Menu

Premium

Portret van Prediker

Het boek Prediker bevat de verzamelde zuchten van een filosoof uit de derde eeuw voor het begin van onze jaartelling. Hij zucht en op de ademtocht van die zucht zegt hij keer op keer het woord dat zelf zucht en ademtocht betekent: habel… ademtocht, adem die vergaat, asem, lucht, leegte. Hij zegt dat hij zucht en wat hij zucht zegt hij. Wanneer hij nadenkt over de dingen van het leven blijft hij bewust bij zijn adem. Hij maakt de dingen niet mooier dan ze zijn. Hij benoemt ze met de adem die hij heeft. Daardoor worden voor hem de dingen niet meer dan de adem die hij heeft. Ze blijken zelf niet meer te zijn dan een zucht. Wat is het nu helemaal? Hij filosofeert niet met de hamer, maar met zijn adem. Hij hoort dat ‘de hele schepping zucht’ omdat ze aan vergankelijkheid is onderworpen (Rom. 8:22), en hij zucht zelf mee. Hij kan er geen ander woord voor vinden. Hij kent weldegelijk de filosofische begrippen van zijn tijd: het Al en het Zijn, en de gestalten van Verleden, Heden en Toekomst, en het Bijzondere en het Toevallige. Maar hij neemt al die begrippen mee in de eenvoudige beweging van zijn adem. Zo blijft hij bij zichzelf en daar blijft hij bij tot aan het eind van zijn boek. Dan laat hij horen hoe een mens, oud geworden, de laatste adem uitblaast, zodat ‘de adem van het leven weer naar God gaat’ (12:7). Dat is het dan, zegt hij: het hele leven niet meer dan een ademtocht. habel…Het lijkt wel of hier met een zucht de naam genoemd wordt van die mens uit het begin, Abel, die voor Kaïn lucht was.

Lees het hele artikel

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken