Menu

Premium

Kwetsbaar en aangeraakt

Alternatief bij Kerstdag (Filippenzen 2,5-11 )

Van Filippenzen 2,5-11 wordt vermoed dat het een bestaande belijdenisformule is die Paulus opneemt in zijn brief. Het is een tekst in gebonden, lyrische, misschien liturgische taal. Zoals in de eerste brief aan de Korintiërs opeens dat lied over de liefde klinkt (1 Kor. 13), zo hebben we hier opeens een Christushymne. Daarin wordt Christus Jezus gepresenteerd of geproclameerd als de incarnatiebeweging van God.

De inleidende zin, die (als ik het goed zie) nog niet tot de lyrische tekst behoort, is wel heel belangrijk: ‘bedenk dit onderling’ of ‘laat dit onderling gelden’ (2,5). Of zoals de NBV het Griekse werkwoord froneoo vertaalt: ‘laat onder u de gezindheid heersen’. Wat Paulus hier brengt is niet zomaar een theologische theorie over Jezus, een overtuiging met betrekking tot wat we vandaag het kerstgebeuren noemen. Het gaat hem erom dat dit gebeuren door zijn hoorders belichaamd wordt, eigen gemaakt en geïnternaliseerd. Het gebeuren waarvoor we met Kerst aandacht vragen, heeft geen publiek nodig, geen mensen die oh en ah roepen en die het hartverwarmend vinden, maar mensen die het in praktijk brengen, die het zich eigen maken. Over het Kerstkind hoef je niets te vinden, je roeping is om het in de wereld te brengen door hoe je zelf bent.

Overgave

De beweging die in de Christushymne wordt bezongen, zou je kunnen zien als afdaling en opgang, een omgekeerde boog die vanuit de hemel door de diepte van de dood heen weer terugkeert in het hoge licht van God. Op dat punt kun je het goed vergelijken met de beweging die in het Christus-deel van het Apostolicum wordt uitgetekend: neerwaarts tot in het dodenrijk en dan weer opwaarts, een goddelijke duikvlucht om al wat in de diepte gevangen zit, te redden. Maar als we het zo verbeelden, kan het ook een beetje goedkoop worden. Ik hoor mensen weleens zeggen: Jezus wist dat het maar voor even was, Hij wist dat het goed zou aflopen.

Maar wie het zo ziet, zit te veel vast in het schema van de geloofsleer. De beweging van Christus die bezongen wordt in de hymne, is die van het loslaten, het opgeven van alle zekerheid en gelukzaligheid tot in de dood toe. Die beweging wordt beantwoord door een opwaartse beweging van God: ‘Daarom heeft God hem verhoogd…’ (2,9). Pas achteraf vormen die twee bewegingen één boog. Dus het grote loslaten, de ‘ontlediging’, gebeurt niet uit berekening, het is niet een slim plan. Het is niet ‘even loslaten’ (zoals de abdicatie voor één dag van de Belgische koning), het is totale loslating in naam van de liefde, prijsgave, kome wat komt.

Dus de gezindheid die Paulus van zijn lezers vraagt, is niet die van de vrome calculatie, maar die van overgave aan wat de grote liefde voor alles wat is gebiedt. Paulus weet waar hij het over heeft, want hij zit gevangen, er is een reële kans dat hij het er niet levend van gaat afbrengen. En dat niet alleen: uit debrief lezen we af dat in de gemeenten die hij heeft gesticht zijn apostolisch gezag serieus onder druk staat. Hij zit niet gevangen als de superheld, hij zal niet ten onder gaan als de schitterende martelaar.

De kans is reëel dat hij zonder naam of faam verdwijnt in de slagschaduw van het lot. Het enige dat hem rest, is dat hij in dit totale loslaten van faam en status Christus belichaamt die uit liefde de hemel opgeeft. Het is aan God om die afdaling in de dood te bekronen met opstanding en hemelvaart. Paulus gelooft diep dat dit zal gebeuren, maar het is geen deel van zijn eigen beweging. Het is geen truc.

De aanraking van God

Maar we lezen deze woorden op Kerstmorgen. De hymne heeft het dan niet zozeer over de geboorte van de mens Jezus, verre nazaat van David, maar over de incarnatie van Christus, God die uit God treedt en al wat goddelijk is prijsgeeft. In de eerste eeuwen van het christendom is er aldoor debat geweest over hoe die eeuwige Christus zich kan verhouden tot de mens Jezus. De dogma’s brengen dat bewust-onbeholpen onder woorden. De geschriften van de eerste getuigen maken vooral duidelijk dat mensen in Jezus heel intens de aanraking, de blik, de stem van God hebben ervaren, en dat precies dat goddelijke in Jezus ook het lijden en de dood aanging. Het was niet zijn onkwetsbare kant, maar juist zijn allermeest kwetsbare aspect. En zo zeggen we met Kerst dat in het Kerstkind God zelf zich weerloos aan mensenhanden toevertrouwt.

Paulus vraagt van zijn lezers niet dat ze die theorie onderschrijven, maar dat ze het léven, dat ze ontvangers en doorgevers van die Christusbeweging zijn. Hij heeft overigens nooit Kerst gevierd op een manier die ook maar in de buurt komt van ons Kerstfeest: een geboortefeest van Jezus bestond nog lang niet, en de geboorteverhalen die we kennen uit Matteüs en Lucas waren waarschijnlijk nog niet opgeschreven.

Paulus had geen weet van herders en wijzen, van een stal of een ster: hij ziet de Christusbeweging zonder al die attributen. Het voordeel daarvan is dat al die elementen van het latere kerstverhaal niet tussen hemzelf en het Christusgebeuren in konden staan. Het enige attribuut dat hij noemt, hier en elders, is het kruis, symbool van het totale statusverlies waarmee de Christus zich bij de minsten van de mensen voegt. Zo verbindt de hemel zich niet met het topje van de aarde of van de mensenpiramide, maar met allen, te beginnen met degenen die het meest in het donker zitten. Dat is wat de teksten van Kerstnacht ook verbeelden.

Deze exegese is opgesteld door Piet van Veldhuizen.

Wellicht ook interessant

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Premium

Nachtelijke Wijsheid

Vanaf de oorsprong klinkt Gods stem over schepping en geschiedenis van mensen (Ps. 29). Dit goddelijk spreken van wijsheid ervaren de eerste christenen in Jezus. Zoals regen neerdaalt uit de hemel en de aarde doordrenkt om daarna tot God terug te keren, zo is het ook met Jezus. In die beweging weet de gemeenschap rond Johannes zich opgenomen. Het laat hen opnieuw geboren worden als Gods kinderen, in een leven met eeuwigheidswaarde. Vanuit dit inzicht gaan ze in gesprek met hun joodse geloofsgenoten.

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Premium

Ontvangt heilige Geest

Bij Johannes, in tegenstelling tot Lucas-Handelingen, vallen Pasen en Pinksteren op dezelfde dag. Met Pasen lazen we hoe Maria Magdalena ‘op de eerste dag der week’ van Jezus de opdracht krijgt om aan zijn leerlingen het evangelie, de ‘goede boodschap’, te ‘boodschappen’ (Gr.: angelloo), namelijk dat Hij is opgestegen naar zijn hemelse Vader. Daarmee gaf ze als apostel van de apostelen de aanzet tot een horizontale beweging: de kerk op aarde (Joh. 20,1-18).

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Premium

Gebed voor de achterblijvers

Hemelvaartsdag is één en al jubel om de troonsbestijging van onze Heer Jezus Christus. Pinksteren is uitbundige blijdschap in de Heilige Geest. Maar de zondag daartussen heeft als Latijnse naam Exaudi: ‘verhoor toch!’ Zeker met de orthodoxe lezingen dringt het opeens tot ons door: we moeten het voortaan stellen zonder Jezus’ geruststellende aanblik. We blijven in deze wereld achter. Met het oog daarop heeft Jezus gebeden: ‘Heilige Vader, bewaar hen door uw naam.’

Nieuwe boeken