Menu

Premium

Preekschets Lucas 3:7b,8 – Eerste Advent

Kinderen van Abraham

‘Verweksel van adderen! Wie heeft jullie voorgehouden dat je de komende toorn kunt ontvluchten? Brengt dan vruchten voort, waardig de omkeer en begint er niet te zeggen bij jullie zelf: als vader hebben wij Abraham. Want ik zeg jullie dat God bij machte is uit deze stenen kinderen op te wekken voor Abraham.’
Lucas 3:7b,8 (vertaling Jos de Heer, Lucas/Acta, Zoetermeer 2006)

  • Bijbelgedeelte: Lucas 3:1-18
  • Tweede lezing: Galaten 3:6-9
  • Thema: Kinderen van Abraham

Liturgisch kader

Op deze eerste Adventszondag staat de prediking van Johannes de Doper centraal.

Psalm 105 (:1,2,3): ‘Volk dat op Abram u beroemt’ is niet ontleend aan de onberijmde psalm: de dichters hebben zich ongetwijfeld laten inspireren door Lucas 3:8!

Lied 803 over de roeping van Abraham, m.n. vers 6: ‘En allen die geloven zijn Abrahams geslacht.’

Als lied na de preek: 827: herinnering aan de belofte aan Abraham, afgesloten met de juichkreet: ‘Ja, wij zijn allen kinderen der belofte’!

De tweede lezing is gekozen omdat daar zonen en dochters van Abraham genoemd worden.

Uitleg

Thema’s

Lucas gaat te werk als een componist, die verschillende thema’s steeds laat terugkeren in zijn compositie. Als rode draden lopen zij door zijn evangelie heen. Thema’s waarmee hij zich duidelijk onderscheidt van zijn collega’s:

  • Het begint (1:5-23) en eindigt (24:52) in de tempel in Jeruzalem. Daar tussenin: de ontmoeting met Simeon en Anna (2:22-38), de twaalfjarige Jezus (2:41-51), de gelijkenis van twee mensen die bidden in de tempel (18:9-14), tempelreiniging (19:45-46).
  • De aandacht voor mensen in de marge vanaf de lofzang van Maria (1:46-55), via de herders in het geboorteverhaal (2:8-20), Jezus in de synagoge van Nazareth (4:16-19), diverse gelijkenissen (10:25-37; 15; 16:19-31; 18:1-8) en een tollenaar (19:1-10) naar de weduwe in de tempel (!) (21:1-4).
  • Geen evangelist vertelt zo vaak over maaltijden met Jezus als Lucas: Levi (5:32), bij een Farizeeër (7:36-50; 11:37-54), een reeks over maaltijden (14:7-11, 12-14, 15-24) zondaars (15:1-2), verloren zoon (15:23), Pascha (22:7-30) en natuurlijk de Emmaüsgangers.
  • De rol van de vrouwen: Maria en Elizabeth (1:26-45; 2:19; 2:48), Anna (2:36-38), zalving door een vrouw (7:36-50), volgelingen van Jezus (8:2-3), Maria en Martha (10:38-42), genezing van bezeten vrouw (13:10-17), vrouwen als eerste getuigen van de opstanding (24:1-11). 
  • De aartsvader Abraham blijkt ook zo’n rode draad. In zijn lofzang verwijst Zacharias naar de belofte aan Abraham (1:55,73). Johannes de Doper noemt hem tweemaal (3:8). In de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus wordt hij zesmaal genoemd (16:19-31). Twee teksten spreken over respectievelijk dochter (13:10-17) en zoon van Abraham (19:1-10).

Johannes de Doper

Bij de geboorte van Johannes barst zijn vader (na negen stomme maanden) uit in een lofzang, waarin hij zijn zoon ‘profeet van de Allerhoogste noemt’, want ‘voor de Heer zul je uitgaan om de weg voor hem gereed te maken’ (1:76). Over die wegbereiding lezen we in hst.3. De evangelist begint met een uitvoerige beschrijving van de tijd waarin Johannes geroepen werd: namen van vorsten en hogepriesters worden genoemd. Precies zoals veel profetische boeken in het O.T. begonnen met zo’n situering om een nieuwe tijd te markeren (Jesaja 1:1; 6:1; Jeremia 1:2,3; Ezechiël 1:1-3; Hosea 1:1; Amos 1:1). Door dit gebruik over te nemen onderstreept Lucas de profetische gestalte van Johannes de Doper.

Vervolgens werkt hij dit motief verder uit door Jesaja te citeren die spreekt over een stem die roept in de woestijn: ‘Bereidt de weg van de Heer, maak recht zijn paden’ (Jesaja 40:3).

adders-preekschets-Advent-2024-Johannes-Lucas-3
Evenals de oudtestamentische profeten spaart Johannes zijn hoorders niet: omdat ze zich erop beroemen Abraham tot vader te hebben, maar er niet naar leven, noemt hij hen ‘adderengebroed’. Foto van Peter op Pixabay.

Abraham tot vader hebben

Ook in de prediking van Johannes wordt die lijn doorgetrokken. Evenals de oudtestamentische profeten spaart hij zijn hoorders niet: omdat ze zich erop beroemen Abraham tot vader te hebben maar er niet naar leven, noemt hij hen ‘adderengebroed’. Dat woord wordt door de meeste vertalers gebruikt, maar zo gaat het contrast dat Lucas wil oproepen, verloren. Hij gebruikt namelijk tweemaal hetzelfde Griekse woord.

Daarom kies ik met Jos de Heer voor de letterlijke vertaling. Verwekken van adders staat tegenover uit stenen kinderen verwekken voor Abraham. De adder is bedoeld als een verwijzing naar de slang in Genesis 3, ‘het oerverhaal van Israël over het kwaad’. 

De boodschap liegt er niet om: Jullie noemen je kinderen van Abraham, maar ondertussen laten jullie je leiden door de influisteringen van de slang!

Reactie

De harde woorden van Johannes blijken aan te slaan. Tot driemaal klinkt de vraag: ‘Wat moeten wij doen?’

Eerst ‘de mensen’. Zij worden opgeroepen kleding en eten te delen met wie niet heeft.

Vervolgens de tollenaars. Zij moeten niet meer vorderen dan wat is voorgeschreven.

Tenslotte de soldaten.  Zij moeten niemand mishandelen en afpersen, en genoegen nemen met hun soldij.

Conclusie: je gedragen als kind van Abraham blijkt helemaal niet zo moeilijk: delen met wie tekort komt en geen misbruik maken van je positie, maar gewoon je werk goed doen.

Vervolgverhaal

Zoals gezegd is Lucas een componist, die verschillende thema’s steeds laat terugkeren in zijn compositie. Het kan dan ook niet toevallig zijn, dat na de ‘kinderen van Abraham’ bij Johannes, we later in zijn evangelie eerst horen over een vrouw die dochter van Abraham wordt genoemd en vervolgens Zacheüs zoon van Abraham. Kunnen we aan de hand van de verhalen over hen nog een duidelijker beeld krijgen van kinderen van Abraham?

Dochter van Abraham (Lucas 13:10-17)

Een vrouw die al 18 jaar een ziekmakende geest heeft, wordt door Jezus verlost van haar ziekte. Dat gebeurt op sabbat, in de synagoge. Verontwaardigd reageert de overste: er zijn zes dagen waarop gewerkt moet worden, dan past het niet om op de sabbat te genezen. Jezus noemt mensen die zo denken huichelaars, omdat ze wel op sabbat hun vee te drinken geven. Waarna hij afsluit met: ‘Deze vrouw dan die een dochter van Abraham is (…) moest zij niet losgemaakt worden…?’

Zoon van Abraham (Lucas 19:1-10)

Een rijke tollenaar, Zacheüs, wil Jezus zien en klimt daarom in een vijgenboom. Jezus kijkt omhoog en roept hem: ‘Kom vlug naar beneden, want vandaag moet ik in jouw huis verblijven.’ Zacheüs komt naar beneden en ontvangt Jezus in zijn huis. De omstanders reageren morrend: ‘Hij is bij een zondig mens naar binnengegaan…’ Zacheüs meldt dat hij de helft van zijn bezit aan de armen zal geven en wat hij afgeperst heeft, zal hij viervoudig vergoeden. Waarop Jezus antwoordt: ‘Vandaag is heling geschied aan dit huis, omdat ook hij een zoon van Abraham is.

Dochter en zoon

Als we beide verhalen naast elkaar leggen, zien we overeenkomsten:

  • Ze zijn allebei outcast in die samenleving: de vrouw vanwege haar ziekte, de man omdat hij tollenaar is.
  • Zowel de vrouw als de man worden door Jezus hersteld. Let op de woorden die Lucas gebruikt: verlost en heling!
  • In beide gevallen reageren de omstanders verontwaardigd op Jezus actie – zij achten zichzelf duidelijk beter. Zoals het publiek bij de Doper, dat zich erop beroemde Abraham tot vader te hebben…
  • Beide groepen critici worden terechtgewezen: kijk, zij is een dochter van Abraham, hij is een zoon van Abraham!

Maar ook enkele opvallende verschillen:

  • De vrouw is outcast geworden door wat haar overkwam, maar de man door de keuze die hij maakte.
  • Bij Zacheüs is de link met Lucas 3 heel duidelijk: daar werden tollenaars opgeroepen om niet meer te vorderen dan toegestaan en soldaten om niet af te persen. Hier is een tollenaar die het afgeperste gaat vergoeden. Johannes riep op om te delen en dat is precies het woord dat Lucas gebruikt voor het voornemen van Zacheüs. Conclusie: terecht wordt hij door Jezus een zoon van Abraham genoemd!

Maar bij de vrouw is er geen enkel verband met Lucas 3 te vinden. Waarom is zij dan toch een dochter van Abraham? Commentaren op Lucas 13 gaan hier niet op in. Zij hoort niet bij de drie groepen die in Lucas 3 vermeld worden. Ik zie haar als vertegenwoordiger van de mensen waar Lucas voortdurend aandacht aan geeft: mensen in de marge: armen, zieken, vrouwen.

Boodschap

Als we deze drie perikopen naast elkaar leggen, is de boodschap helder:

Kind van Abraham ben je niet door jezelf daarop te beroemen – ‘Wij zijn kinderen van Abraham…’

Kind van Abraham word je genoemd door de Heer vanwege je positie in de marge (‘dochter van Abraham’) of je bekering (‘zoon van Abraham’).

Aanwijzingen voor de prediking

De harde woorden van Johannes kunnen bij de hoorders irritatie oproepen. Maar we weten allemaal uit ervaring dat zulke woorden soms nodig zijn als schokeffect om een keer in de spiegel te kijken.  De drie groepen (mensen, tollenaars, soldaten) die in Lucas 3 worden aangesproken, horen eigenlijk alle drie dezelfde boodschap: minder, minder, minder! Of als vraag geformuleerd: waarom heb je altijd maar meer nodig?!

Het is ook een oproep om te zien naar mensen die niet meetellen omdat ze door wat voor omstandigheden dan ook, in de marge terecht kwamen.

Bert Aalbers is emeritus PKN-predikant. Hij werkte in Halle, Epe, Maarssen en Breukelen. Van 1999 tot 2007 doceerde hij Nieuwe Testament aan de Hogeschool voor Theologie NBI in Utrecht.

Geraadpleegd

  • Commentaren van Jos de Heer: Lucas/Acta, deel 1 & 2, Zoetermeer 2006.
  • H. Schürmann, Das Lukasevangelium, Freiburg 1969
  • W.A. Verheij, De Geest wijst wegen in de tijd, Kampen 1991.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken