Menu

Premium

Preekschets Marcus 1:12-13 – 1e zondag van de veertigdagen/lijdenstijd

Meteen daarna dreef de Geest hem de woestijn in. Veertig dagen bleef hij in de woestijn, waar hij door Satan op de proef werd gesteld. Hij leefde er te midden van de wilde dieren, en engelen zorgden voor hem.

Marcus 1:12-13

Schriftlezing: Marcus 1:12-13

Overige lezingen: Deuteronomium 8:1-6

Thema: De woestijn hoort bij geloven

Liturgisch kader

Het eigene van de zondag:

Deze zondag is de eerste van de veertigdagentijd, een voorbereiding op Pasen. De veertigdagentijd is het moment waarop we in het bijzonder stil staan bij de weg, die Jezus met en voor ons is gegaan. De liturgische kleur is paars. Het Gloria-lied wordt in deze tijd niet gezongen.

Op deze eerste zondag wordt onze aandacht gevraagd voor de beproeving van Jezus.

De Latijnse naam van deze zondag, “Invocabit” ( “Roept hij mij aan…”) komt uit psalm 91 en sluit bij die beproeving aan, want de psalm, zo blijkt uit de parallelplaatsen Mattheus 4 en Lucas 4, speelt een grote rol bij de beproeving van Jezus.

Liturgische vormgeving:

Geloven is voor alles leven in de woestijn. Gehoorzamen, niet slaafs maar van harte, blijkt dan belangrijk. Juist ook als het tegenzit. Dat zou mogen doorklinken in heel de dienst. Een vorm daarvan zou kunnen zijn dat een (positieve) versie van de tien geboden een plaats krijgt na de verkondiging.

Liederenkeuze:

Uit het NLB kunnen in ieder geval de volgende liederen gebruikt worden:

  • Psalm 91 en psalm 91a, zie wat hierover in het voorgaande is geschreven

  • NLB 556 ‘rijmt’ op de kerntekst.

Voor de kinderen kan een lied uit Opwekking voor Kinderen gekozen worden. Te denken valt bijvoorbeeld aan lied 29: ‘Hou maar vol’.

Eerste lezing:

De lezing uit Deuteronomium 8 is toegevoegd, omdat daarin, in aanvulling op Marcus 1 de betekenis van de (test) van de woestijn voor (het geloof van) mensen duidelijk wordt.

Uitleg

Algemeen:

De verzen 12-13 worden door de meeste uitleggers nadrukkelijk verbonden met het voorgaande, Marcus’ introductie van Jezus. Dat doet ook de NBV, zoals blijkt uit de opmaak en de toevoeging van het woord ‘daarna’, een woord dat ontbreekt in het Grieks.

Het lijkt mij gezien het geheel van de Schriften – de woestijnervaring van Mozes, Israël en Elia – meer gepast Jezus’ verblijf in de woestijn te zien als het begin van zijn messiaanse werkzaamheden.

Meteen:

Het woord “meteen” benadrukt dat Marcus haast heeft. Alleen al in hoofdstuk 1 wordt dit woord elfmaal gebruikt. Helaas wordt het woord ‘meteen’ niet consequent als vertaling gebruikt. Daardoor ontgaat de lezer van de NBV helaas hoe vaak Marcus dit woord gebruikt. (zie NBG-vertaling die het woordje terstond wel steeds als vertaling gebruikt).

Het is alsof hij een film over Jezus’ leven snel doorspoelt. Alleen hier en daar laat hij even een kort moment zien om vervolgens weer snel door te spoelen. Pas als Marcus bij de ‘kruisweg’ van Jezus komt, gaat hij over in slow motion.

Juist als je zo snel mogelijk door het verhaal van Jezus leven heen wilt om bij het belangrijkste daarvan te komen, is het opmerkelijk dat het verhaal van Jezus verblijf in de woestijn toch verteld wordt. Dat wijst op het belang ervan.

Geest drijft naar de woestijn:

De woestijn is een bekend motief in de bijbel.

De Geest zit achter Jezus verblijf in de woestijn. Dat is verrassend, want Geest verbind je met volheid, vruchtbaarheid en overvloed, terwijl de woestijn juist verbonden is met leegte, onvruchtbaarheid en gebrek.

Wat de Geest hier doet, lijkt op wat God met Israël doet. God brengt Israël niet via de kortste route naar het land van de belofte, maar via de woestijn (Exodus 13:17). Dit doet Hij om te voorkomen dat Israël spijt krijgt en het verlangen naar het land van de belofte, de hemel op aarde, opgeeft. Het is goddelijke pedagogiek om terugval, een terugkeer naar het slavenhuis, te voorkomen. Want Israël uit Egypte halen is één ding, Egypte uit Israël is nog iets anders. Er is een woestijn(tocht) nodig om van slaven vrije mensen te maken. Er ligt een lange weg tussen D-day en V-day. Er is daarom geen korte route tussen Egypte, het slavenhuis, en Kanaän, het land van melk en honing.

De Geest doet hier met Jezus, wat Jezus later zelf met de boze geesten doet; (uit)drijven (het Griekse woord betekent letterlijk: uitwerpen). Dit uitdrijven is een krachtig gebeuren. Het heeft zelfs iets dwingends. Er valt niet aan te ontkomen. Jezus raakt dus niet per ongeluk verzeild in de woestijn. Het verblijf in de woestijn hoort bij de weg die Jezus moet gaan.

Satan test in de woestijn:

De woestijn is een testlocatie. Wat de test precies inhoudt, lezen we bij Marcus niet, wel dat satan, dat betekent tegenstander, een rol speelt. De tegenstand is met andere woorden van meer dan menselijk aard. De tegenstand is systematisch en symptomatisch. Vraag is hoe een mens op die tegenstand reageert. Zo maakt de woestijn duidelijk wat er in het hart van een mens leeft Deuteronomium 8:2.

Jezus bij de wilde dieren:

Marcus is de enige die schrijft over Jezus verblijf te midden van de wilde dieren. Sommige uitleggers zien de wilde dieren als vijanden voor de mens. Het zijn de leeuwen en beren die we op onze weg zien. Volgens hen zijn de wilde dieren een deel van de beproeving.

Anderen benadrukken dat het verblijf bij de wilde dieren wijst op afzondering. Jezus stond er alleen voor.

Nog weer anderen zien in Jezus’ verblijf bij de wilde dieren eerder als beeld van overwinning, herstel van de paradijssituatie. Jezus die als tweede Adam, die in tegenstelling tot de eerste, satan wel weerstaat en overwint.

Het Griekse woord voor ‘te midden van’ wijst (als het verbonden is met de tweede naamval) op een verblijf onder of bij anderen. Dat roept eerder een beeld van vrede dan van strijd op. De engelen, die voor Hem zorgen, Hem dienen, bevestigen het beeld van een stukje paradijs midden in de woestijn.

Aanwijzingen voor de prediking

Het vervolg kan gezien worden als één preekschets, maar ook als drie perspectieven van waaruit gepreekt kan worden.

Intro

Als je mensen vraagt wat geloven hen brengt, dan beginnen ze vaak over troost en bemoediging, vergeving en verlossing, vrede en rust. Er zijn er zelfs die zeggen dat geloven succes brengt (prosperity evangelism).Veel minder vaak hebben mensen het dan bijvoorbeeld over strijd en spanning, teleurstelling en twijfel, gehoorzaamheid en navolging. Die kant van geloven wordt onder gelovigen niet ontkend, maar ze zetten die meestal ook niet in de etalage van de kerk. En dat zouden we misschien wel moeten doen.

Geest en woestijn

De woestijn roept bij mensen veelal negatieve associaties op. Honger en dorst. Dorheid en onvruchtbaarheid. Onherbergzaamheid en leegte. Het liefst gaat een mens er met een grote boog omheen.

Dat geldt niet voor de Geest. Die drijft Jezus juist naar de woestijn. Met zijn verblijf in de woestijn begint zijn messiaanse werk!

Dat maakt de woestijn tot een Geestelijke ruimte, iets dat bij het geloven hoort. Of nog sterker: geloven is misschien wel in de eerste plaats leven in de woestijn. Daarmee wordt benadrukt dat er nog geen hemel op aarde is, het land van belofte nog niet bereikt is. Het leven hier en nu biedt geen verzadiging, maar veeleer gemis, het gaat eerder om heimwee hebben dan thuis zijn. Dit gegeven is wezenlijk voor de geloofservaring en -beleving. Het ‘nog niet’. Hoe ga je als gelovige met die spanning om? De traagheid van het geloof

Satan en de veertigdagentest

De woestijn is ook testlocatie. Jezus wordt door satan getest. Tegenstander en tegenstand bepalen de test. Wat als het in het leven tegenzit? Wat als de werkelijkheid in je leven maar weinig lijkt op het rijk van God? Hoe houdt een mens dat vol? Hoe blijft het verlangen levend?

Hier helpt de lezing uit Deuteronomium 8. De test laat zien wat er in het hart van een mens leeft, gehoorzaamheid aan Gods geboden of niet, leven van alles wat de mond van de Heer uitgaat of niet. Het gaat er om dat een mens God gehoorzaam blijft, hoort en doet wat de Heer zegt. Zie Nachfolge van Dietrich Bonhoeffer.

De veertig dagen vormen een geconcentreerde tijd (vergelijk met wat er bijvoorbeeld op pakken sinaasappelsap staat: uit concentraat). De veertig dagen staan symbool voor een mensenleven. Deze test duurt met andere woorden een leven lang. Jezus onderging die test met en voor ons.

Het heil van wilde dieren en engelen

De woestijn blijkt ook vindplaats van heil. De wilde dieren en engelen zijn er voor Jezus. Een stukje paradijs in de woestijn, een beetje hemel op aarde. De woestijn is niet alleen maar kommer en kwel. In de weg van ge-hoor-zaamheid valt er soms ook even iets te zien van Gods rijk. Een engel op je weg, een mens die maar je omziet, een gesprek op het goede moment.

Ideeën voor kinderen en jongeren

Voor de jongsten:

Het benadrukken van het nog niet in het geloof (zeg maar de woestijn). Dat kan bijvoorbeeld met een opzegversje. Dat kunnen ze leren, zingen en/of bespreken (wachten, nog niets gezien):

‘Eén, twee, drie, vier, we wachtenal zo lang,

vijf, zes, zeven, komt er nog wat van,

acht, negen, tien, we hebben nog niets gezien.’

Een alternatief is het liedje: ‘We zijn er bijna, we zijn er bijna, maar nog niet helemaal’.

Voor de tieners:

Hier kan het aspect van testen/toetsen in beeld komen: wat wordt er getoetst en hoe wordt er getoetst.

Geraadpleegd

  • W. Barnard. Op een stoel staan. Van zondag naar zondag de tijd naar Pasen toe. Haarlem 1978, 137-153

  • M.H. Bolkestein. Het evangelie naar Marcus. Nijkerk 1977, blz. 32-35

  • D. Bonhoeffer. Nachfolge. Dietrich Bonhoeffer Werke, Bd 4. Gütersloh 2002, 29-76

  • L.W. Hurtado. Mark. New International Biblical Commentary. Peabody 1989, 20-21

  • J. Keulers. De evangeliën volgens Marcus en Lucas. Roermond en Maaseik 1951, 13-16

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken