Menu

Premium

Preekschetsen Lucas 15:8

Lucas 15:8

Zesde zondag na Pinksteren

En als een vrouw tien drachmen heeft en er één verliest, steekt ze toch de lamp aan, veegt het hele huis schoon en zoekt ze alles af tot ze het muntstuk gevonden heeft?

Schriftlezing: Lucas 15:1-10

Uitleg

Net als in de gelijkenis van het verloren schaap richt Jezus zich tot de Farizeeën en de schriftgeleerden (zie bij zondag 1 juli). Om de boodschap te begrijpen moeten wij die vanuit dat oorspronkelijke perspectief horen. De religieuze leiders van Israël zijn als een vrouw die het huis ‘met bezemen keert’. In dat beeld ligt ook direct een exegetische crux. Een vrouw met een lamp en een bezem roept voor de joodse hoorders onmiddellijk het beeld van de voorbereiding op pesach op.

Op de vooravond van de veertiende Nisan wordt het hele huis doorzocht op de aanwezigheid van chameets, iets wat gedesemd is. De halacha schrijft voor dat daarbij een lamp gebruikt wordt om de hoeken en kieren van het huis te doorzoeken. Het is een traditie om bij het zoeken een veer en een lepel te gebruiken om daarmee het chameets dat men vindt bij elkaar te vegen. In het jodendom wordt het rijzen van gist vergeleken met het kwaad van arrogantie en ijdelheid. De schoonmaak is minutieus, zelfs het kleinste beetje kwaad kan alles aantasten. Het reinigen van chameets is dus ook bedoeld als een geestelijke reiniging. Ook Paulus schrijft in het verband van de zelfvoldaanheid: ‘Weet u niet dat al een beetje desem het hele deeg zuur maakt? Doe de oude desem weg en wees als nieuw deeg’ (1 Kor. 5:6-7).

Het is ook mogelijk om in de andere twee gelijkenissen motieven te ontdekken die verwijzen naar pesach, het paaslam, de maaltijd met het gezin, de vreugde over de verlossing. Maar met de uitleg van gelijkenissen moet je altijd waakzaam zijn voor speculatie.

De vrouw in Jezus’ gelijkenis is niet op zoek naar kruimels, maar naar een verloren penning. Over die tien penningen is veel gediscussieerd, het zou een speciale collectie kunnen zijn of een sieraad. Het is zonde als er dan een ontbreekt. Overigens is dit niet zeker, want het was ongebruikelijk om de waardevolle munten te perforeren en aaneen te rijgen. Misschien kunnen we het eenvoudiger houden. De vrouw heeft maar tien penningen. Als je er duizend hebt, kun je er wel een missen, maar als je er maar tien hebt, is elke penning waardevol. Dat is de boodschap van Jezus. Voor Hem is elke penning waardevol.

Wellicht zit er in het gebruik van de term drachme, in plaats van het gangbare denarion, ook een verwijzing naar de dubbeldrachme van tempelbelasting (Mat. 17:24). Deze heffing was ingesteld als een losgeld in verband met de telling van het volk (Ex. 30:13) en was onafhankelijk van de rijkdom of armoede van de gever. Iedere ziel is evenveel waard. In ieder geval symboliseert de verloren penning, net als het ene schaap, dat Jezus op zoek is naar het verlorene. Hij is niet gekomen om te zuiveren, maar om zalig te maken. Elke verloren zoon of dochter van Israël heeft evenveel waarde voor Hem.

In de vorige gelijkenis spreekt Jezus over ‘blijdschap in de hemel’, maar hier werkt Hij dat uit door te verwijzen naar de engelen van God. Blijkbaar zijn zij intens betrokken bij het verlossingswerk van Jezus. Al wordt Hij door Israël niet herkend en door de ‘herders van Israël’ niet erkend, de engelen verblijden zich over zijn werk. Uit andere teksten blijkt deze betrokkenheid ook; het evangelie bevat geheimen waarin zelfs engelen graag zouden doordringen (1 Petr. 1:12) en door de gemeente zal de wijsheid van God in al haar schakeringen bekend worden aan alle vorsten en heersers in de hemelsferen (Ef. 3:10).

Aanwijzingen voor de prediking

De prediking zou kunnen openen met het herkenbare beeld van de verloren portemonnee of sleutels. Je zoekt je naar, en loopt te mopperen (!), totdat je opeens te binnen schiet waar je het had laten liggen. Het kan ook ernstiger, als je in de vakantietijd op Schiphol je paspoort of ticket kwijt bent – wat een paniek. Deze penning is in ieder geval onmisbaar voor de vrouw, want zij zoekt totdat zij vindt. Zo zoekt God in Christus naar ons.

Om de associatie van de joodse hoorders van de gelijkenis duidelijk te maken is het van belang om stil te staan bij de joodse gebruiken. De ouderen zullen dat associëren met de vroegere grote schoonmaak, voor de kinderen is het leuk om te horen hoe de joodse kinderen bij het zoeken naar chameets betrokken worden.Het is een gewoonte om voor hen tien kleine stukjes verspreid door het huis te leggen.

Bij deze Farizeeën gaat religieuze zuiverheid ten koste van missionaire bewogenheid. Dat risico lopen wij ook als we de nadruk leggen op zuiverheid in de leer of in de levenswandel. Waar gehakt wordt vallen spaanders. Overigens kan ook de nadruk op ‘openheid’ en ‘laagdrempeligheid’ averechts gaan werken. Dan wordt de gemeente een missionair juk opgelegd en wordt dat de nieuwe ‘zuiverheid in de leer,’ die ten koste gaat van gemeenteleden die afhaken omdat zij het allemaal niet mee kunnen maken.

Voor tollenaren en zondaren die afgewezen worden door het volk denk aan Zacheiis – bevat de gelijkenis de boodschap dat zij waardevol zijn in de ogen van Jezus. Dat is het evangelie, dat God ons niet ‘missen kan’, dat wij waarde hebben in zijn ogen. Via de verwijzing naar het paasfeest, het feest van de hevrijding, kan het verlossingswerk van Christus aan de orde gesteld worden. Als de drachmen verwijzen naar de tempelbelasting, zou je associatief kunnen verwijzen naar de woorden van Jezus, dat de Mensenzoon gekomen is om zijn leven te geven als losgeld voor velen (Mar. 10:45).

Ten slotte is er de kring van de engelen, die betrokken zijn bij de bekering van zondaren. Zonder in te gaan op de engelenleer, zou de voorganger de blijdschap in de wereld van Gods troongeesten kunnen benadrukken. Zij delen niet in de verzoening en verlossing door Christus, zij weten niet van de vergeving van de zonden en toch verblijden zij zich over het werk van Christus. Des te meer reden hebben wij om ons in Hem te verblijden.

Liturgische aanwijzingen

Exodus 12:1-15 of 1 Korintiërs 5:6-13 zou gelezen kunnen worden om het verband met het desem duidelijk te maken.

Geraadpleegde literatuur

Wat gedateerd, maar toch altijd nog erg boeiend als het over het jodendom gaat is: S.Ph. de Vries, Joodse riten en symbolen, (7e vern.dr.), Amsterdam 1988; G.L. Archer jr., ‘Coins in the Bible and Theological Issues’, in: The New International Dictionary of New Testament Theology, ed. C. Brown, rev. ed., Exeter 1986, vol. 2, 847-853.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken