Menu

Premium

Lang zal ze leven

Bij Johannes 14,23-29 / Johannes 14:23-29

Femkes zusje Lente is jarig vandaag. Samen met haar moeder gaat ze Lente een ontbijt op bed brengen. ‘Lang zal ze leven, lang zal ze leven in de gloria…’ zingen ze. Maar als Femke haar tanden staat te poetsen, moet ze ineens denken aan vorige week. Toen is haar opa doodgegaan en zongen ze heel andere liedjes.

Wat is dat eigenlijk, dood en leven? vraagt Femke zich af. Opa is dus dood. Die leeft niet meer. Zijzelf is levend. De wasbak is dood, want die beweegt niet en kan niet denken. Haar hond kan ook niet denken. Nou ja, hij kan aan eten denken, maar verder is hij niet zo slim. Maar wel heel levend.

Op tv zag Femke een meisje met een vader met ALS. Dat is een ziekte waarbij je spieren het steeds minder goed doen. Die vader leefde wel, maar kon haast niet meer bewegen. Toch vond hij het fijn als hij zijn kinderen zag. Wat maakt nou dat iemand leeft?

Hebben jullie een idee? Wat maakt nou dat iemand leeft?

Natuurlijk leef je als je kunt ademen, maar Femke denkt dat het méér is. Voelen hoort er ook bij. Soms zeggen mensen dat ze niks voelen, zelfs niet in hun hart. Dat voelt dan ook alsof ze dood zijn, denkt Femke.

Opeens klinkt er een harde ‘boink’ gevolgd door ‘au!’. Femke stoot haar hoofd tegen het kastje boven de wasbak. Nou, nu weet ze zéker dat ze leeft!

Door al dat denken is ze bijna te laat voor school. Snel rent ze weg. De wind waait door haar haren, haar hoofd en haar hart en ze móet even een stukje huppelen. Zouden ze dat bedoelen met de heilige Geest die door de harten van mensen waait? Ze kan het nog steeds niet precies bedenken, hoe het zit met dood en leven, maar het voelt wel alsof het goed is allemaal, of dat het goed zal komen. Ze wordt er gelukkig van en zingt op de maat van het huppelen: ‘Lang zal ik leven, lang zal ik leven, lang zal ik leven in de gloria…’

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken