Menu

Premium

Preekschets Spreuken 6:6

Een zondag in de zomer

Ga tot de mier, luiaard,- zie haar wegen aan en word wijs. (Naardense Bijbel)

  • Bijbelgedeelte: Spreuken 6:6-11
  • Preektekst: Spreuken 6:6
  • Thema: Luiheid aangeklaagd

Liturgisch kader

De zomerperiode is een tijd om vakantie te vieren: de jeugd heeft een aantal weken vrij van school, de jongeren geen lessen of colleges. Wie een baan heeft, neemt vakantiedagen op. De zomer is een tijd waarin er gelegenheid is om te luieren. Luieren is wezenlijk iets anders dan lui je tijd doorbrengen. Intensief je inspannen, sportieve prestaties leveren, dat laat zich goed combineren met luieren in de vakantie. Door te luieren komen mensen tot bezinning, ga je je afvragen, waar je mee bezig bent of waar het aan ontbreekt. Het boek Spreuken biedt invalshoeken om hierop in te haken. Dit bijbelboek is wijsheidsliteratuur. Het wil je aan het denken zetten en aanwijzingen geven voor een verstandig leven. Dat doet de dichter in deze verzen op een vriendelijk spottende manier. In de eerste negen hoofdstukken richt Spreuken zich vooral tot jonge mensen, die nog verkeren in hun ontwikkeling naar volwassenheid. De dichter bekritiseert een luie levensinstelling. Tot voorbeeld stelt hij de mier. Het past bij wijsheidsliteratuur om met een bepaalde vergelijking een specifiek punt te willen maken. Dat geldt ook hier. De mier wordt ten voorbeeld gesteld. Maar de kritiek erop zou kunnen zijn, dat de mier niet van ophouden weet. Of dit beeld juist is, valt te bezien. Onder jongeren zijn er al veel klachten die een burnout worden genoemd. Oververmoeidheid, psychisch overbelast zijn, is een hedendaagse maatschappelijke kwaal. In de verkondiging mag dit aspect niet ontbreken. De preekschets biedt ertoe aanleiding.

Liedsuggesties uit het Liedboek, Zingen en bidden in huis en kerk, 2013:

  • Lied 119 bezingt het onderwijs van God, mogelijke verzen: 1, 2 en 4.
  • Een psalm die ons vermaant van ophouden te weten en te vertrouwen op God is 127:1 en 2.
  • Een lied om te ontwaken is 594.
  • Een lied over Gods leiding is 905:1, 2, 3 en 4.

Uitleg

De verzen 6-11 verpakken in poëzie scherpe spot en serieuze ernst. De leraar waarschuwt voor luiheid. Hoe lui de leerling feitelijk is, doet er even niet toe. Wat er van hem of haar kan worden in elk geval, is een luiaard die tot armoede vervalt. Elk mens is te verleiden tot luiheid. Dat krijg je er niet uit. We zijn gesteld op onze vrije dagen en onze vakanties. Daar zit iets van dat luie in. Iedereen kent mensen, die onbeschaamd lui zijn. De leraar spreekt de luie leerling op spottende toon aan: ‘luiaard’! Dit woord komt van traag zijn, verwaarlozen. De leraar klaagt de luiaard aan: ‘hoe lang’, ‘tot wanneer’. Hij imiteert de stijl van de klacht in de psalmen over vijanden of over God (Psalmen 4:2; Psalmen 6:3; Psalmen 13:1-2). De luiaard gebruikt zijn/haar ogen niet en zijn/haar verstand evenmin. En loopt achter op de mier. De mier is productief en doelgericht, zonder dat zij een leider nodig heeft. Er is geen opzichter (vers 7). De mier is niet een onderdeel van een overheidsbureaucratie als in de dagen van koning Salomo met zijn chefs, bazen en toezichthouders. De luiaard zal nog falen ondanks een organisatie met een structuur om een prestatie neer te zetten, terwijl de mier zonder dit alles slaagt. Daartoe denkt de mier in het voren. Zij begrijpt de seizoenen en werkt volgens een plan. De mier werkt, terwijl voedsel volop te verzamelen is en slaat het op tegen het seizoen, dat dit niet kan en voorkomt zo gebrek. Het contrast met wie lui is, is groot. Vandaar de scherpe aanklacht (vers 9). De luiaard slaapt boven het werk of met de rug er naartoe. Even wordt hij/zij opgeschrikt uit de slaap, maar als de rust terugkeert, vouwt de luiaard de handen en dut weer in.

Aanwijzingen voor de prediking

De mierensoort die de leraar bedoelt, is de oogstmier die in Palestina voorkomt (vergelijk Spreuken 30:25) De wijsheid van God schittert in alles wat Hij heeft geschapen. Deze mier begint in april met het bijeenbrengen van nieuwe voorraad voor de winterperiode. Zij stapelt zeer aanzienlijke voorraden graan op. De mier staat bekend om haar rusteloze activiteit en is daarom een geschikt voorbeeld voor luie mensen. Wie lui is, kan leren van het gedrag van de mier. Dan zul je wijs worden, een solide mens die inzicht toont om zijn leven in te richten en nadenkt over zijn toekomst en van hen voor wie je verantwoordelijkheid draagt. Maar wie wil er graag vergeleken worden met een mier? Dat is voor iedereen een vernedering. Je bent (bijna) volwassen, je hebt iets bereikt, of veel en dan wordt jou verteld dat je van de mier kunt leren. Wat is nu eigenlijk een mier? Die is een paar millimeter groot en stelt om te zien niets voor. Een mens zoals je zelf bent met gaven van spraak en verstand, met hersenen ter grootte van een compleet mierennest, wordt vermaand zich te buigen over een mier. Wij worden met de leerling vermaand gewoon hard te werken. Laat dat normaal zijn. De apostel Paulus is een voorbeeld van iemand, die niet rust. Hij oefent zijn oude beroep van tentenmaker uit, als hij niet reist of het Evangelie verkondigt. Jezus werkt rusteloos tijdens zijn aardse bediening in navolging van zijn hemelse Vader (Johannes 5:17).

Mensen kunnen in geestelijke zin een luiaard zijn. Ze laten de gelegenheid van Gods genade voorbijgaan (Lucas 13:24). Lui wordt gedacht, dat het wel goed zit met God. Wie zo denkt, hoopt te oogsten, wat niet is gezaaid en binnen te halen waar niet is uitgestrooid (Matteüs 25:26). De vermaning is: ga daarom naar de mier, word wijs. Maak gebruik van het oogstseizoen – dat is nu, misschien het enige moment dat je krijgt. Paulus waarschuwt voor de geestelijke slaap, die je leven vergiftigt, vooral je hart. Deze slaap is de sluimer van de dood. ‘Word wakker, jij die slaapt en Christus zal over je lichten’ (Efeziërs 5:14). Iemand die geestelijk slaapt, moet door God worden gewekt. Daarom het gebed: ‘Verlicht zijn ogen, opdat hij niet zal slapen in de dood. HEER, zie hem aan!’ (naar Psalmen 13:4).

Wie de les van de mier in acht neemt, heeft die helemaal geen reden meer om bezorgd te zijn? Zorgen is een plicht, verplichting. Zo hebben ouders tegenover hun kinderen een zorgplicht (2 Korintiërs 12:14), zorgplicht tegenover zwakken, zieken, ouderen. Sommigen zijn mantelzorger. Zorgen en dienen is een aspect van gods’vrucht’ (ontzag) (1 Timoteüs 5:8); bezorgdheid juist een zonde (Lucas 10:41). God wil, dat zijn kinderen zonder zorgen zijn (1 Korintiërs 7:32). Bezorgdheid is een last voor onszelf en een gebrek aan vertrouwen tegenover God (Matteüs 6:25-33). Wie altijd bezig is zich zorgen te maken, kan van de mier leren gewoon ijverig gebruik te maken van datgene waarin God voorziet. Zo eren we Hem. De mier onderwijst ons: doe wat je kunt doen, doe je werk met inzet en trouw, en stel je vertrouwen op je Schepper.

Het voorbeeld van de mier is actueel. Wij leven in een prestatiemaatschappij, waarin de gedachte heerst, dat je het zélf moet maken in het leven, dat je gaat voor je eigen geluk. Tegelijk stuiten we op allerlei grenzen zoals gezondheid, individualisme, klimaat. In het bredere verband van de Schrift is de mier een voorbeeld dat heel de gemeente kan aanspreken. Van belang is naast de horizontale de verticale lijn te bewaken. Ze moeten beide in de verkondiging aan de orde komen.

Ideeën voor kinderen en jongeren

  • Op internet zijn veel afbeeldingen te vinden van mieren. Vraag kinderen, hoe zij over mieren denken, welke associaties zij hebben, wat hun ervaringen met mieren zijn. Spreuken schetst een positief beeld. Hebben zij dat ook? Is de mier voor hen een voorbeeld?
  • In de dierenwereld komt ook de luiaard voor. Daar zijn ook afbeeldingen van, welke associaties roepen die op? Wikipedia geeft deze informatie over de luiaard: Luiaards vormen een onderorde van middelgrote Zuid-Amerikaanse zoogdieren waarvan tegenwoordig nog twee families bestaan: tweevingerige luiaards en drievingerige luiaards. De onderorde maakt deel uit van de orde van luiaards en miereneters. De luiaard is dus verwant aan de miereneter. Een vraag aan de jongeren: werkt het zo onder mensen, dat de luie profiteur het bederft voor de ijverige?
  • Voelen jongeren zich aangesproken door dit gedicht over de luiaard en de mier? Of ervaren zij eerder dat zij onder (zware?) druk staan om te presteren? Volgens diverse onderzoeken komt onder jongeren veel lichamelijke en psychische vermoeidheid voor. Kun je dan toch iets van de mier leren. Bijvoorbeeld: de mier werkt wel hard, maar gedisciplineerd, een mier weet echt wel van ophouden, een mier werkt georganiseerd naar het persoonlijk en het gezamenlijk doel toe. Dat is een redelijke veronderstelling. Wat leert je dit?

Henk (H.A.) Post is gepromoveerd in de theologie en publiceert over bijbelboeken.


Geraadpleegd

  • C. Bridges, Proverbs, 1846, Edinburgh
  • H. Post, Spreuken. Groeien in wijsheid, 2021, Kampen
  • E.W. Tuinstra, Spreuken (deel 1, De prediking van het Oude Testament), 1996, Baarn

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken