Menu

Premium

Preekschets 1 Samuël 1:11

1 Samuël 1:11

Negentiende zondag na Pinksteren

Diep bedroefd bad Hanna tot de Heer.
In tranen legde ze een gelofte af.

Schriftlezing: 1 Samuël 1

Het eigene van de zondag

Het eerste boek Samuël blijft een boeiend boek en is zeer geschikt om er enkele zondagen achtereen uit te lezen. In deze schetsen valt het licht op de figuur van Samuël, maar ook op de overgang tussen de tijd van de richters en de tijd van Saul en David. De lectio continua kan natuurlijk vervolgd worden.

Uitleg

Het begin van het boek Samuël sluit enerzijds aan bij de donkere tijd waarover het boek Richteren vertelt. De tijd zonder het heilzame gezag van een koning correspondeert met de verwereldlijking van het priesterschap van Eli en zijn zonen. De geschiedenis tussen God en zijn volk lijkt tot stilstand te zijn gekomen. Anderzijds ligt er ook een relatie tussen 1 Samuël en het boekje Ruth. Net als in het verhaal van Ruth begint ook 1 Samuël met een familiegeschiedenis, waarin God verborgen aanwezig blijkt te zijn. In een donkere tijd blijken er toch bijzondere mensen te zijn, zij vormen door hun geloof en moed een keerpunt in de geschiedenis van Israël.

De tekst begint met een klein geslachtsregister van Elkana. Door dit register op te nemen, tekent de verteller Elkana als een ware Israëliet. Het verhaal begint bij de jaarlijkse tocht van het gezin naar Silo. Bij het heiligdom in Silo, midden in Palestina, moeten we denken aan een klein, primitief heiligdom met muren van leem, kleine vertrekken en een eenvoudige indeling. Smelik constateert een zekere opwaardering van Silo gedurende het verhaal. In vers 7 wordt gesproken over een huis, maar in vers 9 over een tempel. In 1 Samuël functioneert Silo als herinnering aan de tocht van Israël door de woestijn en tegelijk als voorafschaduwing van de tempel in Jeruzalem. Zo is er in dit verhaal toch een relatie met de heilsgeschiedenis. De situatie in het heiligdom was overigens schrijnend (zie hiervoor 1 Sam. 2:11-17).

De moeilijke verhouding tussen Hanna en Peninna heeft niet alleen een familiaire achtergrond. In de tegenstelling tussen de twee vrouwen speelt de strijd mee, die in Israël gaande was tussen het geloof der vaderen en de dienst aan de vruchtbaarheidsgoden (zie ook Gen. 16). Koopmans noemt Peninna een ‘echt moederdier, heidensch-onbarmhartig bij het offer in Silo. Zij heeft niets dan verachting voor Hanna en haar nood’ (Koopmans, 11). Elkana geeft aan Hanna bij de offermaaltijd een dubbel deel. In Deuteronomium 21:17 wordt voorgeschreven, dat de eerstgeborene een dubbel deel krijgt. In ieder geval toont Elkana zijn bijzondere liefde voor Hanna. Tegelijk wordt ook hier een associatie gewekt met de geschiedenis van de aartsmoeders en hun eerstgeborenen. Daarmee wordt het centrale thema van dit hoofdstuk duidelijk: de Here verwekt een profeet en een richter, die Israël op een nieuwe weg zal brengen, ook al lijken de menselijke mogelijkheden nihil.

De aanhoudende strijd met Peninna maakt Hanna verdrietig en feestvieren wordt voor haar onmogelijk (vs. 7). Elkana kan Hanna ondanks zijn liefde toch niet goed opvangen en zijn opmerking, dat hij toch meer is dan tien zonen doet een beetje onhandig aan. Het keerpunt in de geschiedenis ligt in vers 9: Hanna stond op! Een belangrijk woord in de bijbel. De woorden: bitter bedroefd, wenen, bidden en een gelofte doen vind je in verschillende psalmen terug. De woorden uit vers 11 herinneren aan het nazireeërschap uit Numeri 11. We moeten het doen van een gelofte in Israël mijns inziens niet uitleggen in heidense zin alsof er een soort handeltje met de godheid bedreven wordt. Een gelofte doen is jezelf opnieuw beschikbaar stellen en wijden aan God. Hanna bidt om een zoon, maar wil haar kind ook ter beschikking stellen in de dienst aan de Here. Zo wijdt en verplicht zij zichzelf en haar kind aan Israëls God.

De vergissing van Eli is pijnlijk. Door Hanna’s emoties komt hij op de gedachte dat ze een dochter belials is, een uitdrukking die verwijst naar de heidense vruchtbaarheidscultus. Tegelijk wordt Eli hier getekend in zijn dubbelheid. De oude man herkent opeens de moed en het geloof van Hanna en verbindt daar zijn zegen aan. Koopmans gaat hierop in en zegt, dat we het woord van Eli niet al te vroom moeten uitleggen. ‘Heeft hij gezegd: goede vrouw, ge hebt nu zo vurig gebeden, nu moet gij ook vertrouwen dat onze lieve Heer u helpen zal? Het lijkt er wel op. Alsof Eli thuishoort in het gezelschap van Ambrosius met zijn bekende woord tot Monica. Maar ik houd het ervoor, dat Eli gesproken heeft met een zekerheid, die verder onafleidbaar is’ (Koopmans, 14). Vers 18 kan ook parafraserend vertaald worden met: ‘Bid alstublieft voor mij’ (Van Zijl). Voorlopig gaat Hanna niet met Samuël naar Silo. Vers 23 kan ook vertaald worden met de lxx: De Here doe uw woord gestand. In actieve zin vertaald: Vergeet je belofte aan de Here niet. Daarmee wordt ook het geloof van Elkana getekend en wordt duidelijk, dat de belofte van Hanna door hen samen wordt gedragen. Sommige uitleggers wijzen erop, dat de aanbidding in vers 19 ook aangeeft, dat Elkana de belofte van zijn vrouw heeft overgenomen.

Aanwijzingen voor de prediking

Er gaan grote dingen gebeuren in Israël. David, de grootste koning die Israël ooit gekend heeft, komt eraan. De preek zou kunnen beginnen met een korte beschrijving van dit perspectief. Natuurlijk moet dan ook aangeduid worden hoe nodig dat was. De samenleving was in verval, maar de ‘kerk’ niet minder. Echte vernieuwing en reformatie gaan beginnen. Hoofdstuk 1 is daarvan het begin. Maar wat voor een begin! Je zou dit begin kunnen vergelijken met het begin van een grote symfonie. De dirigent geeft de maat aan, maar je hoort vooralsnog alleen de stilte. Zo gewoon en zo klein is het begin van Gods grote daden.

Het bijzondere van hoofdstuk 1 is bovendien, dat het hier gaat om heel gewone mensen. God begint de geschiedenis van het heil met een gewone familie, waar nog problemen zijn ook. Elke prediker kent verhalen uit zijn eigen ervaring, waarbij gewone gemeenteleden in al hun gewoonheid indrukwekkende dingen deden. Wie op zoek is naar andere mooie voorbeelden kan die vinden bij Van de Beukel.

De tekst geeft verschillende mogelijkheden om dit nog wat uit te werken. Zelf heb ik dat onder andere gedaan met het commitment van Hanna. Commitment betekent bijvoorbeeld, dat je niet wegloopt van de plaats, waar God je gesteld heeft. Elkana en Hanna gingen jaarlijks naar Silo en er waren talloze redenen om iets beters te zoeken. Het deed me denken aan de kloosterregel van Benedictus, waar de stabilitas loci een voorwaarde is om te groeien. In een gewone, soms moeilijke situatie wil het geloof toch beoefend worden. Koopmans zelf heeft dat niet alleen in zijn preken, maar veelmeer nog in zijn leven getoond en zich dienstbaar opgesteld tegenover de Amsterdamse Joden.

Een andere mogelijkheid is om de betekenis van het gebed wat uit te diepen. Het valt op, dat elk nieuw begin in Israël samenvalt met het feit dat mensen erom vragen. Ook hiervan zijn verscheidene voorbeelden te geven. De christenen van

Rome kwamen samen in de kruipruimtes onder de stad. In een van de catacomben heeft iemand twee handen afgebeeld in gebedshouding en daaronder geschreven: Orantes, biddend! Elke reformatie en opwekking begint met mensen, die erom hebben leren vragen.

Welk aspect men ook wil belichten, uiteindelijk zal de preek iets moeten verduidelijken van het doen van een gelofte. Mensen kunnen zich nog steeds aan iets wijden en ergens toe verplichten. Gewoon werk in de kerk als bezoekdame of in de samenleving als vrijwilliger in het vluchtelingenwerk kan zoiets zijn. Dat doen we niet om een soort handeltje met God te beginnen, maar om voor onszelf te verduidelijken waar we staan. Bij alle toepassingen en associaties die de tekst geeft, blijve men toch dicht bij het verhaal. De draad van het verhaal zorgt voor de eenheid in de verkondiging.

Liturgische aanwijzingen

Te denken valt aan de Psalmen 50 en 118 (het doen van geloften); 13 (het geschil tussen Hanna en Peninna) of 141 en 142 (het gebed). Voor liederen valt te denken aan Gezang 304, 322 en 482. Uit EvLB: Lied 297, 298.

Geraadpleegde literatuur

Twee goede commentaren vond ik: A.H van Zijl, 1 Samuël deel 1, Nijkerk 1988 en K.A.D. Smelik, 1 Samuël 1, Kampen 2002. Belangrijke exegetische details vond ik in het boekje van N.A. Schuman, Messiaans en menselijk, Kampen 1988. Het boekje van F.O van Gennip, School voor koningen, Baarn 1976 beweegt zich min of meer in het gebied tussen uitleg en preek. Van J. Koopmans verschenen postuum vier preken over 1 Samuël: Toen stelde de Heere zich daar, ’s-Gravenhage 1945. Het boekje bevat een inleiding van K.H. Kroon en vier preken over 1 Samuël 1:26-28; 2:6; 2:35; 3:10. Verder: J. van den Beukel, De dingen hebben hun geheim, Baarn 1990.

Wellicht ook interessant

God zelf ontmoeten
God zelf ontmoeten
None

Thema: God zelf ontmoeten

Hoe vind je stille tijd in een wereld die op hol is geslagen? Nikolaas Sintobin nodigt je in God zelf ontmoeten uit om op retraite te gaan. Zonder klooster, gewoon vanuit je eigen huiskamer. Want in de stilte en het gebed kan God opeens verschijnen. Hij laat zich daarbij inspireren door de geestelijke inzichten Ignatius van Loyola. Het leidt tot een herontdekking van de geestelijke begeleiding uit vroeger tijden. Geestelijke begeleiding die erop gericht is de ander te helpen bij het ontwikkelen en onderhouden van een relatie met God. Belangrijk daarin is het herkennen van Gods stem in je leven. Vanuit de overtuiging dat God spreekt via gevoelens, verlangens en dagelijkse ervaringen.

Nieuwe boeken