Menu

Basis

Korte Metten: ‘Grote woorden sneuvelen in oorlogstijd’

Lody van de Kamp over genocide, antisemitisme en zionisme

Korte Metten Lody van de Kamp

In de columnreeks Korte Metten werpen onze auteurs een scherp licht op de actualiteit. Deze week gaat rabbijn Lody van de Kamp in op het gebruik van labels — en op drie beladen begrippen in het publieke debat: genocide, antisemitisme en zionisme.

Alles wat ook maar riekt naar kritiek op een van de talloze gemeenschappen waar de wereld om ons heen uit is opgebouwd, krijgt al snel een label opgeplakt: racisme, xenofobie, homohaat, nieuwkomershaat, oudkomersangst, antisemitisme, en nog veel meer. Etiketten genoeg.

Antisemitisme

Wat het laatste betreft, het antisemitisme, zie ik om me heen wat het gevolg is van het bijna ongelimiteerd gebruik van die term. De uitkomst van dit soort labeltjes plakken wordt steeds duidelijker zichtbaar. Schrok de samenleving er ooit nog van om als antisemiet te worden bestempeld, doordat die beschuldiging nu zo makkelijk wordt rondgestrooid, halen veel mensen nu de schouders op. ‘Nou, dan vinden ze maar dat ik een Jodenhater ben. Het zal me wat.’ Het bekende effect van grote woorden die worden gebruikt zonder nog vast te houden aan hun oorspronkelijke betekenis.

Genocide

Nog zo’n term die aan een dergelijke woordinflatie wordt opgeofferd, is het woord genocide — volkerenmoord.

Wordt er genocide gepleegd? Is het geen genocide? Is het ‘genocidaal gedrag’? Wordt er niet genoeg gedaan om misdaden die onder deze term vallen, te voorkomen? En wie bepaalt eigenlijk wat wel of geen genocide is?

Voor de één is de term volkerenmoord een juridisch begrip dat door een rechtscollege moet worden beoordeeld, zoals het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Voor de ander duurt zo’n rechtsgang veel te lang. Vanuit ongeduld loopt diegene daarom vaak vooruit op de uitspraak en schermt daarom al op voorhand met deze term.

Ook hier weer een groot woord dat inmiddels gemeengoed is geworden. De conclusie luidt dan: het leed is onbeschrijfelijk, want dit heet genocide. Omdat het genocide heet? Daarvoor gaan we de straat op. Maar hoe zit het dan met situaties die níet als genocide worden bestempeld? Dag in, dag uit mijn afschuw uitspreken omdat er mogelijk genocide wordt gepleegd — betekent dat dat alles wat ‘minder dan genocide’ is, minder erg is?

“Er zijn in de Tweede Wereldoorlog geen zes miljoen joden uitgeroeid, maar er is één jood vermoord en dat zes miljoen keer.”
— Abel Herzberg

Elk mensenleven dat verloren gaat in iedere oorlog is een onbeschrijflijk drama op zichzelf. Duizenden, tienduizenden van zulke drama’s dreigen door het gebruik van grote woorden zoals genocide dat ene drama van dat ene slachtoffer in de schaduw te plaatsen. Grote woorden verdoezelen soms het echte leed.

Demonstratie voor Palestina
Voor een woord als genocide gaan we de straat op, stelt Lody van de Kamp. Maar hoe zit het dan met alles dat daar niet onder valt? – Janne Leimola/Unsplash

Zionisme

De derde grote term die op straat ligt, is zionisme: ‘Joden mogen er dan nog wel zijn, maar zionisten deugen niet.’ Ik vraag me af hoeveel van de mensen die met dit soort teksten de straat op gaan, ooit aanwezig zijn geweest bij een congres van de Nederlandse Zionistenbond. De hevige discussies die daar plaatsvonden, gingen veelal over de vraag: wat is zionisme eigenlijk?

  • Is het religieus zionisme, gebaseerd op wat de Bijbel zegt over landsbeloften?
  • Is het seculier zionisme, dat volstrekt geen geloofsverbinding heeft?
  • Is het een ideologie die met deze tijd niets meer te maken heeft, maar ooit eens vervuld zal gaan worden met de komst van een Verlosser of Messias?
  • Is het een strijdmiddel tegen Jodenhaat?
  • Of is het nationalisme met een religieus kleurtje?

Al deze variaties kwamen op zo’n dag langs, in heftige debatten.

Voor het geval de lezer het nog niet wist: ik ben in hart en nieren een zionist. Drie keer per dag, tijdens de gebedsdiensten in de synagoge, bid ik voor ‘de terugkeer van Zijn Volk naar Zion.’ Zeven dagen per week vraag ik in het gebed om de herbouw van Zions hoofdstad: het Bijbelse Jeruzalem.

Mijn tweeduizendjarig verblijf in de Europese diaspora beschouw ik nog steeds als tijdelijk. Het Joodse volk waartoe ik behoor, keert op zeker moment terug naar het land van Zion. Ben ik dan geen zionist? Natuurlijk wel.

Alleen: mijn Jodendom zegt me dat ik zelf geen enkel mandaat heb om die toekomst te regelen. De vervulling van mijn religieuze hoop ligt volkomen in G’ds hand. Daar moet ik ver van blijven. Maar desalniettemin: ja, ik ben zionist. Alleen mogelijk niet het soort zionist dat past in de betekenis die inmiddels bij de ‘boze’ buitenwereld gemeengoed is geworden.

Ja, ik ben een zionist. Alleen niet het soort zionist dat past binnen de betekenis die inmiddels gemeengoed is geworden

Het grootste ideaal: gewoon vrede

Antisemitisme, genocide en zionisten — drie grote woorden die, vaak zonder enig kader en met weinig historisch of dieper besef, onderdeel zijn geworden van het publieke debat. Maar het achteloos hanteren van zulke begrippen draagt op geen enkele manier bij aan het grootste ideaal dat we allemaal zouden moeten koesteren.
Vrede. Gewoon vrede.

Lody Benno van de Kamp (1948) is een orthodox-joodse rabbijn, schrijver en zakenman. Samen met Saïd Bensallam richtte hij het initiatief Saidenlody op om de interreligieuze dialoog op scholen te bevorderen.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken