Menu

Premium

Preekschets Job 42:6 – zondag in de zomer

Een zondag in de zomer

Daarom herroep ik mijn woorden en buig ik mij, zoals ik hier zit in het stof en het vuil.

Job 42:6

Schriftlezing: Job 42
Thema: Troost gevonden

Zie ook

Het eigene van de zondag

In de zomerperiode hebben de zondagen niet een specifieke betekenis in het kerkelijk jaar. Daarom biedt deze periode een goede gelegenheid vrije preekstof te kiezen, zoals uit het relatief onbekende bijbelboek Job. Wie erover wil preken op een verantwoorde wijze, dient de lijn die door Job loopt, helder te zien. Dit bijbelboek is zorgvuldig opgebouwd en werkt gestructureerd naar een uitkomst toe.

Er valt veel voor te zeggen troost te zien als de rode draad in dit boek. In 2:11 wordt ons verteld dat de vrienden komen om Job te troosten. Maar hun poging faalt. In 7:13-14 klaagt Job dat hij in zijn slaap niet wordt getroost door zijn verdriet te vergeten. Elifaz zegt in 15:11 dat hij en zijn vrienden ervan overtuigd zijn, dat God Job wil troosten. Job, daarentegen, ervaart geen troost, niet van de kant van God, en zeker niet van de vrienden (16:2). Als zijn vrienden Job zouden willen troosten, dan zouden ze zorgvuldig moeten luisteren naar zijn klachten (21:2), hun theologische waarheden zijn een leugen (21:34). In zijn laatste rede zet Job dit falen van zijn vrienden tegenover zijn eigen vroeger optreden, toen hij iedereen troostte die verdriet had (29:25). Helemaal aan het eind (pas dan!) wordt verteld dat Jobs broers en zussen en vrienden hem komen troosten (42:11). Maar dan heeft Job al troost gevonden bij God. Dat is doordat God zijn onschuld bevestigt en zijn vertrouwen in Hem niet beschaamt.

De toespraken van God (Job 38-41) zijn duidelijk over hoe God oordeelt over Job. God geeft het laatste woord aan Job. Zijn woorden vormen de conclusie van in feite het hele boek. Ze zijn een bevestiging en uitbreiding van 40:4-5. Gods toewending naar hem toe ervaart hij als troostvol.

Uitleg

Job 42:6 behoort tot de moeilijkste verzen van dit boek. Een goede letterlijke vertaling geeft Fokkelman:

Daarom verwerp ik
en ik ben getroost over stof en as.

Vers 6 is de conclusie van de conclusie (42:2-6). Het eerste woord is: “daarom”. Job trekt de consequentie uit de kennis die hij nu van God heeft. Hij zegt: ik stop ermee, ik trek mijn rechtszaak in, ik ben getroost. Job weet zich door God gecorrigeerd, en aanvaardt dit. Want God heeft zijn verlangen vervuld.

Job en de vrienden hebben ellenlange dialogen gevoerd. Zij verwijten Job dat hij niet toegeeft dat hij heeft gezondigd, en daarvoor door God wordt gestraft. God is immers rechtvaardig en straft de schuldige. Job ontkent zijn schuld. Hij verlangt ernaar dat God optreedt in de rechtszaal (16:21). De doorbraak voor Job is dat hij weet dat zijn zaak goed zal aflopen. Job gelooft dat uiteindelijk God zal vaststellen dat hij onschuldig is. Hij spreekt als zijn overtuiging uit dat hij zijn losser, die zijn pleitbezorger is, zal zien (19:25-27). Dan bedoelt hij God zelf. Vanaf hoofdstuk 38 spreekt God tot Job, en daarbij stelt Hij vragen aan Job, terwijl Hij hem rondleidt in de schepping. In die vragen drukt God zijn eigen grootheid uit en de nietigheid van Job. In 42:5 zegt Job dat hij God heeft gezien. In de schepping heeft God zich aan hem geopenbaard. In het zien en in het horen van zijn stem heeft Job God ontmoet.

Van belang voor de uitleg van vers 6 is de tweede helft. De uitdrukking “stof en as” duidt niet op de plek waar Job zich bevindt. De dubbele metafoor staat voor zijn lijden en zijn toestand van vernedering. Het is datgene waarvoor en waarover hij getroost wordt (Fokkelman). De Bijbel in Gewone Taal vertaalt Job 42:6 terecht niet met dat Job zijn woorden herroept, en dat hij berouw heeft. Job zwijgt wel, en voegt eraan toe: “Nu heb ik troost gevonden voor mijn moeilijke leven”. Job aanvaardt Gods wijsheid en doet er het zwijgen toe. Hij zegt in vers 6 in wezen niets anders dan 40:4b, als Job antwoord geeft in het intermezzo tussen de eerste en de tweede keer dat de HEER spreekt.

Aanwijzingen voor de prediking

Mooi is om de lijn te laten zien vanaf het eerste hoofdstuk over Jobs verdriet en zijn behoefte aan troost. De lezer wordt in 1:22 verteld dat Job na de catastrofe die hem is overkomen, niet zondigt en God niets verwijt. In 2:10 wordt opnieuw meegedeeld dat Job niets slechts zegt over God als de ramp zich in zijn leven heeft uitgebreid tot zijn gezondheid, en hij uit de gemeenschap is verwijderd. Daarna vervloekt Job wel zijn geboortedag en in het gesprek met zijn vrienden beschuldigt Job God. Door toedoen van de vrienden gaat Job denken dat hij in een rechtszaak met God is gewikkeld, en klaagt hij God aan dat die hem ten onrechte laat lijden. In zijn toespraken veroordeelt God hem om die woorden niet, en Job trekt ze op geen enkel moment in. Wel verwerpt Job zijn benadering tot nu toe, zijn gedrag van protesteren en een rechtszaak eisen. Hij kapt ermee. Zo sluit Job een periode van rouwen af. Niet dat Job het geleden verlies ontkent of vergoed heeft gekregen (dat laatste gebeurt pas erna!), maar hij besluit verder te leven, en een nieuwe bladzijde van zijn levensboek op te slaan. Het Hebreeuwse woord troosten betekent steeds het openen van een nieuw perspectief, en “zich troosten” wijst naar het toch voortleven met wat je trof naar een nieuwe toekomst. Job verwerkt zijn kruis, want hij heeft zicht gekregen op een verder leven. Jobs houding kan een bemoediging voor de gemeente zijn, of een aanmoediging zo ook in het leven te staan.

De uitdrukking “stof en as” die Job gebruikt, herinnert ons aan Abrahams woorden wanneer hij tot God bidt. Dan zegt hij namelijk: “ik heb het aangedurfd om tot de Heere te spreken, hoewel ik stof en as ben!” (Genesis 18:27b HSV). Als een nederige smekeling weet hij zijn positie. Abraham doet hier, wat Job ook deed, en wat wij ook altijd moeten doen: God niet met rust laten. Strijden met God krijgt bij Abraham de bijzondere gestalte van pleiten voor het behoud van de goddeloze stad Sodom.

Job zegt: ik ben getroost. Daarin klinkt zijn dankbaarheid door. Job is een dankbaar mens, terwijl hij nog altijd op de puinhoop van zijn leven zit. Wat dat betreft, is er niets veranderd. Maar hij is dankbaar omdat de woorden uit de storm nog echoën in zijn oren en zijn hart. In de bijbel lezen we van Rachel die weigert zich te laten troosten. Zij heeft alleen oog voor het verlies van haar kinderen (Jeremia 31:15). Mensen die niet getroost willen worden, willen hun droefheid niet laten begrenzen door het goede, dat er óók nog is. Zij zijn steeds maar bezig te verdrinken in de zee van hun smart. Wie weigert zich te laten troosten, laat zien hoe hij het leven van voorspoed vroeger heeft beleefd. In het gemis wordt duidelijk hoe wij voorheen onze schat bezaten. Wie de gaven van het leven om de gaven zelf bezit, is bezig van die gaven een afgod te maken. Er is zoiets als afgodische vreugde en hoop, die omslaat in afgodische droefheid en wanhoop. Hoe anders is het, wanneer Christus méér voor de gelovige is dan alle gaven in deze wereld. Christus blijft in bezit én verlies dezelfde. Wie weigert zich te laten troosten, weigert Christus toegang te verlenen tot zijn smart. Terwijl Hij in elke smart wil doen wat geen mens kan. Hij troost genadig met zijn Heilige Geest.

Job geeft zich over aan Gods bestuur, hij doet afstand van zijn klacht tegen God. Want hij beseft dat een mens zelfs zijn rechten moet overgeven aan God, omdat God HEER is. Hierin laat Job zien dat hij God uit liefde dient, en niet om er voor zichzelf voordeel uit te halen (wat Satan heeft beweerd). Job aanvaardt in geloof het bestuur van God, terwijl hij er niets van begrijpt. En onze hoorders?

Job worstelt met Gods bestuur totdat God tot hem gaat spreken. De apostel Johannes mag in de troonzaal in de hemel rondkijken (Openbaring 4-5). Daar ziet hij een troon, en hij is toeschouwer als God de Vader de boekrol overhandigt aan het Lam, Jezus Christus. Het boek van het bestuur van de wereld komt in zijn handen, die doorboord zijn bij zijn kruisiging. Hij heeft de overwinning behaald op het verderf en de dood, en heeft alle macht in de hemel en op de aarde (Matteüs 28:18).

Ideeën voor kinderen en tieners

Job heeft heel lang in Gods wachtkamer verbleven. Hoe ervaren jongeren wachten op een beoordeling, wat doet dat met hun geduld, en hoe hebben ze uiteindelijk dat oordeel ervaren?

Job gooit de handdoek in de ring. Wanneer deden de jongeren dat, waarom, en hoe hebben ze dat ervaren?

Hoe hebben ze het lijden van verlies ervaren, en wat heeft hun getroost?

Liturgische aanwijzingen

Job heeft nooit werkelijk aan God getwijfeld, want God kent en doorgrondt zijn kinderen (Psalm 139:23-24). Het verlangen naar de ontmoeting met God verwoordt David in Psalm 27. Gods openbaring vinden we in het Nieuwe Testament: Johannes 1:1-14, Hebreeën 1:1-3. Dankzij Christus heeft de gelovige door één Geest toegang tot de Vader (Efeziërs 2:18).

Geraadpleegd

  • F.I. Andersen, Job, Tyndale Old Testament Commentaries, Westmont, 1976

  • D.J. Estes, Job, Teach the Text Commentary Series, Grand Rapids, 2013.

  • J. Fokkelman, Het boek Job in vorm, Amsterdam, 2009.

  • H. Post, Job. Een geloofsheld strijdt om recht, Kampen, 2017.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken