Slavernij is een klap in het gezicht van God
'Het evenbeeld van God, dat zijn wij allemaal.' Een Joodse visie op slavernij
Na de bevrijding uit de slavernij in Egypte, bleven slaven als vanzelfsprekend opgenomen worden in de Joodse wetten. Ook onze dichtbije voorouders maakten zich schuldig aan slavernij. Excuses en het vragen om vergeving door de koning: oké. Maar wij allen zijn potentiële daders. Tikkoen Olam: wij allen moeten de wereld repareren. Een beeldmeditatie door Shoshannah Brombacher.
Een der alleroudste misdaden van de mensheid tegen de mensheid is slavernij. Mensen die andere mensen behandelen als bezit. Ze dwingen ze bijvoorbeeld om voor zich te werken of seksuele diensten te verlenen, zonder de mogelijkheid om ‘nee’ te zeggen of weg te gaan. Slavernij kwam al vroeg voor in bijna alle culturen en landen en bestaat nog steeds, in diverse vormen.
Lange tijd was slavernij een universeel gegeven
Maar het is natuurlijk niet in orde
Lange tijd was slavernij een universeel gegeven. Het werd als normaal beschouwd en was meestal wettelijk vastgelegd. Het was natuurlijk onprettig voor de slaven zelf, een lot dat je zomaar kon treffen, maar ‘zo was het nu eenmaal’. En het werd door de meeste religies geaccepteerd en bekrachtigd.
Slaven waren vaak oorlogsbuit, mensen van andere stammen, culturen, of achtergrond, wat het voor de slavenkopers ‘rechtvaardigde’ of goed praatte. Maar het is natuurlijk niet in orde. Ook werden mensen gedwongen verkocht om schulden te voldoen, of ze verkochten zichzelf of hun familieleden.

Tekening door Shoashanna Brombacher. Pastelkrijt en Oost-Indische inkt op papier. 46 x 61 cm.
Keti Koti
Laten we eens kijken naar de Bijbel. Volgens het boek Exodus zijn de Joden zelf 210 jaar lang tot slavernij gedwongen door de Farao in Egypte. Hun lot was bitter. Dat wordt nog jaarlijks herdacht met het Pesach feest, want de herinnering is zelfs na enkele millennia niet vervaagd. Keti Koti is veel recenter.
De vrijlating uit de slavernij wordt nog steeds herdacht met Pesach
Na de bevrijding uit Egypte ontving Mozes de Torah op de berg Sinai. Daarin worden wetten gewijd aan slaven. Je zou denken: men wist nu wel beter. Maar nee. Veel oude economieën en huishoudens dreven immers op de toen alom geaccepteerde slavenarbeid.
Wel moet men volgens de Bijbel slaven ‘goed’ behandelen. Joodse slaven, vaak door zichzelf verkocht wegens schulden, moesten worden vrijgelaten in het Jubeljaar (om de 50 jaar) en konden hun in slavernij geboren kinderen als vrij mens meenemen naar hun oorspronkelijke woonplaats. In de meeste culturen waren kinderen van slaven eigendom van de meester, dus dat was een verbetering.
Joodse slaven werden vrijgelaten in het Jubeljaar
Men mocht Joodse slaven geen harde slavenarbeid laten doen, maar moest hen net zo behandelen als gehuurde arbeiders. Want: vrees God. Niet-Joodse slaven daarentegen mocht men harde arbeid opleggen en zij werden niet vrijgelaten in het Jubeljaar. Maar ook zij waren wettelijk enigszins beschermd. Bijvoorbeeld: op Sjabbat mag men zijn dienstknecht en dienstmaagd niet laten werken (Exodus 20:8-11). Dat wordt nog altijd gereciteerd in het Kiddoesj gebed op Sjabbatmorgen.
In bronnen uit de tijd van de Talmoed leest men dat de eigenaar niet-Joodse slaven de mogelijkheid moest bieden om over te gaan tot het Jodendom, waardoor voor hen het Jubeljaar en het verbod op zware arbeid zou gelden. Joden die door niet-Joden worden geroofd en tot slaaf gemaakt moet de Joodse gemeenschap indien mogelijk vrijkopen. Helaas wisten veel niet-Joodse slavenkapers dat ook. Dus kidnapten ze Joden voor het losgeld. Maar er waren tevens Joodse slavenhandelaren, bijvoorbeeld in de transatlantische slavenhandel. Niemand is onschuldig.
Een conservatieve witte politicus vergoelijkte de slavernij van zwarte mensen
Er zijn Bijbelse regels voor in de oorlog buitgemaakte vrouwen. In veel culturen werden die zonder meer verkracht (dat gebeurt nog steeds) of in de prostitutie gedwongen. Maar in de Bijbel moet men zo’n vrouw de gelegenheid geven haar ouders (en lot) te bewenen en mag ze niet zomaar worden verkracht, maar worden gehuwd. Of dat altijd in praktijk gebeurde is de vraag.
Aandacht voor slavernijverleden
Geven zulke regels, in de oudheid zeker een verbetering, slavernij een menselijker gezicht? Ik dacht het niet. Het is en blijft vreselijk dat een mens een ander mens be- en verhandelt als bezit. In Amerika is veel ophef geweest over een conservatieve witte politicus die de slavernij van zwarte mensen vergoelijkte, met het argument ‘dat ze toch maar mooi onderdak en eten kregen van hun meesters’. Dat ‘bood economische zekerheid’.
Niet alleen herdenken, maar ook (her)doen
Daar ril je van. Wat een botte onwetendheid. Dezelfde soort politici willen op scholen in de USA minder aandacht aan het slavernijverleden besteden want ‘dat is niet goed voor de eenheid van het land’. Gelukkig denken veel mensen er anders over.
Excuses koning
En in Nederland? Hier heeft de koning zijn excuses gemaakt, het stond zelfs in internationale kranten. Ik vind dat als symbool heel mooi. Maar volgens Joodse begrippen kan alleen een dader oprecht om vergeving vragen en krijgen van zijn of haar slachtoffer(s).
Slavernij beschadigt en ontmenselijkt zowel de slaaf als de slavenhouder
De Duitse kanselier Willy Brand knielde in 1970 in Warschau voor het oorlogsmonument en vroeg vergiffenis voor de misdaden van het Nazi-regime. Een mooi en oprecht gebaar. Maar, legde een rabbijn later uit, hij is zelf geen dader en veel slachtoffers zijn dood. Dat hij excuses maakt uit naam van zijn land is symbolisch natuurlijk wel heel veel waard.
En hoe moet het verder? Excuses, oké, maar nu moeten we zorgen dat zowel de slavernij als de gevolgen ervan gaan verdwijnen. Dat zal helaas niet snel lukken. De Misjna, Spreuken der Vaderen, zegt: ‘Het is niet aan u om het werk te voltooien [want het is te veel voor een enkel mensenleven] maar u mag zich er niet aan onttrekken.’ Do your share. Niet alleen herdenken, maar (her)doen.
Voorouders waren slaven, slavenhalers, slavenhandelaren of slavenvervoerders
Het begrip Tikkoen Olam betekent ‘reparatie van de wereld’. We moeten ons opstellen als partner van God om Zijn schepping weer in orde te brengen. Er mankeert helaas veel aan, door onze schuld. De mens is geschapen betzelem elohiem, naar het evenbeeld van God. Dat alleen al zou slavernij radicaal hebben moeten uitsluiten. Slavernij beschadigt en ontmenselijkt zowel de slaaf als de slavenhouder, het is een klap in het gezicht van God.
Hoe kunnen we die Tikkoen gestalte geven? Bijvoorbeeld door educatie, meer onderwijs over slavernij en haar gevolgen voor nazaten. Maar vooral door je te verplaatsen in ‘de ander’ die het slachtoffer werd van deze ellende. Denk niet dat je het nu wel weet, want dat is niet zo. Luister naar hen wier voorouders slaven waren. En bedenk dat sommige voorouders slavenhalers, slavenhandelaren of slavenvervoerders waren.
Voorouders waren slaven, slavenhalers, slavenhandelaren of slavenvervoerders
Echt, dat kwam en komt in heel veel culturen voor. Toen was dat geaccepteerd. Nu niet. Zeg niet: mijn voorouders deden niet mee. Kun je daar zeker van zijn? Maar dan nog, daar gaat het helemaal niet om. We moeten nu allemaal samen verder en dat kan alleen als we het evenbeeld van God (her-)kennen in de ander, van welke kleur of achtergrond dan ook. We moeten aan introspectie doen. Hun pijn (h)erkennen. Hard werken om de ongelijkheid die nog bestaat te slechten.

Tekening door Shoashanna Brombacher. Pastelkrijt en Oost-Indische inkt op papier. 46 x 61 cm.
Museum voor slavernij
Ik bezocht op Curacao het Kura Hulanda museum voor slavernij. Dat heeft diepe indruk gemaakt. Er stond een beeld van een wit en een zwart meisje, met de armen om elkaar, beiden geroofd, weg gesleept, en tot slaaf gemaakt. Dat is confronterend. Iedereen kan slaaf worden gemaakt, al liepen en lopen bepaalde groepen, vooral zwarte mensen, heel veel meer risico’s. Maar ook is iedereen een potentiële dader. Juist die dualiteit roept om meer Tikkoen Olam. Zie u zelf als potentiële dader en vecht daartegen, wees bewust. Bedenk dat ook u slaaf kunt worden, of dat al bent. Herdenk oude slavernij en bestrijd de moderne; er zijn slaven van armoede, racisme, onwetendheid, en, helaas, ook nog te veel slaven in de oude betekenis.
Herdenk oude slavernij en bestrijd de moderne
Kijk in de spiegel en zie het evenbeeld van God. En bedenk: dat bent u niet alleen, dat zijn wij allemaal. Alleen dan komt er meer gerechtigheid.
In de tekening geef ik de Bevrijding uit Egypte, weer. De doortocht door de Schelfzee. De mensen in de tekening dragen gedeeltelijk contemporaine kleding. Daarmee wil ik laten zien dat dit niet ‘slechts’ een historische gebeurtenis is, maar iets dat we elke dag zouden moeten beleven.
Shoshannah Brombacher studeerde Semitische taal- en letterkunde en promoveerde in Leiden. Ze woonde in Jeruzalem, New York en woont nu (weer) in Berlijn. Zij is auteur, kunstenaar en maggidah en houdt zich veel bezig met het chassidisme.