Menu

Premium

Preekschets Jakobus 5:14 – Dienst van zegening en zalving van zieken

Jakobus 5:14

Laat iemand die ziek is
de oudsten van de gemeente bij zich roepen;
laten ze voor hem bidden
en hem met olie zalven in de naam van de Heer.

Schriftlezing: Jakobus 5:12-20

Het eigene van de viering

In onze tijd ligt er een sterk accent op gezondheid en bieden allerlei, al dan niet christelijke genezers, zich aan. Het is goed om in een liturgisch en pastoraal verzorgde context te vieren dat ‘heelheid’ tot het hart van het heil behoort.

Uitleg

In de reformatorische kerken ontstond, mede door ontwikkelingen in de ons omringende cultuur, een groeiende bewustwording dat de omgang met de Here Godwel zeer rationalistisch versmald was. De verkondiging van het Woord werd ‘uitleg’, want het Woord moest immers ‘begrepen’ worden. Wat iets heel anders kan zijn dan door het Woord gegrepen te worden!

In de liturgie zijn symbolen en rituelen teruggekomen, die al te rigoureus verwijderd waren (paaskaars, doopkaars, gedachtenislichtjes). Er worden handen opgelegd bij de doop en een huwelijk, ook bij de bevestiging van nieuwe lidmaten en ambtsdragers. En we bidden om de presentie / bekrachtiging met de Geest: zo voelbaar als de handen op je hoofd, zo dichtbij en tastbaar wil God in ons leven aanwezig zijn.

In het symbool gaat het om het samenvallen van onze gebroken werkelijkheid en de presentie van de Ene. Wat uiteengerukt is door de diabolos (uiteenwerper), wil God weer helen, verzoenen. De eenheid van het leven die God schenkt, vieren we in de liturgie. We stellen die present als we de maaltijd vieren: wat verstrooid was over de velden, maakt Hij tot één brood. Wat in de wereld verstrooid was, maakt Hij tot één lichaam: zijn gemeente. Vooral in anglicaanse literatuur wordt stilgestaan bij de helende kracht van de Maaltijd, een gedachte die we al bij sommige kerkvaders vinden.

Waar staat de ziekenzalving voor? Het is bij Jakobus allereerst de reddende aanwezigheid van God (5:15). De gebrokenheid die ons (samen)leven doortrekt, manifesteert zich op toegespitste wijze in het bestaan van de zieke. ‘Afgesneden uit het land van de levenden’ voelt zij zich. ‘Waarom overkomt mij dit?’ vraagt de zieke zich af. Er is de confrontatie met schuldvragen in je leven en een zoeken naar de zin van alles. De christelijke gemeente, die gelooft in de gekruisigde en opgestane Heer, wordt door zijn Geest bij het lijden van de schepping (Rom. 8) betrokken. De Geest in ons neemt het zuchten van wie lijden over: dat klinkt in het Kyrië, in psalmen uit de diepte, in de voorbede. Maar de Geest van de solidariteit is ook de Geest die de hoop in onze harten levend houdt: Jezus is immers de Opgestane. In liederen, gebeden, in diaconie en verkondiging belijden wij dat Hij alle tranen zal afwissen. Het zalven van de zieke drukt uit dat Gods Geest levenwekkend in en door de zieke wil werken. Daarbij is de verwachting niet slechts gericht op lichamelijke genezing, maar op ‘heelmaking’ van de mens: in zijn relatie naar God en de anderen toe. Het is niet zonder zin dat Jakobus het ‘wederzijds belijden van de zonden’ verbindt met de zalving. In die herstelde gemeenschap met God en elkaar kunnen ook krachten vrijkomen die het herstel van het lichaam bewerken.

De oudsten in Jakobus representeren de gemeente, het lichaam van de Messias. Genezing is in de Schrift allereerst bevrijding uit de eenzaamheid van schuld en angst. Daarom is er de opwekking om elkaar de zonden te bekennen. Hier wordt de schuldvraag dus niet eenzijdig bij de zieke gelegd. Het gaat om een klimaat van verootmoediging, waarin wij met lege handen en vol verwachting voor Gods aangezicht verschijnen.

Ten tweede is het een verzoeningsgebeuren. Chrysostomus (4e eeuw) ziet het zalven (aleiphein) in het licht van Leviticus 14:15, 18:20. De zieke deelt in de zalving van Hem die wil dat wij rein worden (Mat. 8:3).

Ten derde gaat het om de heiliging van het concrete bestaan. Minder bekend, maar even belangrijk, is wat daarover in Exodus 29:30 en 30:22-23 staat. Dat gaat over de bereiding van de heilige zalfolie, de inwijding van de tabernakel en de zalving van de eerste priesters. Zie ook Exodus 40:9-16. Wat hierbij opvalt, is dat niet alleen de priesters gezalfd worden, maar ook de hele tabernakel en de heilige voorwerpen daarin. Er worden dus niet alleen mensen gezalfd en gezegend, er worden ook dingen gezalfd en gezegend. Het is goed om dat in het oog te houden. Ook het materiële heeft een plaats in het Rijk van God. Het vertegenwoordigt in de eredienst de hele schepping.

Ten vierde heeft de zalving ook een eschatologische spits, die we beluisteren in 5:15. ‘Het gelovige gebed zal de zieke redden, en de Heer zal hem laten opstaan.’ ‘Laten opstaan’ – egeirein betekent letterlijk wekken, wakker maken. Het wordt gebruikt voor opwekken uit de doodsslaap, zie Matteüs 26:32. Allerlei teksten in hoofdstuk 5 refereren aan de komst van Jezus en het laatste oordeel (5:3, 8, 9). De zieke die deelt in het lijden van de tegenwoordige eeuw, zal ook met Christus opstaan!

De bijbelse eschatologie wordt – mede door een fundamentalistische Schriftvisie – vaak gezien als een louter toekomstig scenario. Maar met de gave van de Geest zijn de laatste dagen aangebroken (Hand. 2:17). Jakobus weet dat de gemeente leeft in het krachtveld van Gods belofte. Het Rijk werpt zijn schaduw achteruit! Kraan schreef: ‘In de verwachting gaat het om een gesteld worden in de relatie tot het voltooide einde, het eschaton, de vervolmaking in Jezus. Een “realising eschatology”, een eschatologie, die zich nu verwerkelijkt’.

Aanwijzingen voor de prediking

Kraan is terecht in opstand gekomen tegen een christendom dat de verzoening tot een geestelijke werkelijkheid reduceerde. Jezus is de Sotèr, Redder; Hij is de Genezer en Bevrijder. In migrantenkerken en in de Derde Wereld kent men onze scheiding tussen lichaam en ziel meestal niet. Trouwens, ook in de medische wetenschap weten we dat de mens een psycho-somatische eenheid is. Tegen een godsdienst van lijdelijkheid en berusting verkondigde Kraan een God die de heling van mens en wereld wil.

De brief van Jakobus zindert van diezelfde passie voor gerechtigheid. Geen bevoorrechting van de rijken (2:2-7)! Geen vrome woorden maar zorg voor de arme (2:16-17). Loon voor de arbeiders en geen uitbuiting (5:4-6). In dat kader mag ook de zieke niet vergeten worden, het heil moet gedeeld worden met de behoeftige. Daarom ook aan ons de vraag hoe we in de kerk omgaan met zieken en gehandicapten. Voelen ze zich buitengesloten? Zijn ze alleen object van zorg (‘verwendia-conaat’)? Of herkennen wij een partner in de zieke, in zijn zuchten naar heelheid? Helaas is er in de praktijk van het gemeenteleven vaak weinig ruimte voor mensen met gebreken. Verstandelijk gehandicapt, gedeprimeerd of verslaafd, rekenen we met hun aanwezigheid? Beluisteren we die als een vraag om nabijheid, om handoplegging? Een arm om de schouder om te beginnen?

Ziek zijn is vaak een eenzame worsteling. In het gebed voor en met de zieke deelt de gemeenschap in die worsteling en roept om Gods ontferming. Als we samen de vragen aandurven, creëren we ook ruimte voor verwondering.

God wil heling en bevrijding _ maar wij weten nog niet wat dat is! We kunnen dat alleen samen ontdekken. Wat betekent dat bijvoorbeeld voor mensen wier situatie onveranderlijk is? Wier ziekte ongeneeslijk? De Verheerlijkte in de Apocalyps heeft wonden! Hij is de ‘wounded Healer’. De biddende gemeente om de zieke heen representeert zijn passie voor gerechtigheid. Want het heil van de enkeling en dat van de wereld gaat haar aan het hart.

Liturgische aanwijzingen

Liederen: Psalm 16, Gezang 463. GvL 473, Ionabundel 54.

Zegening en zalving van zieken zal meestal thuis of in het ziekenhuis plaatshebben, een context waarin meestal geen Woordverkondiging plaatsheeft. Op een toenemend aantal plaatsen echter worden voorbedediensten gehouden. Soms vindt zo’n dienst – goed voorbereid – op de zondagmorgen of zondagavond plaats of in het kader van een vesper. Ook tijdens een Thomasviering kunnen mensen bij een pastoraal team komen om handoplegging en / of ziekenzalving te ontvangen.

In Dienstboek II, 454-481 is een formulier voor ziekenzalving opgenomen. Eraan voorafgaand vinden we bijbelse en historische informatie en praktische aanwijzingen. Goede informatie via een gemeente-avond en / of kerkblad is belangrijk.

Geraadpleegde literatuur

Hier mogen de boeken van dr. Karel Kraan niet ongenoemd blijven, die sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw onvermoeibaar gepleit heeft voor een kerkelijke ‘dienst der genezing’: Heiliging, het hart van het heil, Kampen 1977; dez., Genezing en bevrijding, Kampen, drie delen tussen 1983 en 1986 (deel 1, 97-103 gaan in het bijzonder over de ziekenzalving); A time to heal. A report for the House of Bishops on the Healing Ministry, Church House Publishing, London 2000; G. Gerkema, Ziekenzalving als helend sacrament (doctoraalscriptie kthu, 1986); Martin Dudley en Geoffrey Rowell, The oil of gladness. Anointing in the Christian tradition,spck London 1993; Piet Schelling, Daar word je beter van. Geloof, ziekte en genezing, Kampen 2008. Verdere info op www.lucasorde.nl.

Wellicht ook interessant

God zelf ontmoeten
God zelf ontmoeten
None

Thema: God zelf ontmoeten

Hoe vind je stille tijd in een wereld die op hol is geslagen? Nikolaas Sintobin nodigt je in God zelf ontmoeten uit om op retraite te gaan. Zonder klooster, gewoon vanuit je eigen huiskamer. Want in de stilte en het gebed kan God opeens verschijnen. Hij laat zich daarbij inspireren door de geestelijke inzichten Ignatius van Loyola. Het leidt tot een herontdekking van de geestelijke begeleiding uit vroeger tijden. Geestelijke begeleiding die erop gericht is de ander te helpen bij het ontwikkelen en onderhouden van een relatie met God. Belangrijk daarin is het herkennen van Gods stem in je leven. Vanuit de overtuiging dat God spreekt via gevoelens, verlangens en dagelijkse ervaringen.

Nieuwe boeken