Advent (Genesis 38,24-30)

Tussen de verkoop van Jozef en zijn avonturen in Egypte staat ineens het verhaal over Tamar en Juda. Juda had voorgesteld om Jozef te verkopen (Gen. 37,26-27). Een karavaan van Ismaëlieten kwam langs, en de broers haalden Jozef uit de put en verkochten hem aan de Ismaëlieten. Volgens Rasji (11e eeuw, Frankrijk) verkochten deze Jozef door aan Midjianieten, want in Genesis 37,36 staat dat Midjanieten Jozef in Egypte aan Potifar verkopen. Daardoor verliezen de broers ieder spoor en iedere hoop om hem ooit terug te vinden.

Na deze gebeurtenissen ‘daalt’ Juda ‘af’ (Hebr.: jarad), weg van zijn broers (Gen. 38,1). Dat betekent volgens Rasji dat hij zijn hoogstaande positie onder de broers verliest. Hij gaat weg uit de gemeenschap en sticht een gezin met een Kanaänitische vrouw, met wie hij drie zonen krijgt.

Juda’s oudste zoon Er trouwt met Tamar. Zij wordt hier expliciet met haar naam en zonder familieachtergrond geïntroduceerd (38,6), in tegenstelling tot Juda’s vrouw, die alleen dochter van Sua genoemd wordt (38,2). Volgens joodse commentaren is zij elegant als een tamar, een palmboom, en bijzonder mooi (Midrasj HaGadol, Alshich, Akedat Jitzchak).

Tamar en Juda’s zonen

Er sterft, door God gestraft (38,7). Volgens Rasji wilde hij de schoonheid van Tamar niet door een zwangerschap kapot zien gaan. Daarom laat hij zijn zaad op de aarde vallen. In de Talmoed wordt gezegd dat het eigenlijk een straf voor Juda was om zijn aandeel in de verkoop van Jozef (Sotah 13a). Een andere reden zou zijn dat hij door zijn zaad te verspillen weigert mee te werken aan Gods plan om door Tamar de koninklijke lijn van Israël te stichten die de messias zal voortbrengen (Midrasj HaGadol).

Onan, de tweede zoon, sterft eveneens. Bij Onan wordt expliciet vermeld dat hij zijn zaad op de grond laat vallen (38,9). Om Sela niet ook nog te verliezen, stuurt Juda Tamar naar haar vaders huis; hij ontneemt haar de mogelijkheid op een waardig leven en zijn familie de nazaten. Ook Juda gaat in tegen Gods plannen. Tamar merkt dat Juda zijn derde zoon niet aan haar zal geven. Zij zit als weduwe in het huis van haar vader vast, een ‘agoenah, ‘geketende vrouw’, omdat in een tribale samenleving alleen het huis van de schoonvader een vrouw een zekere vrijheid kan geven.

Leviraatshuwelijk

Op de achtergrond speelt de gewoonte van jibboem, het ‘leviraatshuwelijk’, een belangrijke rol. Hier (38,8) wordt voor het eerst in de Bijbel het werkwoord jabam, ‘een zwagerhuwelijk sluiten’, gebruikt. Later komen we het in de Tora van Mozes tegen, maar dan beperkt tot de broer(s) van een overleden man. Een van diens broers is verplicht om met diens kinderloze weduwe te trouwen, ‘opdat diens naam uit Israël niet uitgewist wordt’ (Deut. 25,5-6). Een broer die niet wilde trouwen met de weduwe had de mogelijkheid van chalitsah: de vrouw trok de schoen van de weigeraar uit en spuugde hem in het gelaat om hem te vernederen. Ba‘al ha-Turim (13e/14e eeuw, Duitsland/ Spanje) legt uit dat het spuug deed denken aan sperma. De vrouw maakte daarmee een scherp verwijt aan het adres van de weigeraar, die de rest van zijn leven met deze schande moest leven.

Op grond van Genesis 38 is Nachmanides (13e eeuw, Spanje) van mening dat er een voormozaïsche gewoonte bestond die ook andere familieleden insloot. Maar misschien was voor Tamar de opdracht om een kind voort te brengen zo belangrijk dat zij de gewoonte ruimer interpreteert, waarop later Naomi en Ruth, die de regel ook ruim interpreteren, kunnen steunen.

Tamars actie

Ondertussen is Juda’s vrouw overleden en is hij door zijn rouwjaar heen. Dit feit gebruikt Tamar om de boeien waarmee Juda haar heeft gebonden te verbreken. Zij verkleedt zich als prostituee. Daardoor kan zij anoniem blijven en toch zwanger worden. Juda hoeft niet lang verleid te worden en gaat direct mee. Zelfs de betaling moet hij achteraf sturen. Tamar vraagt heel slim onderpanden, want zij zal er niet meer zijn als hij met zijn betaling komt. Tamar vraagt alles wat de autoriteit van Juda uitmaakt en hij staat het onmiddellijk af, zonder tegenspraak. Blijkbaar schijnt het verder niemand op te vallen dat hij ‘zonder autoriteit’ rondloopt. Met haar actie heeft zij haar plicht aan de dode vervuld. Zij zal later twee kinderen baren, voor iedere dode zoon van Juda één.

Juda’s actie

Na drie maanden is duidelijk dat Tamar zwanger is. Juda heeft haar wel verbannen, maar weet toch onmiddellijk dat door haar de eer van zijn familie in het geding is. Hij eist dat zij verbrand zal worden. In 38,25 staat (Hebr.:) hi’, geschreven als ‘hij’, maar gevocaliseerd als ‘zij’, als om te zeggen dat als het om overspel gaat, zij beiden verbrand horen te worden.

Tamars reactie

Ondanks de botheid van Juda bewaart Tamar hem voor schande, door hem met de onderpanden een gecodeerde boodschap te sturen die alleen hij kan begrijpen. Zij neemt liever het risico voor haar eigen leven door met de boodschap tot op het laatste moment te wachten, als zij al bijna op de houtstapel ligt, dan hem te beschamen. Haar leven en Gods plannen staan alweer op het spel.

Tamar katapulteert Juda heel fijnzinnig terug in de tijd door te zeggen: ‘Kijk toch goed (…)’ (38,25), daarmee wijzend op zijn eigen ‘Kijk toch goed (…)’ (37,32), waarmee de broers hun vader door de bebloede tuniek de stuipen op het lijf joegen. Deze keer kijkt Juda goed en erkent zijn onrechtvaardigheid in haar rechtvaardigheid.

Uit deze intense gevoeligheid van Tamar voor vernedering hebben de rabbijnen een sterke morele regel afgeleid en in de Talmoed neergeschreven: ‘Wie zijn naaste in het openbaar te schande maakt, handelt alsof hij diens bloed vergiet’ (Baba Mitsia 58b).

Deze exegese is opgesteld door Kristin Ritsert.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken