Meditatie bij het thema ‘stilte’
“Silence is the gateway to the soul and the soul is the gateway to God”,
Fr. Christopher Jamison in de BBC-serie The Big Silence
Vorig jaar juli zag ik – na een twittertip van een collega – de indrukwekkende driedelige BBC-documentaire The Big Silence. Vijf drukbezette mensen, niet per se religieus, laten zich uit het gewone leven plukken en onderwerpen zich aan een spiritueel programma van drie maanden met als hoogtepunt een achtdaagse stilteretraite bij de Jezuïeten in . In de eerste aflevering zie je hoe ze zich in het dagelijks leven vóór de retraite door het leven proberen te slaan. In de tweede aflevering maak je hun lotgevallen in het retraitehuis mee. Zo maar stil zijn blijkt een hondsmoeilijke en uiterst irritante opgave. Maar er doen zich enkele verrassende wendingen voor. De vraag of het de deelnemers lukt de verworven inzichten in hun leven in te passen, staat centraal in de derde en laatste aflevering, die enkele maanden later speelt. Basisidee achter de hele onderneming is: ‘Stilte is de poort naar de ziel, de ziel is de poort naar God’. Niet alle deelnemers durven datgene wat zij hebben meegemaakt zomaar met ‘God’ te verbinden, maar duidelijk is wel dat zij intens geraakt zijn door deze ervaring en dat zij hun leven voortaan anders willen inrichten.
Het zien van deze korte serie gaf mij het laatste zetje om het nu dan eindelijk maar eens zelf te proberen: mediteren. Ik was er al langer in geïnteresseerd, de behoefte aan verstilling en eenvoud in een als hectisch en onoverzichtelijk ervaren bestaan was de laatste jaren gegroeid. En als de uiterlijke prikkels dan eens tijdelijk wat luwden, was daar altijd nog de onrust in het eigen lijf. Aan de slag nu. Niet langer dralen. Ik veegde een hoekje van mijn studeerkamer schoon en richtte het in als persoonlijk aandachtscentrum. Ik zette er een kaars neer, een icoon, wat foto’s en meditatieve teksten, installeerde een meditatie-app op mijn tablet, ging zitten en sloot de ogen. Ik had werkelijk geen idee wat mij te wachten stond. Zou ik nu de ‘Grond van het Zijn’ ontdekken, ‘De Diepste Werkelijkheid’, ‘God’ misschien of gewoon ‘Mijzelf’? Ach, zo zit ik helemaal niet in elkaar en nu ik een jaar verder ben, denk ik: dat hoeft ook eigenlijk niet. Mediteren blijkt – voor mij althans – veel gewoner en vooral veel aardser te zijn dan ik van tevoren had gedacht. Het begint er al mee dat je je voeten stevig op de grond plaatst, je op je eigen lijf concentreert en je ademhaling gadeslaat. Je bent je bewust van de ruimte waar je je bevindt en de geluiden om je heen. Ondertussen vliegen de gedachten en soms ook emoties alle kanten op. ‘Dit is nog niet af’, ‘Dat moet nog’ en: ‘Dat had beter gekund’. “Geeft niks”, zegt de rustige stem van de meditatiemevrouw op mijn iPad, “bezie het allemaal met een milde, vriendelijke blik, maar probeer terug te keren naar je ademhaling.” Gaandeweg de meditatie word ik rustiger en meer ontspannen. Ik doe het elke avond een kwartier. In het begin was dat een hele zit, zeker als ik mij bij tijd en wijle neervlij op zo’n hard meditatiekussen. Dan gaat alles pijn doen. Nu is het meditatiekwartier dikwijls al voorbij voor ik er erg in heb. Mediteren is primair een techniek van concentratie en toewijding en helpen meer focus te ontwikkelen. Natuurlijk heel bekend uit hindoeïsme en boeddhisme, maar ook binnen de christelijke traditie een beproefde methode.
Soms loop ik de katholieke kapel een paar straten verderop binnen en ga daar zitten. Op vakantie zoek ik graag een kerkgebouw op dat overdag open is en waar men niet opkijkt van een schuchtere oudere meneer, die binnenschuifelt en gedurende enige tijd de ogen sluit. En op de luchthaven is ook altijd wel een gebedsruimte te vinden. Het is niet per se noodzakelijk, maar zo’n sacrale setting helpt wel. Afgelopen najaar volgde ik onder leiding van een predikant een korte meditatiecursus aan de hand van teksten en voorbeelden uit het mooie en praktische boekje van Lex Boot ‘Kleine gids voor christelijke meditatie’. Zo leerde ik mediteren op religieuze gedichten van Nicolaas Beets, Gerrit Achterberg en Jan Willem Schulte Nordholt. Op bijbelteksten en op muziek uit Taizé. Op iconen en ander beeldmateriaal. De mogelijkheden zijn schier eindeloos. Mooi vind ik het Levensgebed, waarin je de dag overziet die achter je ligt en je afvraagt: Waar ben ik – heel concreet – vandaag dankbaar voor? Wat ging goed? Wat kon beter? In welke mensen, in welke situaties was God aanwezig? Hoe heb ik daarop gereageerd? Hoe ik morgen aandachtiger, ontvankelijker leven, zo dat ik dichter bij de mensen kom en dichter bij God? Zo wissel ik verschillende vormen uit diverse tradities af. Meestentijds ben ik echter gewoon stil en zie ik wel wat er komt.
En God? Ik vind het nog altijd moeilijk om daar zo maar, onbekommerd over te spreken. Alsof ik Hem in mijn broekzak heb zitten of Zijn gedachten lezen. Wie weet waar Hij woont? In de hemel, in de taal, in onze verbeelding, in deze wereld, of dat alles tegelijk? Het blijft tasten en zoeken, maar dat is niet erg, integendeel. Het houdt het leven spannend en maakt geloven tot een avontuur. Geloven is voor mij leren opmerkzaam te worden voor sporen van God in dit bestaan, in het leven dat je leeft, inde mensen op je weg, in de stilte die je omgeeft. Meditatie helpt om die opmerkingsgave te scherpen.
Ik twijfel niet
aan uw bestaan zo lang u tot mij
zwijgt. Het is aan mij, u laat mij vrij
om uit uw echoënde stilte op te staan.
Willem Jan Otten, Eindaugustuswind