Menu

Premium

The times they are a-changin’ – A. Zoutendijk

Lezing gehouden door A. Zoutendijk
tijdens de studiedag van IZB/Areopagus ‘The times they are a-changin’’ op 28 oktober 2016

Zie ook

De andere lezingen op deze studiedag waren:

The times they’re a-changin’

In de kleine dorpsgemeente waar ik veertig jaar geleden begon werd de prediking bepaald door de nodiging tot het Avondmaal en door de tucht van de Catechismus. Centraal stond de rechtvaardiging van de in zichzelf zondige en verloren mens; je mocht jezelf terugvinden in Jezus Christus. Dit thema leefde vooral bij de veertigplussers. De bewuste jongeren zaten allang in de koffiebar, waar geloof en opwekkingsbeweging door elkaar liepen. Veel van die jongeren bleven trouw aan de kerk. De verkondiging heeft hen niet vervreemd maar ook niet gevormd, denk ik (in die periode). Meer de belijdeniscatechese.

Dan de tucht van de Catechismus. Die heb ik eigenlijk in Noorden pas uit mijn hoofd geleerd. Het mooie vond ik dat je systematisch ook wel wat bijbelse theologie kwijt kon. Ik gebruikte vooral verklaringen uit de confessionele en ethische theologie – dan werd de Catechismus ingezet om lijnen in de Bijbel bloot te leggen. Voordeel van een geregelde catechismusprediking: je doorbreekt je eigen voorkeuren. En sommige tijdgebonden kwesties kon je gerust kort afdoen.

Lectio continua

Het doorbreken van je eigen voorkeuren heb ik vaak geprobeerd vorm te geven door lectio continua. Doorgaande lezingen, series. Daar heb ik nooit een dag spijt gehad. Als je aan het begin staat zou ik het je zeker aanraden. Het geeft je de mogelijkheid om een breder verband te bestuderen dan enkel een perikoop en je komt passages tegen die je zelf niet zou kiezen (ik heb dat vaker tegen de gemeente gezegd) en de gemeente zal niet denken: wat wil hij toch zeggen met deze Schriftlezing? Geen dubbele bodem, want het staat in een reeks.

Het volgen van leesroosters, vaak onder druk van kindernevendienst, kan een bepaalde verleiding meebrengen: er is al allerlei materiaal beschikbaar, de stukken liggen klaar. Het moet niet zo klaar zijn, vind ik. Dan mis je de confrontatie met de tekst. Die moet je zoeken, anders kun je er niet over preken.

Er moet iets te vinden wat ik nog niet eerder zó gehoord heb, wat me schokt of verrast en waardoor ik even stil val. Ware woorden en inzichten komen uit de stilte. Heel prozaisch: ik lees van alles eromheen en ik houd van zinnen, gewone zinnen of hele poëtische, dat maakt niet zoveel uit. Mijn ambitie: de mensen horen wat ze nog niet weten, wat ze nog niet zó weten zoals het ze nu in deze dienst gezegd wordt.

Verkiezing

Na Noorden kwam Groningen. Dat was een behoorlijke verandering in context. In het begin dacht ik: voor wie sta ik hier eigenlijk? Het liep meer door elkaar heen. Ik heb daar de trouw van kerkgangers gezien temidden van het uiteenvallen van gezinnen in geestelijk opzicht, dat was toen al volop aan de gang. Toch de trouw bewaren. Maar ik had minder overzicht, er was ook loslopend volk, ik stond in het begin voor verschillende (wijk)gemeenten. Toen is de tekst uit 2 Timoteüs 2:19 iets voor me gaan betekenen: de Here kent degenen die de zijnen zijn. De troost van de verkiezing, ook voor een voorganger. De verkiezing die ook het hart is van de kerk. Dat zijn gereformeerde noties die juist in het minder overzichtelijke en geseculariseerde Groningen in mijn bewustzijn kwamen. Die noties hoeven geen onderwerp te zijn van de preek maar zullen er wel de achtergrond van vormen.

Veranderden mijn preken in de stad? Vast wel maar ze zijn in de kern toch pastoraal gebleven. Je moet de context relativeren. Ook daar had mijn prediking een bewarende functie, denk ik. Soms ook voor mensen die het in hun eigen kerk niet meer konden vinden. Mijn eerbied voor de gemeente is in die jaren gegroeid, juist in het licht van de secularisatie. Dat is in Utrecht zo gebleven en nog verdiept. De betekenis van de gemeente voor de verkondiging.

Het is niet zo dat een preek moet verwoorden wat er in de gemeente leeft. Je staat ertegenover. En ik stel me voor dat de Here God en zijn engelen moeite doen om een preek uit me te krijgen (vaak heb je dat niet door maar Paulus zegt het toch wel zo: blijf je eigen behoud bewerken enz, blijf aan je preek werken want het is God die het in je werkt). Maar de gemeente is er ook nog, de mensen zitten daar niet wat te zitten maar ze willen het Woord uit je trekken. Ook als ze het niks vinden en teleurgesteld zijn. Misschien hebben ze ongelijk maar die teleurstelling laat nog zien dat ze ergens voor gekomen zijn. We moeten oppassen dat we de hoorders als een probleemgebied zien: hoe bereiken we hen (nog)? Kunnen ze nog wel luisteren? De vragen van communicatie worden op een dieper niveau beslist: niet door betere vormgeving maar door te zeggen wat ze eigenlijk willen horen: de waarheid in Christus. Die waarheid schuiven ze weg en ze snakken ernaar. Ga door, prediker, leer ons het evangelie.

Eerbied voor Gods gemeente

Ik beschouw de gemeente niet als de optelsom van allemaal gelovige mensen, dat is mijn moeite met het evangelische klimaat. De gemeente die voor je zit is een mysterie (Efeze), een mystieke realiteit. Daar ademt de Geest maar daar is ook ongeloof en dwaling en afvalligheid. Ik durf geen indeling van hoorders te maken in mijn preken maar er moet naast bemoediging ook plaats zijn voor een fel woord, dat je bezig bent God kwijt te raken als je niet van je dwaalweg omkeert – maar zo’n fel woord raakt dan meteen ook de hele gemeente. We zingen samen boetepsalmen.

De hoorders doen mee in de preek. Je kunt ze tot bondgenoten maken. Dan zeg je, midden in een bewering: wacht even, dit zeg ik nu – maar ondertussen denken jullie… Het botte ongeloof hoeft geen stem te krijgen in de preek, maar wel de twijfel, de leegte, de moeheid. Ik probeerde vroeger mezelf nogal eens in te brengen op dit punt (ik ben ook maar een twijfelaar) maar dat doe ik niet meer zo, soms speel je ook maar een typetje en daar zijn de echt lijdende mensen niet mee geholpen. Ik doe het meer ingehouden maar ik hoop wel dat een arme ziel zo nu en dan denkt: o, hij ook.

Ik vind dus dat we eerbied moeten hebben voor Gods gemeente. Maar dat gezegd zijnde, is er ook de enkeling die persoonlijk voor God staat. Ook dat is een gereformeerd besef. In de preek worden we in Christus bijeengeveegd en verenigd en door de Heilige Geest wordt dat aan een mensenhart verzegeld en in ieders leven uitgewerkt. Dat werpt je ook intens op Christus want het gaat om je behoud. Het pneumatologische is ook weer actueel. De Geest is tegen uniformiteit, er is verscheidenheid en ruimte in Christus. De vrijheid waarin je gezet wordt. Die moet de prediker bewaken.

Dagelijks leven

Waar moet de preek over gaan? Wat mij betreft: over de werkelijkheid van God in ons leven. We moeten besef krijgen van God en de prediking is er om dat besef te wekken en te versterken. Alles spreekt van Hem. Als mensen zwijgen zullen de stenen roepen, ook de stenen van ruïnes. We hebben de Bijbel om onze ogen daarvoor te openen. Jezus Christus is Gods beslissende aanwezigheid, ook in het leven van de hoorders. Vanuit Christus kunnen we God herkennen in de wereld, vaak verborgen in de gestalte van het kruis. Besef hebben van God wordt dan: waken en bidden.

Bij de hoorders leven vragen aan de prediker: er is behoefte aan leiding als het gaat om hoe je christen bent op maandag. Ik merk onzekerheid bij jongvolwassenen hierover. Handleidingen voor discipelschap in het dagelijkse leven. Dat is een urgente zaak, we zijn ook allerlei dagelijkse vormen kwijtgeraakt. Maar we moeten er niet wettisch mee omgaan. In de brief aan de Galaten (die lezen we momenteel in de Jacobikerk) klinkt de roep om de besnijdenis: een stevige ingreep (je stelt een daad) en het doet ook nog denken aan vroeger (een eerbiedwaardige traditie). Zo kun je misschien verlangen naar iets radicaals maar Paulus zegt: het gaat om geloof, dat zich uit in daden van liefde.

De ethiek in mijn prediking verwoord ik steeds vaker in dit soort termen, die meer een houding aanduiden. Ik grijp naar vroegkerkelijke termen, zoals humilitas, nederigheid – als een dienende houding maar ook als een ironie bij de streberigheid om je heen. Verder denk ik ook dat we in onze preken maatschappelijke deugden kunnen aanreiken. Dat de hoorders fatsoenlijke mensen zijn, betrouwbare burgers die bidden voor de regering. Klinkt niet heel stoer en profetisch maar zo staat het wel in het Nieuwe Testament.

Pelgrims

In het NT staat ook, dat we pelgrims zijn, in de verwachting van het hemelse Jeruzalem dat hier op aarde zal neerdalen. Ik moet erkennen dat het eeuwige leven niet vaak aan de orde is in mijn preken en daarin ben ik geen uitzondering. Een thema dat ik soms aansnijdt is: we hebben het nu al goed en straks wordt het helemaal geweldig – dat rijmt niet, dat rammelt. God gunt ons de aanvechtingen die ons doen hunkeren naar zijn toekomst. En Christus geeft ons broeders en zusters die een oefening zijn om uit onze comfort-zone te komen en het Koninkrijk te verwachten. Zo ben ik weer terug bij de betekenis van de gemeente voor mijn prediking.

Imperatieven:

  • Kies voor doorgaande lezing en preek over een tekst

  • Zie de hoorders niet als een probleem maar heb eerbied voor de gemeente

  • De functie van de prediking is het bewaren van de gemeente bij het evangelie

  • Zonder pneumatologische inslag doet een christologische prediking geen recht aan de ernst en de veelkleurigheid van het evangelie

  • De preek gaat over de werkelijkheid van God in ons leven, we moeten ‘besef krijgen van God’

  • Het eeuwige leven functioneert in de prediking vooral vanuit het lijden van deze tijd en de aanvechtingen. Is dat te weinig? Hoe concreet is de christelijke hoop?

Wellicht ook interessant

Boek Durf moedig te zijn van Mariann Budde
Boek Durf moedig te zijn van Mariann Budde
None

Mariann Budde – Durf moedig te zijn op beslissende momenten

Mariann Budde haalde wereldwijd de media door haar moedige confrontaties met president Trump en zijn beleid. Ze nam een standpunt in en wees openlijk op de tekortkomingen van zijn leiderschap. Budde is bisschop van het Episcopaalse bisdom Washington. Met een diepgaande betrokkenheid bij zowel kerkelijke als maatschappelijke kwesties heeft Budde haar leven gewijd aan het bevorderen van mededogen, gerechtigheid en gelijkheid. Ze is een voorvechter van inclusiviteit en streeft naar en samenleving waarin iedereen, ongeacht achtergrond of overtuiging, zich gewaardeerd voelt.

Prediking
Prediking
Premium

Hij heeft het zelf gezegd!

Preken met Pasen is altijd een uitdaging: niet alle kerkgangers zitten met dezelfde verwachtingen in de kerk. Sommigen hebben moeite met het Paasverhaal omdat ze het ongeloofwaardig vinden. Anderen hebben er juist geen enkele moeite mee. Hoe preek je zodat beide groepen zich aangesproken weten, zonder dat je als prediker in een discussie terecht komt? Door het verhaal zorgvuldig te lezen valt op hoe vreemd, hoe onverwacht en hoe onbegrijpelijk de opstanding Christus was, ook voor zijn volgelingen.

Nieuwe boeken