Menu

Premium

Omdat ik zo veel van je hou

Bij Genesis 29,1-30

Inleiding

Als een jongen en een meisje willen gaan trouwen, is het eerste waarover ze denken: ‘Hou ik wel echt van hem of van haar?’ Het komt wel voor dat ze elkaar nog maar heel kort kennen, maar dan weten ze het toch al heel zeker: zij is het, hij is het. Soms gaan ze dan meteen samenwonen en na een tijdje gaan ze trouwen. Iedereen feliciteert hen.

Wij kunnen het ons niet voorstellen dat ouders voor hun kinderen een bruid of een bruidegom uitzoeken. Vaak hebben die kinderen elkaar nog nooit gezien voor de dag dat ze trouwen. In de bijbelse tijd was dat zo. Vaak zochten ze een bruid of een bruidegom in de wijde familiekring. Een neef of een nichtje, een achterneef of een achternichtje. Of een oom. Bij moslims en joden is het nog zo, maar niet iedereen houdt zich eraan. Veel jongens en meisjes gaan zelf op zoek, of ze wachten tot ze tegen de ware aanlopen. En dan moeten ze ook nog vragen: ‘Wil je met me gaan?’

Hier kun je het verhaal van Jakob en Rachel vertellen.

Gesprek

Wat vind je van Jakob? Hij weet waar hij het zoeken moet: het gebied waar zijn familie vandaan komt. Hij heeft geluk – meteen ziet hij een meisje op wie hij verliefd wordt. Maar hij kan haar niet zomaar meenemen. Hij moet haar vader vragen. Hij moet voor haar werken. Hij moet haar verdienen. Maar liefst zeven jaar, wie doet dat nog?

Jakob wordt beduveld. Het gesluierde meisje dat bij hem in bed wordt gesmokkeld is Lea. Het lelijke oudere zusje van Rachel. Een rotstreek. Maar ja, getrouwd is getrouwd. Gelukkig mag je in die tijd twee keer trouwen.

Gebed

Laten we eens bidden voor mensen die willen gaan trouwen.
Dat ze veel en echt van elkaar houden.
Dat ze veel voor elkaar overhebben.
Dat ze geduldig zijn.
Dat ze ontdekken wat liefde is.
Dat hun ouders er blij mee zijn.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken