Preekschets Jeremia 32:8b
![Prediking-[2;1,-edit]](https://www.theologie.nl/app/uploads/2021/11/Prediking-21-edit.jpg)
Vierde zondag van de herfst
‘Ik koop die akker’
- Bijbelgedeelten: Jeremia 32:1-1; 2 Korintiërs 4:7-9
- Preektekst: Jeremia 32:8b
Het eigene van de zondag
Het begrip ‘crisis’ is niet van de lucht. Dat kan twee zeer uiteenlopende reacties oproepen. De ene reactie heeft de neiging om de ernst van een concrete situatie te relativeren en mogelijk zelfs te ontkennen. Zo is bijvoorbeeld het woord ‘klimaatontkenner’ tot ons vocabulaire doorgedrongen. Dergelijke ontkenners zijn te vinden op alle gebieden waar sprake is van ‘crisis’. Aan de andere kant van het spectrum zijn de pessimisten, de cynici die zeggen dat er geen redden aan is. In het ergste geval leidt dat tot een houding ‘na ons de zondvloed’.
Beide groepen komen in ons land af en toe hardhandig en onverzoenlijk tegenover elkaar te staan. Nu heeft de Schrift geen blauwdruk voor oplossingen voor de crises waar we ons in bevinden. Tegelijkertijd moeten we zeggen dat we de eersten niet zijn die oog in oog staan met ernstige vragen en problemen. Daarom is het goed om te luisteren naar mensen die zelf midden in het oog van (geo)politieke stormen hebben gestaan. Wat waren woorden die hen de weg wezen? Hoe hebben zij de stem van de HEER gehoord en verstaan? Tot welke heilzame daden wisten ze zich geroepen? Daarom luisteren we naar de profeet Jeremia.
Uitleg
Grootmacht
Profeet Jeremia treedt op in de tijd dat grootmacht Babel de scepter van Assur overneemt als dominante macht in het Oude Midden Oosten. Vanwege die machtswisseling maakt zich in eerste instantie een enorm geluksgevoel meester van de mensen die jarenlang onder het harde en wrede bezetters-juk van de Assyriërs hebben geleden. Er gaat een golf van opademing en hoop door de toenmalige wereld. Ook de inwoners van het tweestammen-rijk Juda-Benjamin en vooral die van hoofdstad Jeruzalem hopen dat ze vrij zullen blijven van bezetting en dat ze niet hoeven te vrezen voor de nieuwe machthebbers. Ze hopen dat er na de periode van angst en dreiging door Assur een periode van internationale rust zal aanbreken.
Geen rust
Maar de roes van vreugde is slechts van korte duur. In onze dagen gaat dat nog zo. Als er een machthebber het veld moet ruimen is dat alleen om die in te wisselen voor een andere machthebber. Revoluties zijn niet zelden paleisrevoluties waarbij de ene tiran slechts wordt ingewisseld voor een volgende tiran. Als Babel de fakkel op het wereldtoneel overneemt van Assur dan blijkt Babel al snel geen haar beter te zijn dan Assur. Ook Babel is een macht die uit is op wereldheerschappij, een macht die andere volken onderwerpt. Eerst willen de inwoners van Juda-Benjamin en Jeruzalem daar niet aan. Ze denken dat het zo’n vaart niet zal lopen met de nieuwe machthebbers in Babel. Jeremia maakt duidelijk dat er geen rust is te wachten maar dat ballingschap voor de deur staat.
Woord van de Heer
In dergelijke situaties zijn er altijd mensen, die hun hachje proberen te redden ten koste van anderen. In dit geval gaat het om Chananel, de neef van de profeet. Op de valreep probeert hij een inmiddels waardeloos stuk grond te verkopen aan oom Jeremia. En in plaats van z’n neef een uitbrander te geven voor dit onbehoorlijke voorstel, zegt Jeremia doodgemoedereerd: “Ik koop die akker”. Omdat hij weet en gelooft: dit onbehoorlijke voorstel is een woord van de HEER (32:8). Jeremia kijkt over de grens van de onvermijdelijke crisis heen. Hij weet en gelooft, dat Jeruzalem inderdaad door een louteringsproces heen zal moeten gaan. Maar daarna is er weer een kans op een nieuw begin. In bijbelse taal gezegd: er is kans op een nieuwe uittocht en intocht.
Aanwijzingen voor de prediking
De prediking naar aanleiding van dit tekstgedeelte zou de volgende ‘ingrediënten’ kunnen/moeten bevatten.
- Merkwaardige bereidheid
Het hoofdstuk ‘scharniert’ als het ware om de merkwaardige bereidheid van Jeremia om een totaal waardeloos stuk land te kopen van een rat die het zinkende schip wil verlaten. Om het wonderlijke en uitzonderlijke van de woorden en de daad van Jeremia voor het voetlicht te brengen is het nodig te beginnen met een tekening van de geopolitieke omwenteling aan het einde van de zesde eeuw voor Christus. Het gaat om de impact van de val van Nineve, de hoofdstad van het Assyrische rijk. De nagalm van de ‘ondergang van de bloedstad’ is te horen bij de profeet Nahum. - De prediking
Een tweede ingrediënt betreft het benoemen van de prediking van Jeremia. Hij is één van de weinigen die de ‘tekenen der tijd’ correct duidt. Hij lijdt eraan dat zowel de leiders van Jeruzalem als haar inwoners doof blijven voor het onweer dat aan de horizon rommelt. Hij heeft er moeite mee om boodschapper te moeten zijn van een ‘inconvenient truth’, een ongemakkelijke waarheid. Hij wil de woorden over oordeel en ballingschap wel inslikken. ‘Maar’, zegt hij elders, ‘die woorden van God zijn als een brandend vuur in mijn botten. Ik kan ze niet achterhouden’ (Jeremia 20:9). - De reactie van de machthebbers
Het derde element is de reactie van de machthebbers in Jeruzalem: de onwil om ongemakkelijke waarheden te willen horen. Men denkt: “Het zal zo’n vaart niet lopen”. Het zijn klassieke woorden van crisis-ontkenners. Hier ligt een eerste mogelijkheid tot actualisering. Want in de vele crises die ons land en onze cultuur kent, is ook de stem te horen uit Jeruzalem: ‘Ach het valt wel mee met het milieu, met de stikstof, met de verruwing in de publieke ruimte’. Het zou weleens kunnen zijn dat Jeremia vandaag – net als toen – zou zeggen: ‘Het valt níét mee’. - Vertrouwen
Hoezeer Jeremia doordrongen is van de ernst van de situatie, hij vertrouwt er ook op dat de HEER meegaat in de crisis en dat Hij daarna een nieuw venster op de toekomst zal openen. En om zijn vertrouwen daarin te tonen, koopt de profeet de op dat moment waardeloze akker die de patjakker van een neef aanbiedt. Hij laat zijn vertrouwen en zijn hoop als het ware ook notarieel vastleggen (32:10-11). En hoewel de Jeruzalemse lommerd geen stuiver meer voor die akker geeft, wacht de koopakte in een aarden pot als een belof-te op inlossing ná de crisis. Hier liggen belangrijke kansen voor actualisering. Menig gemeentelid voelt de hitte van de hedendaagse crises, zowel die op maatschappelijk gebied als crises die de werelden van geloven, God en de kerk raken. En het einde daarvan is nog niet in zicht. De prediking loopt niet om die pijnlijke nuchterheid heen. - Hoop
Vervolgens leeft de prediking van de hoop. Het is van belang om hele concrete woorden, plannen, daden te noemen waarmee de hoorders als het ware nu alvast ‘akkers in de toekomst’ kunnen open. Vaders en moeder die hun kinderen een ‘goed genoeg’ opvoeding (Winnicot) geven om op weg te gaan naar de toekomst. Ondernemers die fair zaken willen doen ook als dat niet de maximale winst oplevert. Toch zonnepanelen kopen, een warmtepomp ook al zou in jouw leven je de winst niet meer toevloeien: investeren in Gods aarde. Ervaringen en gebeurtenissen op huisbezoeken, catechese en vergaderingen bieden soms ontroerende momenten van hoop tegen alle wanhoop in. Laat de prediking al die grote en kleine ‘koopaktes’ van hoop benoemen. Laat de prediking zélf gekenmerkt worden door de woorden van de profeet: ‘Ik koop die akker’. Zo kan een heilzame weg geboden worden tussen de uiterste reacties op een crisis. - Christologische verdieping
Tot slot kan de prediking een christologische verdieping aanbrengen. Jeremia laat de koopakte bewaren in een ‘aarden pot’. De apostel Paulus getuigt dat God ons een grote schat in een aarden pot heeft toevertrouwd, namelijk het Evangelie dat Hij in en door Jezus van Nazareth onze God en Vader is. In Jezus is de schat van Gods liefde als kwetsbaar mens in ons midden komen wonen. En op Goede Vrijdag bleek hoe kwetsbaar Gods aardewerk was tegenover de menselijke boosaardigheid, de machtsspelletjes. En zo lag Hij daar op een stille zaterdag, in een graf, in een aarden pot in de grond. Niemand die nog wat over had voor de woorden en daden van Jezus, de Jeruzalemse lommerd gaf er ook toen geen stuiver voor. Maar God was trouw aan zijn beloften en heeft zijn geliefde zoon niet overgegeven aan de vergetelheid. Het evangelie van Pasen is een blijvende koopakte van de wereld die komt. Vanwege het Paasevangelie zeggen we het Paulus na: ‘we zijn in twijfel, maar niet vertwijfeld’. De NBG vertaling geeft deze woorden van Paulus ook mooi weer: ‘wij zijn om raad verlegen, maar niet radeloos’.
Liturgische aanwijzingen
- Uit Liedboek 1973: gezang 291.
- Uit het nieuwe liedboek 2013: 755, 994, 1002 en 1014.
Deze preekschets is geschreven door Rein Bos.
Geraadpleegde literatuur
- T.E. Fretheim, Jeremiah, Macon GA: Smith & Helwys; 2002.
- H. Lalleman-de Winkel, Jeremiah and Lamentations, Downers Grove Illinois: InterVarsity Press; 2013.