Preekschets 2 Samuël 5:7
Gehoorzaamheid, strijd en koningschap

Een zondag in de Veertigdagentijd
Maar David veroverde de burcht Sion, dat is de stad van David. (2 Samuël 5:7 NBG 1951)
- Bijbelgedeelte: 2 Sam. 5: 1 – 10; 17 – 25.
- Preektekst: 2 Samuël 5:7
- Thema: Koningschap te Jeruzalem, overwinning en strijd
Liturgisch kader
Onze predikant hield hier een preek over en bij nadere studie ontdekte ik zelf, dat er ook een link ligt naar Jeruzalem (verzen 5 – 10) en dit Bijbelgedeelte goed in een 40-dagen cyclus onderweg naar Pasen zou kunnen passen.
Lied
Een prachtig lied hierbij is door Ton Naastepad geschreven: lied 4 over David, de harpspeler en herder. Het staat in de bundel ‘Het lied op onze lippen’ met verwijzingen naar het lijden en verrijzen van de Heer.
Uitleg
Profeten, leiderschap en koningschap
In tegenstelling tot de ons bekende canon (uit de Septuaginta) rekenen de Joden in de TeNaCh-indeling de boeken Jozua, 1 en 2 Samuël en 1 en 2 Koningen tot de profetische boeken. Dus: de vroege profeten. Boeken met historische kernen, maar het gaat altijd om het zoeken naar leiderschap dat recht doet en de Thora navolgt. Vandaar dat profeten in deze boeken een belangrijke rol spelen als wegwijzers naar wie de Heer is en wat er gebeurt als dat principe los wordt gelaten.
Het ijkpunt in 1 en 2 Samuël is het opkomende koningschap van David, maar dat gebeurt niet zonder slag of stoot. Een tweede ijkpunt is de plaats van Jeruzalem, dat niet alleen de koningszetel zal worden, maar ook de zetel van de Tempel, weliswaar na David (vergelijk 1 Koningen 6).
Zie Jewish Study Bible, pagina 429 – 433, over de richting die het boek Deuteronomium wijst in de boeken Jozua, Rechters, 1 en 2 Samuël en 1 en 2 Koningen. Joodse uitleggers wijzen erop dat de vroege profeten samen met Deuteronomium ook vijf boeken vormen, de reflectie van Thora in de praktijk en het afwijken daarvan en de gevolgen.
De troon over geheel Israël komt niet zomaar aanwaaien: Isboseth, uit het geslacht van Saul, was nog vorst over Israël. David alleen over het gebied van Juda, rond Hebron, later ook Jeruzalem.
David, heel diplomatiek, heeft Saul eervol laten begraven; en in hoofdstuk 3 ook Isboseth. Hij wil niet schuldig zijn aan hun dood, waarschijnlijk vanwege de belofte aan Jonathan; zie Jewish Study Bible, opmerkingen bij hoofdstuk 3 en 4).
Zalving en koningschap
Feit is dat David gezalfd (zalving: bekleding met gezag namens de Heer!) is te Hebron over héél Israël. Met bijpassend meer bewijs van zijn invloed door meer vrouwen en concubines te nemen (zie 5:16). Voor ons nauwelijks te begrijpen, maar nog steeds is een harem in het Oosten niet ongebruikelijk.
Opvallend is dat in beide boeken Samuël de aandacht ligt op het koningschap van Saul en David. De tegenstelling tussen een vorst die steeds meer zijn eigen weg gaat (Saul) en een vorst die telkens en telkens – ook na falen – terugkeert naar de Heer (David). Zo staat David tegenover Saul. Het koningschap van David heeft daardoor meer het karakter van een gezalfde dan dat van Saul. Saul maakte zijn zalving niet waar. Dr. Henk de Jong diept dit mooi uit in zijn preekbundel ‘De twee messiassen’ (bespreking in https://www.onderwegonline.nl/25502-de-twee-messiassen).

Jeruzalem en koningschap
Opvallend is ook de belangrijke plaats, die Jeruzalem inneemt. De stad der Jebusieten was nog niet veroverd door de Israëlieten. Koning David was de vorst, die Jeruzalem veroverde. Zoals Israël droogvoets door de Yam Suf (‘Rietzee’ als niet verhelderende vertaling) trok onderweg naar het beloofde land, zo trekt David via een watergang Jeruzalem binnen.
Opvallend is dat de Jebusieten als laatste genoemd worden in de lijst van volkeren, die verdreven moeten worden in een reeks van zeven (!) volkeren; lees Deuteronomium 7: 1. De Jebusieten zijn daarmee een sluitstuk geworden van de verovering door Israël en Jebus (‘platgetreden’) wordt Jeruzalem, ‘stad van vrede.’ (Jewish Study Bible). De Korte Verklaring, hoewel terecht in haar opmerking dat de Heer David via Samuël gezalfd heeft tot koning, is toch te veel historiserend in haar conclusie en mist daarmee ook de wijze hoe 1 en 2 Samuël als Joodse boeken moeten worden gelezen.
Met Jeruzalem is in wezen de overwinning van het land voltooid. Zeven is het getal van voltooiing en vervulling (Illustrated Bible Dictionary, Vol. 2, p. 1098). Ondanks het ontvangen van de kroon, de verovering van Jebus, de naamsverandering van ‘Jebus’ in ‘Jeruzalem’, is er nog wel strijd: juist in die strijd blijkt hoezeer David afgaat op het woord van de Heer en de belofte van overwinning.
Koningschap en aanwijzingen van de Heer
1 Samuël 5:17-25 tekent een David, die afgaat op de aanwijzingen die de Heer geeft. Er zijn twee golven van overwinning. Eén in het dal van Refaïm (= reuzen, vergelijk Goliath, ook een Filistijn), waar de Heer David zegt op te trekken tegen de Filistijnen en bij de tweede veldtocht om achterlangs te trekken. Opvallend is dat hier dezelfde woordstam wordt gebruikt als bij de overwinning over Jebus. Niet het water overwint, maar er worden bressen geslagen waar Israël doorheen kan trekken. Let op: Baäl Perizim, de ‘heer van de bressen’, als naam van de streek: in de zin als: eigenaar van de bressen. Een verwijzing naar de watergang naar Jeruzalem? Het woord voor ‘bres’ kan ook vertaald worden als ‘ondergronds water’. Ook het woord voor ‘burcht’ bij de verovering van Jeruzalem wordt hier opnieuw gebruikt.
Aanwijzingen voor de prediking
- Vermeden moet worden om deze geschiedenis puur historisch te lezen. De taal en herhaling van woorden en de precisie bij het gebruik van locaties en verborgen getallensymboliek (7) laat zien, dat er een andere laag is: de zalving van David, het Davidisch koningschap waarbij profeten en zieners een grote rol spelen en de lijn van Gods trouw aan zijn volk.
- Gehoorzaamheid aan de Heer betekent niet, dat er geen strijd is. In de strijd vraagt David de Heer, wat hij moet doen. Daar kan in het pastoraat zeker wat mee worden gedaan.
- De boeken 1 en 2 Samuël zijn in de Joodse canon allereerst profetische boeken, zie notitie aan het begin.
- Het gedeelte kan ook heel goed in de Veertigdagentijd worden gelezen. Want er wordt voortdurend verwezen naar een Davidisch koningschap, dat zowel strijd als redding inhoudt. De nadruk ligt dan ook op de verovering van Jeruzalem, de stad van vrede, Jebus is niet meer. Kruis en verrijzenis verwijzen terug naar die overwinning, ook al is de aard van Gods Koninkrijk heel anders dan dat van aardse dynastieën en is er de verwachting van een nieuw Jeruzalem dat het huidige Jeruzalem verre overtreft als werkelijke stad van vrede.
Johan Lotterman is gepensioneerd voorganger van de Vrije Evangelische Gemeente Beverwijk en van Luthers Zeist.