Menu

Basis

Kerkelijk werkers in de Protestantse Kerk in Nederland

Een wandelaar op pad

In verhouding tot bv. het aantal predikanten in actieve dienst is het aantal kerkelijk werkers met een baan gering. Ze vormen een betrekkelijk kleine groep professionals binnen de PKN. Toch zal hun specifieke betrokkenheid onmisbaar blijken in de toekomst. Inzet van hun kennis biedt allerlei kansen om nieuwe structuren van kerkzijn te verwezenlijken.

Een veerman had twee roeiriemen. Op de ene stond ‘ora’ en op de andere ‘labora’: bid en werk. ‘Waarom heeft u dat erop geschreven?’, vroegen de passagiers. ‘Welnu’, zei de veerman, ‘ik heb ze allebei nodig! Als ik alleen ‘ora’ gebruik, maak ik steeds maar rondjes rechtsom. En als ik alleen maar ‘labora’ gebruik, worden dat rondjes linksom. Maar als ik ze alle twee gebruik houd ik de juiste koers’.

Stijgend aantal studenten boven de vijftig dat theologie gaat studeren

Het is begrijpelijk dat de redactie voor dit themanummer van het Ouderlingenblad de lezer wil informeren over kerkelijk werkers, met cijfers en ander materiaal met betrekking tot hun arbeidzame positie binnen de Protestantse Kerk in Nederland. Met het verhaaltje van de veerman in het achterhoofd is dat slechts ‘linksomme’ informatie. Het is goed om in dit kader te benadrukken dat het werk van de kerkelijk werker zich bij uitstek laat beschrijven met de twee riemen. Elders in het blad (o.a. in het artikel over ambt en/of dienst) wordt deze verhouding van arbeid/labora en bezieling/ora verder uitgewerkt.

Cijfers, harde …

Op basis van verstrekte gegevens van het Landelijk Dienstencentrum in Utrecht blijkt dat er zo’n 900 kerkelijk werkers geregistreerd staan. Ongeveer 660 daarvan zijn 65 jaar of jonger, en weer de helft daarvan (330) is momenteel werkzaam als kerkelijk werker. 60% van hen heeft een contract van 12 uur of meer en een contractduur langer dan een jaar. Daarmee valt de kerkelijk werker onder het reglement van de Permanente Educatie. Ongeveer 100 kerkelijk werkers hebben tevens een preekconsent, dat is zo’n 30 % van de werkzame kerkelijk werkers.

… en zachte

Over het aantal kerkelijk werkers met sacramentsbevoegdheid zijn geen harde cijfers bekend, omdat dit geregeld wordt via de classes. Vermoedelijk gaat het landelijk om enkele tientallen.

Deze zomer stond in het Friesch Dagblad een artikel over het stijgend aantal studenten van boven de vijftig jaar dat aan een universitaire opleiding aan de PThU begint. Die tendens bestaat al jaren bij de Hbo-theologie. Op een kruispunt in het werkzame leven ontstaat bij velen de behoefte aan verdieping van de eigen geloofskennis en spirituele bronnen. En gaandeweg de opleiding blijkt dan dat je er ook nog eens je brood mee kunt gaan verdienen als kerkelijk werker. Soms naast het oorspronkelijke vak, maar vaak ook als nieuwe roeping om zich geheel en al te richten op het beroep van kerkelijk werker. De keuze hangt dan af of er voldoende werk te vinden is.

De meeste kerkelijk werkers zijn verbonden aan een kerkelijke gemeente. Een ruwe schatting van de beroepsvereniging (voormalig VKW, nu onderdeel van CNV Kerk& Ideëel) leert dat 80 % werkt in één of meerdere gemeenten. De resterende 20% is werkzaam als kerkelijk werker met een bijzondere opdracht, zoals geestelijk verzorger, of anderszins als zelfstandige. Die laatste groep zal vermoedelijk in de toekomst gaan groeien, gezien het beperkte aanbod van beschikbare arbeidsplaatsen.

Veel, té veel contracten voor kerkelijk werkers, zijn klein in urenaantal. Gelukkig mag een kerkelijk werker wel zijn uren bij elkaar optellen als hij in meerdere gemeenten werkt. Daardoor wordt de ondergrens van 12 uur gehaald en gelden de voordelen van de Permanente Educatie ook voor hem.

Tot slot, er zijn meer vrouwelijke dan mannelijke kerkelijk werkers; de verhouding schat ik in rond 75-25%.

Kerkelijk werkers zijn generalisten en specialisten

Wie is de kerkelijk werker?

a Hij/zij heeft een Hbo-opleiding gevolgd en afgerond. Dat kan op een aantal hogescholen is Nederland, waarvan Windesheim in Zwolle en de Christelijke Hogeschool Ede de grootste leveranciers van gediplomeerden zijn. De studierichting waar de meeste kerkelijk werkers voor kiezen is GPW (godsdienst pastoraal werk), maar ook met de studierichting ‘Educatie’ is uiteindelijk registratie mogelijk.

b De kerkelijk werker is een ‘professional’. Dat moet worden benadrukt, omdat het nogal eens voorkomt dat er een aanstelling plaatsvindt van een kerkelijk werker die niet over de bevoegdheid en opleiding beschikt. Toetsing van kwaliteit is op die manier lastig, omdat hij niet valt onder de beroepsdefinitie van de kerkelijk werker. Het vertroebelt het beeld van de kwaliteit van de kerkelijk werker die een gemeente logischerwijs mag verwachten.

c De kerkelijk werker heeft al een lange geschiedenis in de kerk. Het zijn specialisten en generalisten. Ze zijn bekend met veranderingsprocessen. Met hun agogische achtergrond kunnen zij veel betekenen bij de gemeenteopbouw en -vernieuwing.

d Binnen de landelijke kerk geniet de kerkelijk werker brede erkenning. In het kader van Kerk 2025 liggen er grote uitdagingen om de specifieke kennis van de kerkelijk werker te gebruiken en in te zetten ten behoeve van de plaats die de kerk in de samenleving in de toekomst inneemt. De arbeidsrechtelijke positie van de kerkelijk werker dient daartoe steeds beter te worden verankerd.

Handelaar in hoop…

Tot slot

De kerkelijk werker is een ‘handelaar in hoop’. Dat klinkt ambitieus en misschien enigszins pedant. Maar kijkend naar de kerkelijk werkers die werkzaam zijn in het land, mag je constateren dat honderden kerkelijk werkers zich dag en nacht inzetten voor de kerk en haar leden. Dienstbaar aan de Liefde van God, toegewijd aan Zijn opdracht om het Koninkrijk waar te maken.

De heer Chr. Boers is kerkelijk werker/geestelijk verzorger. Tevens is hij vice-voorzitter van het CNV Kerk & Ideëel, sinds 2016 gefuseerd met de voormalige Vereniging van Kerkelijk Werkers (VKW).

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken