Om ouders heen gaan staan
Het is een verantwoordelijkheid van de hele gemeente om ouders te ondersteunen in de geloofsopvoeding van hun kinderen. De wijze waarop men dit invult, kan heel divers zijn.
Ik ben met mijn vrouw en kinderen op bezoek bij mijn ouders. Voordat we aan tafel gaan, steekt mijn vader de kaars aan, leest een bezinnende tekst en bidt met ons. Het ontroert me. Even ben ik weer terug in mijn jeugd. De vertrouwde gebaren, woorden, blikken en rituelen van toen leven nog steeds in mijn ouderlijk huis. En ze leven -op eigen wijze -ook weer in mijn eigen huis. Met mijn kinderen -hun kleinkinderen. Een gelovig leven begint in de meeste gevallen thuis, in het gezin waarin een kind opgroeit. Dit gebeurt door bewuste geloofsuitingen zoals bidden, bijbellezen en naar de kerk gaan. De christelijke socialisatie van kinderen, zou je kunnen zeggen. Een proces waarin ouderen, ouders in het bijzonder, bezig zijn hun kinderen in te wijden in het geheel van christelijk-godsdienstige opvattingen, praktijken en belevingen.
Geloofsopvoeding gebeurt in de dagelijkse omgang
Maar geloofsopvoeding gebeurt evengoed in de dagelijkse omgang: de aandacht waarmee je voor je kind zorgt, de keuzen die je maakt, de wijze waarop je omgaat met je kind en anderen. Geloofsopvoeding gaat ook over voorleven: in grote en kleine keuzen die dagelijks gemaakt worden. Door te laten zien (en ervaren) dat geloven je leven richting geeft. Veel ouders vinden het anno 2017 best lastig om hieraan handen en voeten te geven. Een belangrijke rol om de ouders daarin te ondersteunen is weggelegd voor de gemeenschap waarin de kinderen opgroeien.
Rol van de gemeente
Voor de gemeenschap van de kerk is dat niet zomaar een vrijblijvende zaak. De gemeenschap is wezenlijk en begint voor iedereen die bij die gemeenschap hoort bij de doop. Door de doop worden kinderen in de gemeenschap opgenomen, niet omdat de kerk dat wil, maar omdat God ‘ja’ zegt tegen elk nieuw mensenkind. God zegt: jij mag er zijn zoals je bent, je hoort erbij. De vraag aan de gemeente in een doopdienst een ondersteunende rol te spelen bij de opvoeding van de kinderen, wordt niet voor niets gesteld. De gemeente belooft de kinderen te dragen in haar gebeden, op te nemen in haar midden, naar vermogen te helpen groeien in geloof en voor te gaan in het volgen van Jezus Christus. De gemeente is zo een belangrijke mede (geloofs)opvoeder. Voor een deel wordt dit ingevuld door het aanbod dat de kerk creëert in activiteiten als kindernevendienst, club en catechese. Maar het is de vraag of deze ‘gemeenschappelijke opvoeding’ daartoe beperkt zou moeten worden. De doop is het begin van de relatie van God met mensenkinderen en die mag in de relaties tussen alle mensen in de gemeenschap van de kerk weerkaatst worden, met vallen en opstaan.
Ondersteuning in de geloofsopvoeding
In de allereerste plaats kan dat vorm krijgen door vanuit de gemeente ouders te ondersteunen bij de geloofsopvoeding van hun kinderen. Dat begint al heel eenvoudig bij (biddende) belangstelling van ouderen in de gemeente voor het wel en wee van ouders en hun (jonge) kinderen.
Maar het kan ook op een meer georganiseerde manier. Veel gemeenten kennen een vorm van doopcatechese: een of enkele bijeenkomsten met de ouders van dopelingen. Je kunt ingaan op de betekenis van de doop, op de betekenissen die de ouders aan de doop hechten. Het is goed om met meer ouderparen tegelijk samen te komen, omdat de uitwisseling dan groter is. Bovendien kan zo een onderlinge band ontstaan tussen ouders. Doopcatechese kan een vervolg krijgen na de doop van de kinderen door enkele keren per jaar met dezelfde groep ouders samen te komen en in te gaan op thema’s uit de geloofsopvoeding.
Dergelijke bijeenkomsten zijn niet alleen belangrijk voor de tijd waarin de kinderen nog klein zijn. Juist als de kinderen ouder zijn geworden, veel vragen krijgen over het geloof en hun eigen weg zoeken, hebben ouders behoefte aan het delen van ervaringen en aan ondersteuning bij de geloofsopvoeding.
Ook kan een gemeente een cursus of ontmoetingsgroep opzetten rond geloofsopvoeding. Soms doen ouders dit onderling (al dan niet ondersteund door materialen van ondersteunende partijen als JOP en HGJB), soms gebeurt dit juist onder leiding van de predikant of men kiest voor een trainer van buiten de gemeente.
Doopcatechese kan een mooi begin zijn
Familiegroepen
In diverse gemeenten wordt ook gewerkt met het model van familiegroepen: meerdere gezinnen die niet alleen uitwisselen over de opvoeding, maar die samen spelen, vieren, delen en eten. In verschillende gemeentes wordt met dit model geëxperimenteerd en gewerkt op zondagmiddagen. Een gezamenlijke oefenplaats van geloven-in-praktijk voor ouders én kinderen.
Overstappen
Als de kinderen ouder worden is het belangrijk om ouders en kinderen te helpen in gesprek te blijven rond het geloof. Bij de ‘overstapdienst’ bijvoorbeeld (aan het einde van de kindernevendienst naar de catechese of de tienerdienst) kunnen kinderen en ouders participeren in de (voorbereiding van) de dienst. Daarnaast kunnen ouders (en andere gemeenteleden) heel goed betrokken worden bij de kinder-of jongerencatechese, bijvoorbeeld als begeleider van bijeenkomsten en om praktische ondersteuning te bieden.
Aandacht voor thuis
Indirecter kunnen ouders worden ondersteund door praktijken en vormen aan te bieden die een gelijkenis laten zien met wat er in de kerk gebeurt. Een voorbeeld daarvan is de zogenaamde ‘viertafel’: een kleine tafel in huis die in de adventstijd en de veertigdagentijd kan worden gebruikt om naar respectievelijk Kerst en Pasen toe te leven. Bij de tafel kan worden gezongen en gebeden en er kunnen voorwerpen op worden gelegd die met de tijd voor Kerst en Pasen te maken hebben. In de kerk herkennen de kinderen de gebruiken van thuis, en vice versa.
Bij de viertafel herkennen kinderen de gebruiken van thuis naar kerk en andersom
Tips voor materialen en advies
Boek ‘Een verlangen naar meer’
In het boek Een verlangen naar meer beschrijft ds. Egbert Veen een vierjarig project bij de kinderdoop. Vanuit dit project gaan doopouders met elkaar in gesprek over de geloofsopvoeding en hun eigen geloofsbeleving.
Training
Het Protestants Centrum voor Toerusting en Educatie biedt een training aan op het gebied van geloofsopvoeding, gericht op ouders. Kijk op www.protestantsekerk.nl/ pcte (> Trainingsaanbod per werkveld > Jeugdwerk) voor meer informatie.
Boek ‘Geloven met plezier’
Vaak hebben ouders gewoonweg behoefte aan praktische ideeën en mogelijkheden om geloof met hun kind te delen in het dagelijks leven. Als gemeente kunt u ouders/opvoeders daar ook mee helpen. Dat kan met het boekje Geloven met Plezier. Meer dan 100 leuke ideeën voor jou en je kind. (Auteurs: Friso Mout en Astrid Damstra). Het is een praktisch boekje voor (groot)ouders van kinderen tussen de 0 en 12 jaar. Uitgeverij Boekencentrum.
Magazines ‘Moments’
Moments is een serie van 3 bewaarmagazines die ouders op weg helpen vorm te geven aan de geloofsopvoeding. Mooi om zelf te hebben, maar ook geschikt als cadeau bij de doop. Moments staat vol praktische ideeën, handvatten en ervaringsverhalen over geloven en opvoeden voor alledaagse en speciale momenten in het leven met kinderen van 0-16 jaar.
‘Voorleven’
De HGJB ontwikkelde gespreksmateriaal voor oudergroepen onder de naam Voorleven. Voorleven wil ouders praktische handvatten aanreiken om met elkaar in gesprek te gaan over opvoeden en geloven. Uniek is de focus op zowel de pedagogische als de bijbels-theologische kant van opvoeden.
Week van de Opvoeding
Ieder najaar vindt in Nederland de Week van de Opvoeding plaats. Dit is een prachtig moment om ook als kerk aandacht te besteden aan (geloofs)opvoeding en bewust betrokken te zijn op ouders, kinderen en gezinnen. Vaak bieden ondersteunende organisaties als JOP en HGJB gratis materiaal aan voor deze week.
… al doende in de gemeenschap meedraaien
Participatie
De kerk kan de geloofsopvoeding ook ondersteunen door veel meer dan nu het geval is van jongs af aan mogelijkheden te bieden aan kinderen en jongeren om daadwerkelijk mee te doen in de gemeente: mee collecteren, de voorbeden helpen voorbereiden, het avondmaalsbrood bakken, helpen met het uitdelen er van op zondagmorgen, een zieke bezoeken met een bejaarde of helpen in de Voedselbank, een keer mee vergaderen in de kerkenraad over een belangrijk onderwerp en ga zo maar door. De mogelijkheden zijn bijna onuitputtelijk. Door kinderen en jongeren zo mee te laten helpen, ontstaat er met veel meer ouderen/gemeenteleden contact dan normaal gesproken het geval is. De kinderen en jongeren ontmoeten elkaar, maar ook veel ouderen. De kinderen en jongeren leren zo al doende wat het is om in een gemeenschap mee te draaien. Soms zal dat vlekkeloos gaan en is het alleen maar ‘superleuk’. Soms zal het wat moeizamer verlopen en leren de jongeren dat relaties met andere mensen soms zorg nodig hebben en dat zij actief onderhouden moeten worden.
De geloofsopvoeding van ouders én wat er in de gemeente aan hen en aan hun kinderen en jongeren wordt aangeboden, liggen in elkaars verlengde en staan veel minder op zichzelf. Bovenal is het een kwestie van bewustzijn dat de geloofsopvoeding een taak is van de hele gemeente. Daar zal vervolgens optimaal ruimte voor gemaakt dienen te worden in beleid, tijd, inzet en gebed.
Drs. T.F. Mout is predikant, pabodocent levensbeschouwelijke vorming en freelance trainer op het gebied van geloofsopvoeding, schoolidentiteit en kerk en jeugd. Tot 1 augustus werkte hij als specialist geloofsopvoeding bij de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk.