Menu

Premium

Preekschets Jesaja 25:6 – Werelddiaconaat

Jesaja 25:6

Op deze berg richt de HEER van de hemelse machten voor alle volken een feestmaal aan …

Schriftlezing: Jesaja 25:6-12

Het eigene van de zondag

Deze schets is in het bijzonder bestemd voor zondagen waarop een collecte wordt gehouden voor het werelddiaconaat. De uitvinder van het werelddiaconaat was de apostel Paulus. Hij riep de gemeenten die hij gesticht had tijdens zijn zendingsreizen op om een collecte te sturen naar de gemeente in Jeruzalem. Zijn theologische visie was gegrondvest op oudtestamentische teksten, onder meer onze schriftlezing, waar geschreven staat dat alle volkeren zullen optrekken naar de berg Sion in Jeruzalem.

Uitleg

Het feestmaal op de berg Sion, door God aangericht, hangt samen met de vestiging van Gods koningschap op de berg Sion. De belofte van een feestelijk maal waaraan alle volkeren deelnemen, is in het Oude Testament betrekkelijk zeldzaam; De auteurs van het boek Jesaja kennen de bedëvaart van alle volkeren naar Jeruzalem waar God hen zal onderwijzen aangaande zijn wegen. De zwaarden zullen dan omgesmeed worden tot ploegscharen (Jes. 2). De volkeren zullen ook geschenken meebrengen naar de berg Sion (Jes. 18:7). De volkeren zullen de enige God belijden en geen ander (Jes. 45:14). Volkeren zullen opgaan naar God die het licht is dat de duisternis overmeestert (Jes. 60:3).

Gods troonsbestijging is een bekend gegeven in de religies van andere volkeren die Israël omringen. Marduk wordt in Babel uitgeroepen tot koning. De deelnemers aan; dit gebeuren nemen ook deel aan een feestmaal. Marduk is de helper van alle mensen.Marduk bewees in zijn scheppingsstrijd reeds zijn macht. Zelfs de Germaanse volkeren kennen troonsbestijgingen van hun góden waarbij een maaltijd gevierd wordt. Dit zijn vaak verbondsfeesten waar koning en volk elkaar trouw beloven.

Jesaja 25 roept ook herinneringen op aan Exodus 24:9-11 waar de zeventig oudsten met Mozes en Aaron de berg Sinaï bestijgen, vervolgens God aanschouwen en ook deelnemen aan de maaltijd. Het vreugdemaal van Jesaja 25 is een genadeaanbod aan alle volkeren op de berg Sion vanwaar de tora zal uitgaan onder alle volkeren. Deze maaltijd is niet vergelijkbaar met de maaltijden in de Baalcultus. Deze maaltijden waren altijd noodzakelijk met het oog op welvaart en kinderrijkdom. In Jesaja 25 is het God zelf die koren, most en olie geeft. In de Baalcultus wordt door de maaltijd het leven gegarandeerd.

Voor Israël is het God zelf die de strijd tussen leven en dood beslist. Wijnen en vette spijzen bevestigen het leven dat de volkeren gegund is. Als mensen rouwen, omhullen zij hun gezicht met een sluier. Als de volkeren samenkomen op de berg Sion zal God zelf de rouwsluier vernietigen. Het is afgelopen met de overmacht van het dodenrijk. Jesaja verkondigt de unieke boodschap dat God de dood vernietigt. Dood is alles wat het leven van de mens beschadigt en bedreigt. Gods macht strekt zich uit tot de dood. God toonde zijn macht als schepper toen Hij geconfronteerd werd met de woeste en doodse aarde waar duisternis over de vloed lag. God schiep het licht. Deze schepping bevrijdt de volkeren van de dood. Er staat geschreven dat God de dood voorgoed opeet. Volkeren kennen alle het verdriet over de dood die voortvloeit uit natuurrampen, ziekten, armoede en oorlog. Nu Gods heerschappij op aarde wordt voltooid, zullen de doodskrachten worden uitgeschakeld. God kent en begrijpt het verdriet van mensen en zal de tranen van hun ogen afwissen. God is de hoop en de redding. Hij verlost. Zijn hand rust op de berg Sion en zijn hand is het symbool van sterkte en macht waarmee God beschermt.

In het slot van ons schriftgedeelte rekent God af met de vijanden waarvan Moab het symbool is. Moab heeft het volk Israël verraden en gekrenkt. Ze werkten tegen bij de wederopbouw van Jeruzalem. God maakt aan het tergend optreden van volkeren tegen elkaar, een definitief einde.

Aanwijzingen voor de prediking

Aan de lezing van Jesaja 25 bewaar ik persoonlijk dierbare herinneringen. Ik verbleef eens op een avond en nacht temidden van de Posangka (een bergstam in Centraal Sulawesi, Indonesië). Zij leefden nog in het stenen tijdperk. We overnachtten die avond op een heuvel. Ik sliep slecht door het gehoest van de mensen die geplaagd werden door tbc, malaria, schurft en andere ziekten. Het was volle maan zodat ik de contouren van de heuvel kon onderscheiden. Ik was bedroefd, totdat ik dacht aan Jesaja 25. Plotseling realiseerde ik mij dat God op deze heuvel een feestmaal zal aanrichten voor alle mensen, dat God ziekte en dood zal uitroeien. Dat maakte mij blij. Gods hand rust ook op deze heuvel. Deze hoop gaf mij kracht. Wellicht hebben anderen vergelijkbare ervaringen die grote indruk op hen hebben gemaakt en die voor de zeggingskracht van de preek van belang kunnen zijn!

Het werelddiaconaat dat wortelt in een allesomvattende benadering van de mens (naar lichaam en geest, met oog voor zijn milieu, met aandacht voor ziekenzorg, landbouw, educatie, geestelijke zorg), is reeds door Paulus gepropageerd tijdens zijn zendingsreizen. Paulus herinnerde zich al te goed het samenkomen van alle volkeren in Jeruzalem voor het feestmaal waar zij hun geschenken meenamen. Paulus organiseert dan een collecte onder de gemeenteleden in Griekenland en Klein/Azië voor de gemeente in Jeruzalem (2 Kor. 8 en 9). Het werelddiaconaat is een dienstverlening op afstand. De zorg voor de armen, de zieken, strekt zich breed uit. Werelddiaconaat richt zich ook op de aanpak van structuren die de oorzaak zijn van armoede en onrecht.

Het beeld van de maaltijd heeft in het evangelie betrekking op het Koninkrijk van God. In Lucas 14:15-24 wordt ons duidelijk gemaakt dat het Koninkrijk van God er is voor de zieken, de daklozen, de bedelaars, die langs de kant van de weg worden aangetroffen. Het Koninkrijk van God gaat gepaard met redding uit doodsnood. Jezus’ discipelen worden aangemoedigd Hem te volgen door het terugdringen van de doodsbedreigende machten. De auteur van Jesaja 25 bereikt in zijn bijdrage een toppunt van eenzame hoogte met betrekking tot zijn verwachtingen voor de toekomst van deze wereld.

Liturgische aanwijzingen

Jesaja 25 geeft aanleiding tot de Gezangen 119 en 123. Bij Lucas 14:15-24 hoort bijvoorbeeld Gezang 50:8. Ook kan gedacht worden aan Gezang 454:4. Als schriftlezingen naast Jesaja 25 kan men passages kiezen uit 2 Korintiërs 8 en 9 en uit Lucas 14.

Geraadpleegde literatuur

Hans Wildberger, Jesaja, Neukirchen-Vluyn 1974 (BK X,7); L.A. Snijders, Jesaja, deel 1, Nijkerk 1969 (pot); Barmhartigheid en gerechtigheid. Handboek Diaconiewetenschap, Kampen 2004; S. Janse, Paulus en Jeruzalem, Boekencentrum 2000.

Wellicht ook interessant

Brug over een ravijn
Brug over een ravijn
None

Thema: Een brug naar God

Veel mensen zien geloof in God en wetenschap als twee concurrerende grootheden. In zijn boek Een brug naar God stelt filosoof René van Woudenberg echter het tegenovergestelde standpunt voor. Hij argumenteert dat geloof in God en wetenschap uitstekend samengaan. Hij probeert te begrijpen hoe de dingen met elkaar samenhangen en vraagt zich af hoe het geloof in God zich verhoudt tot de wereld waarin wij leven. Hij laat zien hoe het geloof in God en de wetenschap elkaar kunnen omarmen en dansen op de grens van het onbekende. Deze nieuwe harmonie is essentieel om de betekenis van ons bestaan te doorgronden en opent de deur naar baanbrekende nieuwe perspectieven op het leven. In deze aflevering gaat Tom in gesprek met René. 

Nieuwe boeken