Menu

Premium

Preekschets Lucas 24:5-7 – Pasen

Pasen

Ze werden door schrik bevangen en sloegen de handen voor hun ogen. De mannen zeiden tegen hen: ‘Waarom zoekt u de levende onder de doden? Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt. Herinner u wat hij u gezegd heeft toen hij nog in Galilea was: de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.’.

Kerntekst: Lucas 24:5-7
Schriftlezing: Lucas 24:1-11
Thema: Opstanding geeft hoop

Zie ook

Het eigene van de zondag

Pasen is voor veel christenen het hoogtepunt van het kerkelijk jaar. Een hoogtijdag van nieuw licht en nieuw leven.

Uitleg en aanwijzingen voor de prediking

Deze preekschets heeft een experimenteel karakter. In deze preekschets verwerk ik namelijk resultaten van het in 2016 verschenen proefschrift van Pieter Boonstra . Boonstra is in zijn proefschrift op zoek gegaan naar een ‘verborgen preekleer’. Iedere predikant houdt zich op één of andere manier in een preek bezig met een bijbeltekst. Maar hoe doet hij dat? Boonstra beschrijft vier fenomenen: perspectiveren, kenschetsen, contemporiseren en gericht aanspreken. Deze fenomenen heeft hij op grond van systematisch onderzoek van achttien preken geformuleerd en beschouwt hij als pijlers van een praktische (verborgen) preekleer. In plaats van een blok ‘uitleg’ en ‘aanwijzingen voor de prediking’ zoals u dat van de Preekwijzer gewend bent, geef ik in deze preekschets materiaal voor elk van de door Boonstra onderscheiden fenomenen. Ik ben mij ervan bewust dat Boonstra zelf vindt dat de gevonden resultaten te weinig bieden wanneer het gaat om concrete aanwijzingen voor de wekelijkse preekpraktijk (194). Toch ga ik de uitdaging aan om te kijken of de gevonden resultaten helpen bij het indelen van een preekschets.

Graag hoort de redactie van PreekWijzer uw bevindingen. Reageer gerust op deze schets!

Gelovig perspectiveren van de bijbeltekst

Met gelovig perspectiveren bedoelt Boonstra dat iedere prediker een bepaalde invalshoek kiest waaronder hij de bijbeltekst benadert. Dit verklaart het fenomeen dat over één bijbeltekst heel verschillende preken gemaakt kunnen worden.

In een preekschets voor Pasen kies ik het perspectief van de viering van het feest voor jong en oud. Een mooie verwoording van dit perspectief vond ik bij Hans Joachim Iwand, dat hij op zijn beurt weer van Luther heeft geleerd: ‘De opstanding is niet primair een bericht, maar een boodschap, ja het evangelie, dat in Christus gelooft en beleden wordt’ (66). Wanneer de gemeente op Paasmorgen bijeen komt, dan komt zij niet slechts om het bericht van de opstanding van Jezus te horen. Zij komt samen om het hart van haar geloof te belijden en te vieren. In de keuze van de liederen, de inhoud van de verkondiging en de hartstochtelijkheid van de gebeden mag dit in deze dienst ook merkbaar zijn. Zodat wanneer een regelmatige gast, of iemand die voor het eerst op deze zondag de kerk bezoekt, zal zeggen: ‘Werkelijk, God is in uw midden’ (1 Korintiërs 14:25).

Dit gelovig belijdende perspectief kan doorgezet worden in de preek door stil te staan bij het woord ‘moeten’ dat de engel in de mond neemt in het bericht aan de vrouwen: ‘De Mensenzoon moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.’ In het ‘moeten’ wordt iets zichtbaar van het geheim van de raad van God (Handelingen 3:18, Hebreeën 2:10, Efeziërs 3:9). Jezus’ dood en opstanding kwamen niet als verrassing, zoals ook blijkt uit de manier waarop Jezus daar zelf over sprak (Lucas 9:22, 17:25, 18:32). Dit woord van de engel helpt de gemeente te beseffen dat wat hier gebeurd is, nodig was ook voor onze redding. Bij God is genade te vinden in Jezus. Jezus ‘die is overgeleverd om onze overtredingen en opgewekt om onze rechtvaardiging’, Romeinen 4:25.

Kenschetsen van de hedendaagse context

Het tweede fenomeen dat Boonstra beschrijft is dat in elke bestudeerde preek ook de hedendaagse context ter sprake wordt gebracht. Dit gebeurt in een preek om herkenning bij de hoorder op te roepen. Het gaat soms om de algemene context van de hoorder (cultuur, maatschappij) of soms om de concrete context (specifieke omstandigheden van de gemeenten). Heel direct kan dit gedaan worden door het invoegen van een dialogische situatie. Deze elementen in de preek zorgen ervoor dat de preek als relevant voor vandaag wordt ervaren.

Voor deze preekschets kies ik voor een dialogische situatie. De dialoog kan als volgt ingestoken worden: ‘Een mens in Nederland kent maar twee zekerheden in het leven: dat we belasting moeten betalen en dat we dood gaan.’ Zo hoorde ik iemand zeggen die net een rouwkaart onder ogen had gekregen. Het was een grap, maar wel een grap met een diepe ernstige ondertoon. Welk perspectief mag iemand die het Paasfeest viert hier tegenover stellen? Het perspectief van Pasen niet als bericht, maar als boodschap mag een ‘derde zekerheid’ in ons leven geven. Een zekerheid dat er echte hoop is.

In het Paasfeest gaat het om leven en dood en de diepste angsten in ons leven die daar mee te maken hebben. Bedenk welke specifieke context uit de wereld of gemeente u dit jaar ter sprake wilt brengen. Herinnert u zich een dialoog waarin de ernst van de gebrokenheid van de wereld, de schadelijke werking van de zonde of de verwoestende werking van de boze in naar voren kwam?

Bedenk hoe kinderen en tieners verhalen horen van leeftijdsgenoten die alle moed om verder te leven ontnomen wordt, omdat ze gepest worden. Als een naaktfoto verspreidt wordt via het internet, beneemt dit kwaad letterlijk de zin om verder te leven. Zulke gebeurtenissen kunnen als nadere voorbeelden gebruikt worden. De donkere achtergrond laat de boodschap van licht en leven nog helderder oplichten.

Contemporiseren van de bijbeltekst en de hedendaagse context

Het derde door Boonstra beschreven fenomeen is contemporiseren. Dit heeft te maken met het feit dat er een brug geslagen moet worden tussen de tijd van de bijbel en onze tijd. Dit gebeurt vaak door het maken van een analogie of identificatie. Dit is de grond om daarna te kunnen komen tot een gerichte aanspraak (vierde fenomeen).

In Lucas 24 kan de identificatie gemaakt worden met de vrouwen en de leerlingen. Ik denk dat het het beste is om hier een keuze in te maken. Anders wordt wellicht de preek te vol. De keuze van de identificatie bepaalt de aanspraak (zie 4) die vervolgens gedaan kan worden.

Aan het begin van het hoofdstuk vertelt Lucas hoe de vrouwen ’s ochtends vroeg op weg gingen om hun liefde te betonen. Ze zoeken het dode lichaam van Jezus en raken helemaal van streek als ze dit lichaam niet meer vinden. Hier loopt ook hun weg van naastenliefde dood. Alsof ze in het niets kijken. In het absolute donker. Dat kan raken aan onze ervaring als we geconfronteerd worden met de dood, gemis en lijden. We proberen door het betonen van naastenliefde iets te betekenen, maar naastenliefde overwint het lijden niet en nog minder de dood. Dit roept een gevoel van machteloosheid op. Heeft het betonen van liefde wel zin?

Het bericht dat de vrouwen van twee getuigen (waarop een zaak vast staat) ontvangen, verandert de situatie compleet. Ze raken bekend met de geheel andere weg die God is gegaan met Jezus dan zij voor ogen hadden en voor mogelijk gehouden hadden. In het graf hangt niet meer de geur van de dood, maar van het leven. Een geur die zoveel heerlijker is dan welke geurige olie ook (Iwand).

De boodschap van de opstanding verandert hun leven compleet. Het is niet meer nodig dat zij Jezus zoeken, maar ze ontdekken dat Jezus hen zoekt. Ze stoppen dan ook met zoeken. In plaats daarvan gaan ze op weg om de boodschap door te geven.

Terwijl de vrouwen dit allemaal meemaakten, bevonden de mannen zich nog achter gesloten deuren. Angst lijkt de overhand gekregen te hebben. De verlammende angst van het ongeloof. De hoop die de leerlingen eerder hadden gekregen vanwege de woorden en daden van Jezus is totaal verdwenen. Zoals zo vaak lijkt zinloosheid en de dood het laatste woord te hebben. Daarbij kregen de leerlingen ook nog eens te maken met vijandschap. Zouden ze ooit nog in vrijheid kunnen leven?

Als kinderen en tieners gepest worden, kunnen ze een groot gevoel van onveiligheid hebben. Zien ze nog ruimte om in vrijheid zichzelf te kunnen zijn? Als belasting betalen en doodgaan de enige twee zekerheid in ons leven zijn, wat is dan nog de motivatie om lief te hebben? Misschien herkennen we iets in ons leven van verveling of van moedeloosheid als perspectief uit ons leven wordt weggenomen. Een houding van ‘pluk de dag’ ligt op de loer.

Het is de boodschap van Jezus’ opstanding die ook de passiviteit, de angst en het ongeloof van de mannen zal verdrijven. Al duurt het nog tot Pinksteren dat hun twijfel en hun angst in het hart verandert in een niet meer te blussen vuur. Een vuur dat dringt tot het doorgeven van deze boodschap van hoop en nieuw leven.

Gericht aanspreken van de bijbeltekst in de hedendaagse context

Tot slot onderscheidt Boonstra de gerichte aanspraak als zelfstandig fenomeen. Het gaat hierbij om de toespitsing waar de predikant in de preek naar toe werkt. Deze gerichte aanspraak heeft zijn wortels in het perspectiveren, kenschetsen en contemporiseren. Daarom is het mogelijk om verschillende toespitsingen vanuit dezelfde tekst te maken, afhankelijk van welke keuzen er in de preek gemaakt wordt in perspectief, kenschetsing en contemporisatie.

Welke gerichte aanspraak u wilt maken in de preek, is afhankelijk van eerder gemaakte keuzen. Is gekozen voor de identificatie via de vrouwen dan kan gedacht worden aan de volgende aanspraak:

Er kan gekozen worden voor bemoediging. Wie zich herkent in de vertwijfeling als wij oog in oog staan met gemis, lijden en verdriet. Het bericht van Jezus’ opstanding mag ons nieuwe hoop, nieuwe moed en nieuwe kracht geven.

Is gekozen voor de identificatie via de leerlingen dan kan gedacht worden aan de volgende aanspraak: Er kan een aansporing gedaan worden niet te blijven zitten in de angstschaduw van de dood, maar op te staan in de kracht van Jezus’ opstanding. Zoals de leerlingen na hun periode van angst en twijfel in de kracht van de Geest aan het werk gingen.

Bij zowel de vrouwen als de leerlingen kan gekozen worden voor proclamatie. Als een mens maar twee zekerheden heeft in zijn leven (zie boven), wie wil dan niet horen bij de Paasgemeente die leeft uit een nieuwe zekerheid waar de boodschap van het Paasevangelie over gaat? U Heer, leert mij zingen: Jezus is opgestaan! En daarmee is de zonde, de dood en de duivel in mij gedood. En daarom zeg ik nu tegen de dood en de zonde om hen de stuipen op het lijf te jagen: Jezus is opgestaan! En dan kan ik nu weer rustig werken. (Vrij naar een woord van Luther, aangehaald door Iwand (70)

Wie Jezus leert kennen als de overwinnaar van zonde en dood, wie wil dan nog blijven leven onder de macht van de zonde en de dood?

Liturgische aanwijzingen

Passende liederen zijn overvloedig te vinden in de diverse liedbundels rondom het thema Pasen . Wanneer gekozen wordt voor het perspectief van het feest en de viering, mag dit ook in de liturgiekeus duidelijk uitkomen.

Geraadpleegd

  • H.J.K Iwand, Predigt-Meditationen, z.p. 1977, 67v

  • P. Boonstra, Omgang met de Bijbeltekst in de preek Een empirisch homiletisch onderzoek , Zoetermeer 2016

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken