Met de kinderen: Vol verwachting
Bij Marcus 13,24-37
Caroline is enorm benieuwd hoe hij dat toch doet, die Sinterklaas. Ze heeft al een paar keer haar schoen gezet. ’s Avonds zingt ze samen met haar broertjes allemaal sinterklaasliedjes en daarna gaan ze naar bed. Als ze dan ’s ochtends wakker worden, zit er een cadeautje in haar schoen.
Ze zetten hun schoenen op zolder, bij het raam. Als Sinterklaas en zijn Pieten dan over de daken rijden, kunnen ze makkelijk bij de schoenen komen.
Maar hoe doet die Sint dat toch? Hoe komt hij zonder struikelen van het paard af en daarna door het raampje van de zolder heen? Of zou hij een klein Pietje sturen? Of heel goed kunnen mikken?
Caroline besluit dat ze het met eigen ogen wil zien. Daarom is ze nu nog wakker.
Ze heeft gewoon haar schoen gezet en uit volle borst gezongen. Daarna is ze braaf naar bed gegaan. Maar ze gaat niet slapen. Want ze wil het niet missen.
Alles is er klaar voor. Sinterklaas zal vannacht weer over de daken rijden. Caroline voelt haar ogen prikken, maar nee, dat kan niet, ze zál haar ogen open houden. Want je moet heel goed opletten, anders mis je het.
Hoort ze daar al paardenvoetjes? Komt de Sint nu, of toch later? Ergens deze nacht zal Sinterklaas komen. En dan kun je er maar beter klaar voor zijn, als je hem wilt zien…
Vandaag gaat het in de kerk niet over Sinterklaas, maar over Jezus, de Messias. Hij heeft beloofd dat Hij terug op aarde zal komen, alleen weten we niet precies wanneer Hij komt. Wat moeten we doen om dat niet te missen? Hoe doe jij dat?