Royaal, authentiek en vol vertrouwen leven
Bij de hand geleid
De Amerikaanse monnik Thomas Merton schreef: ‘In veel opzichten is mijn leven eenvoudig, maar toch is het ook een mysterie dat ik niet echt probeer te doorgronden; het is alsof ik bij de hand geleid word in een nacht waarin ik niets kan onderscheiden, maar waarin ik volledig kan vertrouwen op de liefde en de bescherming van God die mij leidt.’
Toen ik net predikant was, kwam ik iemand tegen voor wie deze woorden ook leken op te gaan. Hij was ergens in de zeventig en had zojuist gehoord dat hij ongeneeslijk ziek was. De dokters leken niet veel meer voor hem te kunnen doen. Ik vroeg hem of hij bang was. Hij begon te vertellen over de oorlog. Het huis waarin hij met zijn gezin woonde, was bij een verkeerd gerichte bomaanval van de geallieerden half verwoest geraakt. Er was een stuk staal vlak langs een van zijn kinderen gevlogen en had het kind op een haar na gemist. Niet lang erna moesten hij en zijn gezin vluchten vanwege de gevaren van de slag om Arnhem in 1944. Hun huis lag daar vlakbij. Bij de vlucht had zijn vrouw de twee kinderen aan de hand en hij duwde een handkar met wat spullen. Ze vertrokken zonder te weten waarheen en zonder te weten waar ze die nacht zouden slapen. Weken later keerden ze terug. Hun huis was een ruïne en wat er nog had gelegen, was geroofd. ‘Toch,’ vertelde hij, ‘hebben we in die dagen nooit echt gewanhoopt, we geloofden dat de Heer met ons meeliep.’
Maar nu was hij ziek, ongeneeslijk. Was dit geen andere situatie? Hij antwoordde: ‘Ja, dit is weer anders, maar weet u dominee, die Heer is niet anders. Die is nog altijd dezelfde. Hij is altijd met mij meegegaan. Als ik straks de grens van leven en dood moet passeren, dan loopt Hij, zo geloof ik, met mij mee.’
Stephan de Jong is predikant van de Protestantse Gemeente Oudemirdum-Nijemirdum-Sondel en redactielid van Open Deur.

‘Neem maar mee’
Ik heb een vriendin die voor mij hét voorbeeld is van wat je ‘royaal leven’ zou kunnen noemen. Niet dat ze op grote voet leeft, meer ruimhartig. Zo is ze vrijgevig, geen spoor van gierigheid te bekennen. Ze deelt, leent, geeft met vanzelfsprekend gemak. ‘Heb je dit boek al gelezen? Dat is goed. Neem maar mee.’ ‘Ik ben van de week weg, ga lekker in mijn huis, dan kun je op mijn dakterras zitten. Hier is de sleutel.’ ‘Dit jasje is niet helemaal mijn kleur, meer iets voor jou.’ Niet hangen aan wat je hebt, niet bezitterig zijn, niet gauw iemand of iets claimen als in:‘afblijven, dat is van mij’ – daar heeft het mee te maken. Ze deelde de opvoeding van haar kinderen met een kleine kring van vrienden. Zonder terughoudendheid, zonder voorschriften of ingewikkeld overleg over hoe met ze om te gaan. ‘Of de kinderen met jullie mee op vakantie kunnen? Natuurlijk, prima.’
Ook haar talenten deelt ze makkelijk. Ze vraagt behulpzaam: ‘Ben je met een sollicitatiebrief bezig? Als je wilt, lees ik hem kritisch voor je door. En praten we er even over.’ Als ze ergens onrechtvaardigheid bespeurt, bijvoorbeeld in de buurt waar ze woont, bij haar werkgever of in het verpleeghuis waar ze regelmatig op bezoek komt, doet ze haar mond open. Ze zegt waar het op staat, zet zich in voor verandering, zoekt medestanders, roept de verantwoordelijken ter verantwoording en zal ze desnoods aanklagen als er niets verandert. Maar niet alleen voor zichzelf of haar eigen familie en vrienden, ook voor iedereen die onder datzelfde onrecht lijdt.
Omgekeerd gaat ze er vanzelfsprekend vanuit dat anderen net zo makkelijk klaarstaan en delen en helpen, dat wel. ‘Kun jij even…?’ Maar ze is niet beledigd als het even niet uitkomt.
Esther van der Panne is eindredacteur van Open Deur.
Ik, Ben
Ik leerde hem kennen als een ervaren collega met een open houding, die goed kon luisteren. Na jaren samenwerken was hij voor mij een toonbeeld geworden van iemand die dicht bij zichzelf, professioneel, empathisch, helder, respectvol en met veel humor zijn mannetje stond. Als hij lachte, kwam dat van diep. Een relativerende, intense en menslievende lach. Zo één die je veel mensen zou gunnen, maar die je zelden aantreft. Als je met Ben sprak, was hij altijd een en al aandacht. Zijn reacties sneden altijd hout. Hij hoorde echt wat je zei en ook wat je bedoelde. Vaak dacht ik: knap hoe geconcentreerd jij zelfs nu – laat op de vrijdagmiddag – kunt luisteren naar mij.
Wat was zijn geheim? Authenticiteit. Het klinkt heel voor de hand liggend. Het roept ook vragen op. De eerste reactie die de term authenticiteit dikwijls oproept, is ‘ja ja, als je maar jezelf kunt zijn’. Jezelf zijn – in alle situaties – is helemaal niet zo makkelijk. Vaker tonen wij mensen vele verschillende gezichten. Ben was in alle omstandigheden dezelfde. Je wist wat je aan hem had. Hij was echt, energiek en levenslustig in de goede zin van het woord: genietend van en op zoek naar wat leven kon zijn.
Authentiek kunnen zijn vraagt om volheid, diepte, zelfkennis en bewustzijn. Echt jezelf kunnen zijn en dat met anderen delen, dat is gefocust zijn op datgene dat goed is voor jezelf én goed is voor die ander. Jezelf deelbaar maken, kwetsbaar zijn zonder dat daar misbruik van wordt gemaakt. Een man uit één stuk, omdat hij de tijd en de aandacht heeft genomen om met een goede blik naar binnen de juiste balans te vinden voor zichzelf en voor die ander. Ik, Ben.
Walther Burgering is pastor-diaken in de parochiefederatie ‘Sint Franciscus tussen duin en tuin’ en redactielid van Open Deur.