‘Naar de plaats komen die de Eeuwige verkoren heeft’
Pelgrimage in het Jodendom
Volgens de Tora moeten alle mannen drie keer per jaar ‘naar de plaats komen die de Eeuwige verkozen heeft’ (Deut. 16:16). Een opdracht om op de drie ‘pelgrimsfeesten’, Pesach, Wekenfeest, en Loofhuttenfeest, naar het heiligdom te komen, dat eerst in Silo (1 Sam. 1) stond en later in Jeruzalem. Gedurende lange tijd is Jeruzalem een van de heilige plaatsen, naast Hebron, Samaria, Betel en Silo. In de loop van de 7e eeuw is Jeruzalem de belangrijkste cultusplek geworden, nadat het Tien Stammenrijk al eerder ten onder is gegaan. Van massale jaarlijkse pelgrimages naar Jeruzalem vinden we in de vroege periode weinig concrete bewijzen, hoewel het aannemelijk is dat dit al aan het eind van de Eerste Tempelperiode in praktijk gebracht werd. Het is vooral gedurende de Tweede Tempelperiode dat de massale pelgrimage naar Jeruzalem op de drie Bijbelse feesten een historisch feit is, ondersteund door de rabbijnse literatuur, Josephus, Philo, het Nieuwe Testament en de archeologie. Een bedevaart die niet alleen grote mensenmassa’s vanuit Israël op de been wist te brengen, maar soms ook duizenden uit de diaspora.