Menu

Premium

Preekschets Johannes 10:14,15

Johannes 10:14, 15

Reminiscere

Ik ben de goede herder en Ik ken de mijne en de mijne kennen Mij, gelijk Mij de Vader kent en Ik de vader ken, en Ik zet mijn leven in voor de schapen.

Schriftlezing: Johannes 10:11-21

Het eigene van de zondag

Tweede zondag in de veertigdagentijd of lijdenstijd. Jezus legt uit dat zijn lijden geen noodlot is, maar onderdeel van de manier waarop Hij zorg draagt voor Gods kinderen.

Liturgische aanwijzingen

Mogelijke oudtestamentische lezingen zijn: Jeremia 31:10-14; Ezechiël 34:11-16. Mogelijke liederen: LvdK Psalm 23; Gezang 14; 36; 75:13-15; 454.

Geraadpleegde literatuur

G. van de Brink, De brieven van Johannes, Kampen 1998.

Uitleg

Johannes 9: een man met gezond geworden ogen en een gezonde manier van redeneren wordt uit de synagoge geworpen, omdat hij Jezus anders ziet dan de autoriteiten. Johannes 10: de leiders passen niet op hun schapen, de schapen passen zich aan, maar een blinde die ging zien, herkende de stem van de man die hem de weg kan wijzen en weigert mee te lopen met de andere leiders. Twee belangrijke thema’s uit het evangelie van Johannes lossen elkaar hier af. In Johannes 9 was dat Licht, in Johannes10 wordt het thema: Leven.

Het beeld van de herder komt ook in het Oude Testament regelmatig voor: Numeri 25:15 17; Jesaja 31:10; 40:11; Ezechiël 34:11-16. Er zijn twee verschillen tussen de echte herder en de huurling. De schapen herkennen de liefde van de herder, en de herder is bereid zijn leven te geven voor de schapen.

Jezus benadrukt steeds in dit evangelie dat Hij naar de dood toeleeft, maar dat daarmee de dood niet het laatste woord heeft. Integendeel, niemand neemt Hem het leven af, ook de Vader doet dat niet. In gehoorzaamheid aan de Vader legt Jezus het zelf af om het terug te nemen. Het lijden is geen noodlot en in die zin ook anders dan veel menselijk lijden. Jezus lijdt vóór de mensen, Hij lijdt niet mee.

Naarmate Hij meer zichtbaar wordt, krijgt men meer haast Hem uit het zicht te krijgen. Het doet denken aan de uitspraak van de briljante maar slechte Alciabes: ‘Socrates, ik haat je, want elke keer als ik jou tegenkom, zie ik wie ik niet ben’ (zie: Van de Brink t.p.). In de rest van Johannes zien we weer een mislukte poging Jezus te plaatsen in het religieuze plaatje en de daaruit voortkomende tegenstelling tussen mensen die naar het effect kijken van Jezus’ daden en mensen die verontrust zijn over zijn theologie. Jezus’ woorden brengen ook nu weer verdeeldheid. ‘Hij is bezeten en waanzinnig’, zeggen de leiders van het volk, ‘een verkeerde geest en psychisch ziek’. ‘Hoe kan een ziek en geplaagd mens de ogen van een blinde openen?’, vraagt het volk.

Ook Paulus redeneert dat de bereidheid te lijden een teken is van echt gezondenzijn door God (apostelschap; 1 Kor. 4; 2 Kor. 11:29). Een Afrikaanse theologiestudent uit een veehoudersstam in Oeganda, aan wie ik les gaf, kreeg de vraag: ‘Waarom denk je dat God de mensen schiep?’ Hij zei: ‘Toen ik een jaar of zes was, kreeg ik mijn eigen kalfje. Ik zocht een mooie stok en ging met het kalfje rondlopen. Ik denk dat God iets wil hebben om te commanderen. ’ Een heel ander soort herder dan die van dit verhaal, maar een heel menselijk type.

Aanwijzingen voor de prediking

Gesprek met de kinderen over ‘vertrouwen op een stem’. Laat een kind geblinddoekt rondlopen terwijl iemand aanwijzingen geeft: links, rechts, stop en lopen. De eerste keer geeft de voorganger of vader of moeder aanwijzingen, de tweede keer geeft een ander (kind) aanwijzingen. ‘Waarom aarzelde je de tweede keer meer? Wie vertrouw je het meest? Waarom?’

‘Met wie ga je in zee?’, zou de Nederlandse vertaling kunnen zijn van ‘naar welke herder luister je?’ Net als de tijdgenoten van Jezus leven we in een multiculturele samenleving, met veel verschillende levensbeschouwingen, met alle keuzes die dit met zich meebrengt en behoefte aan houvast. De joden probeerden staande te blijven in een tijd van overheersing, door hun identiteit in regels en uiterlijkheden te profileren. Wij zijn ruimdenkend, onafhankelijk en mondig. Wij doen wat we lekker vinden en verwennen ons zelf, zoeken het beste voor ons kind. Klopt dat? Zijn we wel zo onafhankelijk? Wie volg je eigenlijk en wat is je criterium? Hoe belangrijk zijn vrienden, collega’s, reclame, mode, de buren?

Ieder mens heeft twee dingen vooral nodig: bevestiging en veiligheid: iemand die je de weg wijst in onbekende streken zodat je je hart kunt ophalen aan de vrijheid en bij wie je altijd genoeg vindt om al meer jezelf te worden. Het zou een sportleraar kunnen zijn, een idool, een geliefde . Iemand die je veiligheid biedt en je beschermt zodat je onbekommerd kunt leven.

Hoe kies je wat je verder helpt? ‘Zo zijn onze manieren?’ ‘Van vreemde smetten vrij?’ ‘Wat levert het me op?’ ‘Hoeveel controle krijg ik zelf?’ De test hier, in het Evangelie, is Liefde en niet de zekerheid die je met geld kunt kopen of met macht. De leider kent degene die hij leidt bij name. De herder geeft zijn leven. Er is een grens aan onze controle. Ergens moeten we vertrouwen, een sprong maken, omdat we de stem herkennen. Wie God vertrouwt heeft in kleine dingen, en zich de uitkomst herinnert, zal Hem vertrouwen in grotere. In sommige christelijke kringen is er misschien een teveel aan vrome verhalen, in de gevestigde kerken zijn we er waarschijnlijk te bang voor.

Hoe kunnen we de stem van de Herder horen? Alleen in de bijbel en tijdens de preek?

Kan God tot ons spreken in de natuur, in een boek, in woorden van een ander? Zijn we er alert op? Hoe weten we dan wat van God is en wat niet? We herkennen Gods stem als we Hem kennen door wat Hij heeft laten zien in de bijbel en in onze eigen geschiedenis. Vooral als we zijn liefde herkennen en Hem zelf liefhebben. Uiteraard roept dit allerlei vragen op. In de gevestigde kerken zijn we aarzelend geworden om van iets te zeggen dat het van God komt: zijn dat niet te grote woorden? Toch hebben veel gelovigen wel verhalen van momenten waarop ze iets hebben ervaren met God. Moeten we daar niet weer ruimte voor geven, zeker in een tijd dat mensen via horoscopen en tarotkaarten een stem proberen te verstaan? Hebben de kerken hier iets laten liggen? Wie de bijbel kent, kent ook Gods manier van spreken. Wie iets van God denkt te horen dat afwijkt van de bijbel zit verkeerd. Maar er is ook een horen van God dat de bijbel als het ware uitlegt in iemands leven. Daarvan moeten we voorbeelden hebben om het zelf ook te durven toepassen in ons leven.

Onze zoon van zes vroeg zich af of Roodkapje wel van haar oma hield. ‘Ze keek toch naar de ogen van de wolf?’, redeneert hij. ‘Als in het bed van onze oma een wolf lag, met de nachtpon van oma aan en ik keek naar de ogen, dan wist ik wel dat het oma niet was.’ Hoe zou je je in God vergissen? Het is griezelig als mensen elkaar tegemoet treden met: ‘Zo spreekt de Heer’. Vaak moet dat nog blijken, aan de vruchten. Maar we hebben wel het kind met het badwater weggegooid. En mensen snellen naar waarzeggers en horoscopen. Juist in gesprek met elkaar mogen kinderen op zoek naar woorden van de Vader voor hun leven.

Dit verhaal over Jezus als de herder lijkt even een breuk met de verhalen die het lijden al zien aankomen. In dit verband is Jezus de leider. Maar Hij is niet alleen herder, Hij is ook lam. Johannes de Doper zegt al in hoofdstuk 1: ‘Zie het Lam Gods dat de zonde der wereld wegdraagt.’ God wordt mens, herder wordt lam, priester wordt offer.

Wellicht ook interessant

None

Na confrontatie, verantwoording en verzoening een lege hel?

Iedereen kan zich min of meer wel een voorstelling maken van de hel. ‘Het was de hel!’ verzucht, na een vakantie met slecht eten en harde bedden in een hotel zonder airconditioning, de een. ‘We krijgen een kijkje in de hel,’ vindt een ander als hij de mensonterende omstandigheden in de wereld ziet. Iets vergelijkbaars geldt voor de hemel. In Het einde van de hel onderzoekt Reinier Sonneveld de mogelijkheid of en hoe we voortleven na onze dood en of we uiteindelijk terecht komen in een hemel of een hel. Zijn conclusie staat aan het begin vast: aan elke hel komt voor iedereen ooit een einde en uiteindelijk zullen we in harmonie met elkaar samenleven. Hij maakt hierbij overigens de disclaimer dat ‘niets vanzelfsprekend is als het gaat over hemel en hel’.

Premium

Klaagliederen in de Goede Week

De Klaagliederen zijn een vorm van rouwverwerking. Ze geven stem aan de gevoelens die opkomen bij de confrontatie met een groot verlies. In de week voor Pasen kunnen ze helpen om volop mee te doen in het liturgische spel dat ons betrekt bij het lijden en sterven van Jezus. We delen de verwarde gevoelens van ontzetting, schuldgevoel, boosheid en hoop. Net als in de passiemuziek bieden ze een combinatie van lelijk geweld en schoonheid. Er wordt vorm gegeven aan iets wat niet goed in woorden is te vatten.

Nieuwe boeken