Kunst & cultuur
Film
Roberto Andò Le Confessioni 2016
‘Een stilte die de macht stoort’
‘Er is weinig menselijks aan mijn vak’, bekent Daniel Rochè, directeur van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), in Le Confessioni (2016). In deze merkwaardige speelfilm komen de Ministers van Financiën van de G8 bijeen in een luxe hotel aan de Duitse kust. Naast deze machtige leiders zijn er nog drie gasten op uitnodiging: een schrijfster, een zanger en een monnik. Met name de komst van de kartuizer monnik Roberto Salus – even charismatisch en onberispelijk als zijn witte pij – zet de wereldleiders voor het blok.
Het zou kunnen doorgaan voor een moderne gelijkenis: een religieuze leider, die ook nog eens de gelofte van stilzwijgen heeft afgelegd, te midden van de belangrijkste boekhouders van de wereld. In gesprek met IMF-directeur Roché legt de monnik dan ook uit dat Jezus van toeval houdt.
Le Confessioni is opgezet als een thriller. Nadat Roché ’s avonds de monnik heeft gevraagd om de biecht af te nemen, wordt hij de volgende ochtend dood aangetroffen. Zelfmoord? Moord? Het antwoord komt in ieder geval niet van de zwijgende monnik, die daarmee een enorme last te dragen heeft.
De film gaat niet over voorbeeldig religieus leiderschap, maar wel over wat goed leiderschap inhoudt. Regisseur Roberto Andò legt in een interview de rol van de monnik uit: ‘Zijn stilzwijgen in deze context staat voor vrijheid, voor verzet. Een stilte die de macht stoort.’
Het is interessant om de film in een gesprekskring te bekijken en door te praten over de vraag of dit soort aspecten van stilte en (ver)draagkracht onze visie op leiderschap kunnen vernieuwen. Als aanzet voor dat gesprek citeer ik graag uit het juryrapport van Oecumenische Filmprijs, een prijs die Le Confessioni toegewezen kreeg tijdens het Tsjechische Karlovy Vary Film Festival. De film roept volgens de jury op ‘om te breken met pragmatisch cynisme en de controle in machtsbesluitvorming’ en stelt daar tegenover ‘bewustwording en terugkeer van essentiële principes van het christendom’.
– Joël Friso, theoloog en initiatiefnemer van Het Filmgesprek – www.hetfilmgesprek.nl
Muziek
Een gat in het titelblad
In tijden van politieke onrust en gebrek aan leiderschap, kan muziek een bijzondere rol hebben. Klaagliederen, strijdmarsen of een gebed om vrede. Veel componisten zijn geïnspireerd op momenten dat je dat het minst zou verwachten. Te midden van de Coalitieoorlogen tussen Napoleon Bonaparte en de andere Europese mogendheden in, schreef Ludwig von Beethoven in 1804 zijn befaamde derde Symfonie ‘Eroïca’. Beethoven droeg deze symfonie in eerste instantie op aan Napoleon, totdat deze laatstgenoemde zichzelf tot keizer kroonde ter bevestiging van zijn leiderschap. Beethoven vond dat Napoleon zich aan zijn eerzucht overgaf, en wiste de naam van de Franse veldheer zo krachtig uit, dat er een gat achterbleef op het titelblad van het manuscript.
Er zijn vele andere voorbeelden te noemen van de invloed van oorlog en geweld op muziek. Van de Russische componist Shostakovich zijn er zelfs twee symfonieën te noemen: zijn zevende, ‘Leningrad’, was een persoonlijke uiting van vaderlandsliefde tijdens de Duitse omsingeling van die stad in 1941, terwijl in zijn negende nog maar weinig patriottistische gevoelens overbleven, kort na de val van de bom op Hirosjima in 1945.
Persoonlijk voel ik mij verbonden met een oorlogswerk van de hand van de Nederlandse componist Hendrik Andriessen, de vader van de nog actieve componist Louis Andriessen. Op Sacramentsdag in 1918 voltooide hij het orgelwerk ‘Fête-Dieu’, terwijl de Eerste Wereldoorlog nog aan de gang was. Bijzonder is dat het stuk feestelijk noch dieptriest is. Andriessen schreef er zelf over dat de tegenstelling van de Franse kathedralen in nood en het vieren van Sacramentsdag hem ertoe bracht het werk te schrijven. Het maakt het tot een dramatisch-smekend stuk, waarin in de majeure finale toch ook de doodsklokken te horen zijn. Muziek kan zo een bijzondere reflectie van de politieke situatie zijn, waarin de componist zelf een zekere vorm van leiderschap bezigt die eeuwen later nog ware het een watermerk te herkennen is.
– Iddo van der Giessen, student Orgel aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en BA Liberal Arts & Sciences (World Politics) – www.iddovandergiessen.nl
Fête-Dieu in Combrit, Bretagne, 1920
‘Fête-Dieu’ beluisteren? Andriessen/De Klerkfestival, dinsdag 26 september om 20.15 uur, Grote of Sint Bavokerk in Haarlem (stadsconcert door Jos van der Kooy en drie orgelstudenten)
Boeken
Gerrit Noort, Kyriaki Avtzi, Stefan Paas (red.), Sharing Good News: Handbook on Evangelism in Europe, World Council of Churches, 2017, 366 bladzijden, $ 36,55
Zonder enige twijfel kunnen we concluderen dat evangelisatie weer helemaal terug is op de agenda van de Wereldraad van Kerken. Sinds 1982 was er geen rapport meer verschenen, maar na het goed ontvangen ‘Together Towards Life’ (Busan, 2013) is er dus nu ook een nieuw handboek, specifiek voor Europa. Misschien wel het continent dat evangelisatie het hardst nodig heeft.
Het verlangen om een handboek te ontwikkelen over evangelisatie in Europa ontstond tijdens de voorbereiding van het rapport. Nu is dat er dus, dankzij het werk van Gerrit Noort, Kyriaki Avtzi en Stefan Paas, de redacteurs. Het boek biedt een overzicht van ‘best practices’ en uitdagingen voor evangelisatie. Als amateur-theoloog en zendingswerker in Praag val ik precies in de doelgroep van dit boek. En zo heb ik het dan ook gelezen. Het is een prettig samengesteld boek, met een heldere structuur en samenhang tussen de verschillende bijdrages. Hoewel maar liefst vijftien verschillende mensen een bijdrage leverden, vormt het boek qua taal en stijlduidelijk één geheel en dat is een compliment waard.
Boeken
• Peter-Ben Smit (red.), Moedig leiderschap. Mystiek en politiek bij Dag Hammarskjöld, Amersfoort/Sliedrecht: Oud-Katholiek Boekhuis/Merweboek, 2017
Naast de lezing van K.G. Hammar en het co-referaat van Carola Schouten bevat de bundel ook een inleiding op de persoon en het werk van Hammarskjöld door Joris Vercammen en de eerste Nederlandse vertaling van meditaties van K.G. Hammar bij teksten uit Hammarskjölds Merkstenen, geschreven voor het Hammarskjöldpad in het noorden van Noorwegen. De vertaling is van de hand van Paula Dubbink.
• Stefan Paas, Vreemdelingen en priesters. Christelijke missie in een postchristelijke omgeving, Zoetermeer: Boekencentrum, 2015
Een toegankelijk boek dat de positie van de kerk in een postchristelijke omgeving schetst en waarin tegelijkertijd visie en inspiratie geboden wordt aan christenen die missionair willen staan in een geseculariseerde samenleving.
• S. Alexander Haslam, Stephen D. Reicher and Michael J. Platow, The new psychology of leadership: Identity, influence and power, Psychology Press, 2010
Een handboek over leiderschap waarin leiderschap, invloed en macht geïnterpreteerd worden als groepsprocessen, waarbij het de taak van de leider is om een gevoel van gedeelde identiteit te creëren.
Het hart van het boek bestaat uit acht casestudies van evangelisatie in Europa. Elk hiervan is het op zich al waard om zelfstandig gelezen te worden, vanwege de verfrissende ideeën en onderliggende drijfveren.
Persoonlijk ben ik geïnspireerd door de gemeenschap van Sant’Egido in Rome, een biddende gemeenschap die aanwezig wil zijn in de marge van de maatschappij. Vanuit een nederige en kwetsbare houding bouwen ze aan relaties met de mensen om hen heen. Het Evangelie wordt vooraleerst zichtbaar in hun houding. De vier toegevoegde reflecties dagen uit om verder door te denken over verbindende thema’s zoals spiritualiteit en methodiek.
Het boek slaagt in mijn ogen dus in de opzet om een overzicht te bieden van wat er speelt en in de theologische reflectie daarop. Het is echter jammer dat, afgezien van de bijdragen uit de Orthodoxe kerk, het boek niet oostelijker lijkt te komen dan de lijn Rome-Stockholm. Dat doet geen recht aan het huidige Europa. Daarnaast gaan de schrijvers in kritische reflectie op de toekomst in mijn ogen niet ver genoeg. Evangelisatie onder en door ‘Millenials’, de generatie die de komende jaren de samenleving (en ook de kerk) gaat vullen, wordt bijvoorbeeld niet behandeld.
Boeken
• Joke van Saane, Geloofwaardig leiderschap, Zoetermeer: Boekencentrum, 2012
Een vlot te lezen boek waarin naar wederzijdse verrijking wordt gezocht tussen religie en het bedrijfsleven op het gebied van leiderschap. Wat kan een manager leren van geloof en spiritualiteit? Met welke leiderschapsstijlen kan een kerkelijk werker zijn voordeel doen?
• Justin A. Ramirez (ed.), Public leadership: social justice, equality, and empowerment, New York: Nova Science, 2011
Dit boek presenteert actuele studies uit het onderzoek naar publiek leiderschap in verschillende domeinen, zoals politie, publieke sector, (levensbeschouwelijke) gezondheidszorg, onderwijs.
• Kent J. Kille (red.), The UN Secretary-General and Moral Authority: Ethics and Religion in International Leadership, Washington: Georgetown University Press, 2007
Een schets van alle Secretarissen-Generaal van de Verenigde Naties, van Trygve Lie tot Kofi Annan, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar hun moreel kompas en hoe dat tot uiting komt in hun handelen in mondiale crises.
• Sophie Vliet en Gerda van Dijk (red.), Publiek leiderschap, Den Haag: Boom/Lemma Uitgevers, 2015
Een mooie bundel waarin vraagstukken rondom publiek leiderschap in kaart worden gebracht, met daarbij veel aandacht voor dieperliggende waarden.
Kortom, dit boek is het waard om gelezen te worden, maar het verdient ook een vervolg. Met meer aandacht voor ervaringen uit Centraalen Oost-Europa en met oog voor komende generaties. – Leendert Wolters, uitgezonden naar Tsjechië door de GZB, in Praag werkzaam bij de Evangelische Alliantie en als kerkplanter actief bij Network Praha
Gert-Jan Roest, The Gospel in the Western context. A missiological reading of Christology in dialogue with Hendrikus Berkhof and Colin Gunton, Vrije Universiteit Amsterdam, 2017 (dissertatie)
Roest, van 2002 tot 2017 missionair pionier in Amsterdam, stelde vast dat het traditionele gereformeerde spreken over het evangelie niet langer toereikend is in het missionaire gesprek met mensen in een seculiere context. Zo constateerde hij dat het spreken over het verlossende bloed van Christus slechts tot vervreemding leidt.
Deze ervaring leidde tot Roests zoektocht naar mogelijkheden om het verhaal van Jezus anders te vertellen, zodat de gesprekspartners kunnen ervaren dat het iets te maken heeft met hun verlangen, hun vragen en hun manier van denken. Hij zoekt in zijn dissertatie naar gestalten van een contemporain en contextueel evangelie, zonder los te laten dat het in missionair werk erom gaat mensen uit te dagen tot heroriëntatie in het licht van Christus.
Met Leslie Newbigin wil hij het waarachtige en goede in de westerse cultuur erkennen, maar tegelijkertijd ook de verblindende illusies van onze cultuur ter discussie stellen. Voor Roest gaat contextualisatie verder dan het ontwikkelen van nieuwe presentatievormen (‘re-packaging’). Het gaat ook om de totstandkoming van een nieuw (contextueel) verstaan van het evangelie zelf.
De delen I en II brengen in kaart hoe de theologen Berkhof en Gunton de westerse context analyseren en welke christologie zij in relatie daartoe ontwikkelden. Roest beoogt daarmee de vragen uit de missionaire praktijk te relateren aan de systematische theologie.
In het derde en laatste deel van de studie stelt hij een nieuwe methode voor om de westerse context missionair te duiden in het licht van het evangelie. Hij doet dit door voort te bouwen op de sterktes en zwaktes in de benaderingen van Berkhof en Gunton. Roest stelt voor om in de zoektocht naar een contextueel evangelie te werken met drie ‘lenzen’, namelijk worship (‘What is the worship and meta-narrative in this context?’), salvation (‘What kind of salvation is needed and visible in this context?’) en life-style (‘What life-style is visible in this context?’). De drie lenzen zijn geen toevallige keuzes. Roest verbindt deze namelijk aan wat voor hem het DNA van het evangelie is: het eren van de Schepper, de belofte van heil en het volgen van de gekruisigde.
Deze studie is meer dan een academisch onderzoek. Het vormt tevens een gepassioneerd pleidooi voor een contextueel verstaan van het evangelie en de urgentie van hernieuwde contextualisatie.– Gert Noort
Laura Dijkhuizen en Henk Bakker (red.), Typisch evangelisch. Een stroming in perspectief, Amsterdam: Ark Media, 2017, 295 bladzijden, € 27,95
Dit mooi vormgegeven boek biedt een overzicht van zeventig jaar evangelische beweging in Nederland. Een grote groep auteurs belicht, ieder vanuit hun eigen achtergrond, een bepaald aspect. In het eerste deel is er aandacht voor ontstaan en ontwikkeling na de Tweede Wereldoorlog: conferenties en festivals, organisaties, bijbelscholen, kerken en gemeenten. Het intermezzo daarna gaat over kunst en muziek binnen de evangelische beweging. Het tweede deel behandelt een aantal onderwerpen systematisch: thema’s als zending, Israël, jongeren, leiderschap en de plaats van de vrouw. Tussendoor staan ‘portretjes’ van mensen die een belangrijke rol spelen of gespeeld hebben in de evangelische beweging, zoals Sidney Wilson, Henk Binnendijk, Orlando Bottenbley, Elly en Rikkert.
Het boek is enerzijds een feest van herkenning – vanwege de veelheid aan thema’s ook voor veel mensen van buiten de evangelische beweging, anderzijds is er ook veel nieuwe informatie in te vinden en/of helpt het om zaken in een breder kader te kunnen zien. Interessant vond ik vooral het tweede deel, dat een beeld geeft van (ontwikkelingen in) het denken binnen de evangelische beweging. Een register ontbreekt, maar nuttig zijn de verwijzingen naar andere boeken en onderzoeken.– Foka van de Beek