Menu

Premium

Laat de olie stromen!

Bij 2 Koningen 4,1-7

Totaal ontredderd komt een weduwe bij Elisa. En wie zou niet ontredderd zijn? Net je man verloren en dan dreigen ook je kinderen bij je weggenomen te worden. Gelukkig niet een situatie die in Nederland alledaags is, maar er zijn helaas genoeg landen waar dit wel realiteit is. Door armoede gedwongen worden je kinderen af te staan aan kinderhandelaren of kinderprostitutie.

Het is dan ook niet voor niets dat deze vrouw Elisa’s hulp inroept. Of zoals de Naardense Bijbel het sterker laat klinken: ‘Een vrouw (…) heeft Elisja toegeschreeuwd’. Elisa antwoordt op zijn beurt: ‘Wat kan ik voor u doen?’ Een vraag waarop hij het antwoord niet afwacht. Onmiddellijk daarna komt hij al met een vervolgvraag: ‘Vertelt u me eens, wat hebt u nog in huis?’ Beide vragen worden in één adem genoemd. Het lijkt erop dat wat Elisa voor de vrouw kan doen, afhankelijk is van wat de vrouw zélf nog in huis heeft. Datgene wat zij in huis heeft, is uitgangspunt van Elisa’s hulp. Elisa boort de eigen bronnen van de vrouw aan: dat is het startkapitaal.

Doe de deur dicht

Alleen een kruikje olie heeft de vrouw nog in huis, meer niet. Toch is het genoeg voor Elisa om een proces in gang te zetten. Hij geeft de vrouw de opdracht om bij haar buren zo veel mogelijk lege kruiken te lenen, ze mee naar huis te nemen en vervolgens de deur achter zich dicht de doen. Blijkbaar is het nodig dat hier een afgesloten ruimte ontstaat om het wonder te laten plaatsvinden. Ook later creëert Elisa een afgesloten ruimte om een wonder te laten gebeuren: hij sluit de kamer van de gestorven zoon van een andere weduwe en wekt de zoon weer tot leven (2 Kon. 4,33). Dit afsluiten van een kamer doet ook denken aan de oproep van Jezus om het gebed niet te laten plaatsvinden op de straathoek, maar in huis achter een gesloten deur (Mat. 6,6). Juist dáár kunnen in het gebed bronnen worden aangeboord, die anders onaangeroerd blijven. Ook bij ‘onze’ weduwe gaat het zo: afgesloten van de buitenwereld, in de stilte van het huis, waar enkel de kinderen als intimi aanwezig zijn, dáár gebeurt het. De vrouw giet de olie in de kruiken over en de olie blijft stromen, totdat ook de laatste kruik gevuld is. In de binnenruimte van het huis is een bron aangeboord die onuitputtelijk is.

De weduwe gaat terug naar Elisa en krijgt van hem de opdracht de olie te verkopen. Met het geld kan zij haar schulden afbetalen en van wat er overblijft kunnen zij en haar kinderen leven. De bron die in de binnenkamer aangeboord is, is genoeg om van uit te delen en te leven. Niet alleen kan de vrouw nu haar schulden afbetalen, zij betekent op deze manier ook iets voor haar omgeving, wat haar status ongetwijfeld ten goede komt. Daarnaast is er niet alleen voor haar zelf, maar ook voor haar kinderen genoeg om van te leven. Ook de volgende generatie is (in elk geval voor dit moment) veiliggesteld. Het beetje olie dat de vrouw in huis had, blijkt genoeg te zijn voor haarzelf, haar omgeving en de volgende generatie.

Onuitputtelijke bronnen

Dit optreden van Elisa staat in de lijn van zijn voorganger Elia. Ook Elia zorgt ervoor dat een weduwe toegang krijgt tot een onuitputtelijke bron van olie en zelfs ook van meel (1 Kon. 17,14). Elia spreekt daarbij de woorden van de HEER: ‘Tot op de dag dat Ik weer regen op de aarde zal laten vallen, zal er meel in de pot zijn en zal de oliekruik niet leeg raken.’ Het aanboren van voedingsbronnen is een terugkerend thema in het werk van Elisa. Zo zorgt hij ervoor dat een bron gezuiverd wordt (2 Kon. 2,21), dat er water in een wadi komt te staan (2 Kon. 3,17) en dat een bittere maaltijd eetbaar wordt gemaakt (2 Kon. 4,41). Elisa hoort net als Elia bij de vroege profeten, die werkzaam zijn in het land Kanaän, dat door het volk Israël ingenomen is. Nu zij zijn aangekomen in het land ‘overstromende van melk en honing’, wijst hij het volk een weg om ook in dit land trouw te blijven aan de wet van Mozes. Elisa en zijn profeten laten zien dat alleen met Gods hulp de bronnen onuitputtelijk blijven stromen.

Genoeg om van te leven!

Het is God die de olie laat stromen: genoeg om van te leven! Hij maakt daarbij gebruik van het beetje olie dat de vrouw nog in huis heeft. In de afgeslotenheid van het huis gebeurt het wonder: de olie begint over te stromen in de kruiken van anderen. Dit verhaal laat zien hoe belangrijk het is om af en toe de deur achter je te sluiten, je in je eigen huis terug te trekken en te zien wat je in huis hebt. Om je door gebed of meditatie te richten op die onuitputtelijke bron en van daaruit je gaven uit te schenken aan de wereld. Zo houdt dat wat je in huis hebt je, met de hulp van God, in leven!

Dat klinkt mooi, maar hoe werkt dat als je in een arm land leeft, waar het moeten afstaan van kinderen een reële bedreiging is? Hoe graag zou je dan willen dat er een Elisa langskomt die de bronnen voor je aanboort? Toch gebeuren gelukkig ook hier op kleine schaal wonderen, waar ontwikkelingssamenwerkers aansluiten bij het beetje dat de mensen zelf in huis hebben, zodat zij dit kunnen ontwikkelen en zelf kunnen uitschenken aan hun omgeving. Op die manier kan ontwikkelingshulp bijdragen aan het tot stand brengen van een land van melk en honing.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken