Menu

Premium

Met de kinderen: Verstopt onder de deken

Bij 1 Koningen 19,1-21

Monoloog

Voorganger vertelt dat hij voor Elia speelt en slaat een sjaal of deken voor z’n gezicht.

Ik doe een sjaal voor mijn gezicht, want ik wil jullie niet zien.
Ik weet het, het is raar voor een profeet.
Als profeet moet ik me juist wél aan jullie laten zien.
Ik moet mooie verhalen vertellen over God.

Maar ik heb geen zin meer.
Ik doe al jaren mijn best,
en als er een wonder gebeurt,
is het allemaal ja en amen.

Maar als er vervelende dingen gebeuren
joelen de mensen me uit.
Ze roepen: Waar is die wondergod van je, Elia?
Ik heb geen zin meer.
Het liefst wil ik me verstoppen,
voor altijd, ver weg onder deze sjaal.

Ik verstopte me in een grot op de berg Horeb.
Ik verstopte me ook voor God.
Ineens begon het te waaien en te donderen,
te onweren en te bliksemen.
Ik werd bang.
Even dacht ik met al dat lawaai: Dat is God!
Maar even later was het ook weer verdwenen.
Het werd helemaal stil.
Ik kroop de grot uit en ging zitten op een grote steen.
Ik keek om me heen. (Sjaal weg bij het gezicht.)
Er was alleen maar stilte.
Ik merkte dat ik niet meer bang was.
‘God,’ vroeg ik, ‘bent u daar?’

Toen was het net alsof God een mantel om mij heen sloeg. (Uitbeelden.)

Gebed

God, bron van alle liefde
laat ons niet alleen
maar sla uw mantel om ons heen.

Lied

Is de stem van de stilte de lichtglans van God?
Komt de Eeuwige zelf naar mij toe, raakt mij aan?
Klinkt de Naam in de nacht als een lied in mijn oor?
Klinkt de Naam van de Eeuwige diep in mij door.

Melodie: English traditional, Songs of Praise, lied 354.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken