Preekschets Psalm 119:1
Psalm 119:1
Gelukkig wie de volmaakte weg gaan en leven naar de wet van de heer, gelukkig wie zijn richtlijnen volgen, hem zoeken met heel hun hart.
Schriftlezing: Psalm 119:1-8
Uitleg
Psalm 119 is de langste psalm van het gehele psalter. Speciaal aan deze psalm is de indeling. De psalm is verdeeld in 22 gedeeltes van acht verzen. De 22 gedeeltes verwijzen naar de 22 letters van het Hebreeuwse alfabet. Elk vers begint met diezelfde letter van het alfabet. Zo’n structuur noemen we wel een acrostichon, een lettervers waarbij vaak de eerste letters van de verzen onder elkaar ook een woord of zin vormen. Dit komt vaker voor in de psalmen (bijv. 111 en 112) en ook onder meer in de klaagliederen. In de vertaling van de Naardense Bijbel kunnen we Psalm 119 nog in de oude indeling lezen, te meer reden om deze vertaling eens te gebruiken wanneer u deze Psalm 119 in een dienst wilt gebruiken. Een leuk idee zou zijn om met de kinderen/tieners een eenvoudig acrostichon te maken in de nevendienst of er zelf een te maken en te zingen. In een interactieve dienst met tijd voor verwerking kunnen de volwassenen er ook samen een maken.
Ik kies hier voor het eerste gedeelte van de psalm met de eerste acht verzen.
Dit gedeelte kreeg de eerste letter van het alfabet als titel, de alef, de letter a. Maar ook elke regel van die acht verzen begint met de alef, en zo gaat dit de gehele psalm door. Zeven heet wel het getal van de volheid, acht (22 maal acht verzen) staat symbool voor nog net even wat meer. En reden voor het gebruik van het gehele alfabet kan zijn om het onderwerp van de psalm met zekerheid volledig tot zijn recht te laten komen. Daarnaast kan het structuur en een limiet geven, wat voor de gepassioneerde dichter geen slecht idee is. De dichter van de psalm heeft de psalm minutieus in elkaar gezet, meer als een bèta dan als een alfa.
Psalm 119 is als een muziekstuk, een waar kunstwerk. Het thema wordt steeds herhaald, steeds met andere woorden. Ook hier speelt het getal acht een rol. Er worden maar liefst acht synoniemen voor het woord Tora gebruikt in deze psalm. Hetzelfde wordt dus met een overvloed aan woorden herhaald en daarmee zeer sterk benadrukt. Het gaat over één thema, maar dat wordt op veel manieren bezongen. Fokkelman ziet in Psalm 119 een van de gedichten die het midden houden tussen een overpeinzing, een lering en een meditatie. Verder vertoont onze psalm overeenkomsten met Psalm 1 en Psalm 19, daar de psalm beïnvloed is door het genre van wijsheidsliteratuur rond de Tora.
Vers 1 luidt: Gelukkig wie de volmaakte weg gaan. De wijze van spreken lijkt op de wijze die ook Jezus gebruikt in de zaligsprekingen (zie Mat. 5:3), zalig de armen van geest. De eerste acht verzen kennen nóg een tweedeling. De eerste drie verzen worden in de derde persoon geschreven. Vanaf vers 4 gaat het over ‘ik’ en ‘jij’, wordt het persoonlijker.
Het thema is dit: God maakt ons met zijn wet zo geweldig rijk. Je leest dan ook heel vaak: hoe lief heb ik uw wet, uw aanwijzingen, uw woorden. Kortom: de psalm wil ons oefenen in de liefde voor God en voor zijn woord. Het is heil dat is geschonken in Gods geboden. In de eerste twee zinnen wordt door de dichter heel duidelijk gemaakt dat zij die gelukkig worden degenen zijn die de Heer zoeken en willen leven naar Gods woord. God zelf geeft de mensen zijn woord om mee te leven. Gelukkig zijn zij die zijn wegen zoeken. In het woord spreekt God zelf en dat zou je de diepste boodschap van deze psalm kunnen noemen. De Tora wordt niet gevormd door uitdrukkingsloze letters en woorden die ons de wet willen voorschrijven. Nee, in deze woorden komt God ons daadwerkelijk tegemoet. De daad wordt bij het woord gevoegd, sterker nog: het woord is de daad. Dus ook een psalm als deze is het werk van Gods hand, zou je kunnen zeggen.
Aanwijzingen voor de prediking
Het woord voert van God naar ons en van ons naar God. Als een gepassioneerd verliefd mens blijft de dichter woorden geven aan dat wat hem fascineert, het woord van God en het antwoord van de mens. Hij prijst de waarde van de goddelijke wet, noemt de zegeningen die een mens ontvangt die zich aan Gods geboden houdt. Het gebruik van maar liefst acht synoniemen duidt erop dat het woord van God vele kanten heeft en niet met slechts een enkel woord kan worden aangeduid. Het kan vanuit meerdere gezichtspunten worden bekeken. Gods woord is beweeglijk en niet vaststaand. Wat bewegen kan, kan namelijk leven geven. De verschillende termen die voor Gods woord worden gebruikt geven al die activiteit aan vanuit God naar ons toe. Gods woord wijst ons erop wat God voor ons wil zijn. Zo probeert de dichter de lezers van een al te statisch beeld van Gods woord af te helpen, en dat lukt, al loopt het qua lengte van het gedicht natuurlijk een beetje uit de hand. Maar dit alles heeft een doel; het mag duidelijk worden dat God uit is op ontmoeting door zijn woord. Dat wil de dichter meer dan duidelijk maken. Direct vanaf het begin van de psalm maakt de dichter ons duidelijk dat God samenvalt met zijn woord. Gods wet en woord zijn een geschenk voor de gelovige en in en met zijn woord is God op ontmoeting uit. Jezus, als lichamelijke gestalte van deze God op aarde, toont dat ontmoetingen bevrijdend mogen zijn, over grenzen heen willen gaan. Zo kan worden aangesloten bij een
Liturgische aanwijzingen
De tekst van Lucas 9:1-6 en die van Lucas 11:28 zijn als
Geraadpleegde literatuur
N. Tromp, Psalmen 101-150, in de serie Belichting van een bijbelboek, Leuven, 2002; Th. Booij, De prediking van het Oude Testament, deel IV (111-150), Kampen, 2009; Leslie C. Allen, World Biblical Commentary, Psalms 101-150, Nashville, 2002; J. Fokkelman en W. Weren, De Bijbel literair, Opbouw en gedachtegang van de bijbelse geschriften en hun onderlinge relaties, Zoetermeer, 2003.