Menu

Basis

Liever langer luisteren – over omgaan met kritiek

Dat bezoekwerk mooie en minder mooie kanten heeft, ontdek je als bezoekmedewerker al snel. Tot de bijzondere momenten horen de ontmoetingen waarin je van hart tot hart met elkaar spreekt. Maar er zijn ook andere situaties: mensen kunnen ook met kritiek komen. Soms verbaast het je niet. Maar op andere momenten komt het voor je gevoel uit de lucht vallen. Wat moet je ermee?

Drs. R.F. de Wit is als predikant verbonden aan de Hervormde Gemeente te Ermelo. Hij is lid van de redactie van Ouderlingenblad

‘Ik vind die nieuwe liederen maar niets. Ik kan niet eens meer meezingen.’ Margreet Gerritsen zit nog maar net bij het echtpaar De Groot, of mevrouw begint al. ‘Ze houden helemaal geen rekening meer met ons, ouderen.’ Het overvalt haar. Ze merkt dat ze er onrustig van wordt. Zelf had ze juist erg genoten van de liederen. Zal ze dat zeggen, of is het beter dat niet te doen? Ze aarzelt.

Henk Jansen is op bezoek bij het echtpaar De Vries. ‘Had de dominee geen tijd?’ ‘Nou, die heeft genoeg andere dingen te doen’, had hij geantwoord. ‘Waarom is het niet goed dat ik kom?’, denkt hij. ‘Ben ik soms niet goed genoeg?’

Deze voorbeelden zijn met talloze andere aan te vullen. Kritiek op hoe het gaat in de kerk – het kan er zijn op allerlei manieren en op verschillende momenten. Tijdens bezoeken kan er heel wat op tafel komen. Soms zijn de kritische opmerkingen niet mis. Het kan je als bezoekmedewerker overvallen. Terwijl je je met hart en ziel inzet voor de kerk en dankbaar bent voor wat je daar ontvangt, beleven sommige mensen dat heel anders. ‘De kerk, je wilt niet weten wat ze me ooit aangedaan hebben!’ ‘Al die vernieuwingen, waar moet dat heen?’ Of: ‘Er kan hier nooit wat! De kerk leeft nog een paar eeuwen terug.’

Impact

Om te beginnen is het goed om te beseffen dat dergelijke opmerkingen ook iets met jezelf doen. Kritiek kan hard binnen komen. Je bent vol enthousiasme aan de slag gegaan, of wellicht heb je aarzelend en schuchter je eerste stappen op het pastorale pad gezet. Als er dan harde woorden gesproken worden, zijn er verschillende reacties mogelijk:

Het kan zijn dat je uit het veld geslagen bent door de scherpte waarmee geoordeeld wordt. Je klapt dicht en weet niet goed meer wat je moet zeggen.

Ook kan het een gevoel van onmacht oproepen: ‘Maar daar ben ik toch niet verantwoordelijk voor? Ik kan dat toch ook niet helpen? Mensen hebben het toch met de beste bedoelingen gedaan? Bovendien: elk mens maakt toch fouten?’

Boosheid van mensen kan ook een tegenreactie oproepen; voor je het weet reageer je met eenzelfde soort boosheid; of je gaat de discussie aan met de ander.

Het kan ook zijn dat er herkenning is: eigenlijk ben je het wel met de klager eens. Zelf vind je ook dat er zoveel verandert, of dat het allemaal zo ontzettend traag gaat. Hoe reageer je nu op een adequate manier?

‘De kerk, je wilt niet weten wat ze me ooit aangedaan hebben!’

Soorten kritiek

Kritiek is er in allerlei soorten en maten. Het is goed om te erkennen dat kritiek zich op verschillende aspecten kan richten.

• kritiek op de kerk en het beleid, waar nooit iets kan, of waar juist van alles verandert.

• kritiek op de personen: de dominee of de ouderling, die beloofd had te komen maar die je nooit zag.

• kritiek op de sfeer die er is: er is zoveel gemakzucht, mensen zijn moeilijk in beweging te krijgen.

• kritiek op de inhoud: op de preek die veel te lang en te saai is, of juist diepgang mist.

Het kan van alles zijn. Soms lopen de dingen ook door elkaar heen. In hun boosheid kunnen mensen in hun hoofd er ook allerlei dingen aan verbinden. Soms kan het helpen om in een gesprek de kluwen wat te ontwarren.

Valkuilen

Hoe ga je met zulke opmerkingen om? Het kan zijn dat je denkt: nu moet ik de kerk (of de dominee) verdedigen. Al snel zul je merken dat dat geen zin heeft; het leidt niet tot een bevredigende oplossing. Of dat je zegt: ‘U moet maar denken, wij zijn allemaal mensen.’ Dat is natuurlijk waar, maar het is geen antwoord op wat de ander dwars zit. Het kan ook dat je met een tegenvraag komt: maar als u de dominee nooit ziet, kunt u ’s zondags toch naar de kerk gaan? Of je gaat de discussie aan. Het zijn allemaal begrijpelijke reacties, maar ze zullen niet tot een bevredigend resultaat leiden. Kritiek is als een opgeblazen ballon: als je er in gaat prikken, knapt hij. De kunst is om hem langzaamaan leeg te laten lopen.

De lift omlaag

Het kan helpen om kritiek te zien als een uiting van betrokkenheid. Kritische mensen tonen hun betrokkenheid, al is het op een lastige manier. Het laat hen niet koud hoe de dingen gaan. Kritische mensen zijn geen onverschillige mensen. Vaak zit er een heel verhaal achter. Lukt het om dat op het spoor te komen? Daarvoor moet je ‘de lift omlaag nemen’: hoor je wat er onder de woorden zit, aan pijn, verlangen, teleurstelling, boosheid? Lukt het om daar te komen en daar met elkaar over te spreken? De boodschap zit vaak verpakt in boosheid. Dat betekent dat luisteren en nog eens luisteren van groot belang is. Vaak komen de antwoorden veel te snel. Wat weet je van het verhaal van de ander? Heeft hij of zij dat al eens helemaal kunnen vertellen, inclusief de gevoelens die daarbij horen?

Hoe zou het gesprek dat ouderling Henk Jansen met echtpaar De Vries heeft, kunnen verlopen? (G = gemeentelid, O = ouderling)

G: Had de dominee geen tijd?

O: Nee, dat is het niet, maar we hebben dat verdeeld. De dominee kan natuurlijk niet overal zijn.

G: Dat begrijpen we, maar we zouden het toch wel fijn vinden om eens te praten.

O: Maar weet u niet hoe druk hij het heeft? G: Dat kan best, maar wij horen er toch net zo goed bij?

Op deze manier verzandt het gesprek al snel in een discussie, waarbij de ouderling de situatie probeert uit te leggen, maar waarin het echtpaar zich niet gehoord weet.

‘de lif t omlaag nemen’ – horen wat er onder de woorden zit aan pijn, verlangen, teleurstelling, boosheid…

Oude koeien

Onder kritiek zit verlangen, verlangen om gehoord te worden. Het kan zijn dat er veel is mis gegaan. Als het lukt om daarover in gesprek te komen, kom je verder. Soms moet je lang luisteren naar veel kritiek. Het vraagt dus om veel geduld en de bereidheid te blijven luisteren. Soms tegen je eigen gevoel in. Het kan gebeuren dat je verhalen te horen krijgt waarvan je denkt: maar dat is toch al zo lang geleden? Is dat intussen niet een gepasseerd station? Het voelt als oude koeien uit de sloot halen. Ooit, lang geleden, is de dominee niet gekomen, terwijl hij wel gewenst was. Er zijn al heel wat jaren verstreken, er is intussen al lang een andere predikant. ‘Moeten we het daar nu over hebben?’, denk je dan. Blijkbaar zitten er nog altijd allerlei gevoelens die niet opgelost zijn: negatieve ervaringen die nog altijd aanwezig zijn. Zolang dat niet op een bevredigende manier aan de orde geweest is, blijft het onderhuids wroeten. Dat kan het verhaal van een vorige predikant zijn die niet langs geweest is toen moeder ernstig ziek was.

Niet oplossen maar luisteren

Dat betekent niet dat je moet proberen om dat alsnog op te lossen. Het gaat erom dat de ander merkt dat het probleem erkend wordt. Als zij zich gehoord weten, kan er ruimte komen om het voorval los te laten. Daarmee is het probleem niet opgelost. Soms kan dat ook niet (meer). Maar als er in alle eerlijkheid over gesproken kan worden, kan er wel ruimte ontstaan om er mee verder te kunnen. Het is daarom belangrijk om ruimte te geven om het te kunnen uiten. Luister, oordeel niet. Vraag door. ‘Het raakt u heel erg. Weet u hoe dat komt?’ Ook hierin is vertrouwen een kernwoord: zonder vertrouwen zal er niet snel een opening komen.

Luisteren naar het verhaal van de ander betekent niet dat je altijd moet instemmen met wat er gezegd wordt. Wel is het dan van belang dat er eerst voldoende vertrouwen is gegroeid, en dat duidelijk is dat de ander zich gehoord voelt. Pas dan is er ruimte om te reageren. Zorg ervoor dat het niet verdedigend of juist aanvallend is. Wees duidelijk en eerlijk. Soms kun je niets met wat je hoort. Je weet: wat de ander wil, zal nooit gebeuren.

Gespreksvragen

1. Wat doet het met u wanneer u kritiek te horen krijgt? Deelt u dat met anderen (zoals ouderling, predikant of andere pastorale werkers)?

2. Hoe zou u reageren als u Margreet Gerritsen was?

3. Wat zou u antwoorden in de situatie van Henk Jansen?

4. Hoe gaat u om met kritiek waarin u zich herkent?

5. Heeft u soms het idee dat kritiek heel gemakkelijk en goedkoop is; een manier om de boot af te houden? Hoe gaat u daarmee om?

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken