Een club waar ik graag bij hoor
Twee mensen vertellen over een groep waarvan ze deel uitmaken. Een groep waarin ze zichzelf kunnen zijn.
Twee mensen vertellen over een groep waarvan ze deel uitmaken. Een groep waarin ze zichzelf kunnen zijn.
Samen met een kleine groep protestanten speelde Groen van Prinsterer een opmerkelijke rol in de anti-slavernij beweging. Deze bijdrage gaat in op de discussies binnen deze groep en de verschillende theologische en politieke afwegingen die Groen en anderen daarbij maakten.
Toen ik in 1988 mijn werkzaamheden als gevangenispredikant van Molukse afkomst in het Jeugdhuis van bewaring ‘de Vest’ te Haarlem oppakte, kwam ik terecht in een door secularisatie doordrenkte omgeving. Het merendeel van de jonge gevangenen was niet gewend om actief of in stilte mee te doen in de erediensten. Ze waren onbekend met de liturgie en de liederen uit de kerkelijke zangbundels. De Bijbelse verhalen die ze gehoord hadden waren ze grotendeels kwijt geraakt. In het Protestantse team van geestelijke verzorgers van de twee Haarlemse huizen van bewaring zochten wij naar een manier om tijdens de kerkdiensten de gevangenen te bereiken.
Ervaringen van vreemdeling zijn en het verlangen om thuis te komen worden door miljoenen mensen gedeeld. Soms snijden ze diepe en uitermate pijnlijke voren in mensenlevens, zoals bij vluchtelingen of gedwongen migranten. Soms zijn ze milder van aard, zoals bij mensen die vrijwillig een leven in den vreemde opzoeken. Maar ook mensen die niet fysiek over de wereld reizen kunnen er last van hebben in onze geglobaliseerde samenlevingen, waar het geografische of geestelijk thuis zo veranderd is dat het inmiddels als vreemd ervaren wordt
Al een aantal jaren bezoek ik regelmatig de collega’s op drie theologische faculteiten in Indonesië. Ik heb er lessen gegeven en bijgewoond, op conferenties papers gepresenteerd en aangehoord, en boeken en artikelen gelezen van Indonesische auteurs. Mijn beperking is dat ik het Indonesisch niet machtig ben, waardoor ik slechts toegang heb tot de Engelstalige boeken en artikelen. Daarvan zijn er overigens steeds meer.
Het Moluks wereldbeeld wordt gekenmerkt door harmonie met God, de levenden en de voorouders (lïvïng dead). In de beleving van Nederlandse studenten spelen de voorouders geen enkele rol. Tijdens een college Mis-siologie kregen Nederlandse en Molukse studenten theologie de opdracht om in gemengde groepjes met elkaar te discussiëren over de vragen: Wat is jouw wereldbeeld? Hoe past God daarin en hoe communiceert God vandaag de dag met jou? De eerste vijf minuten was het oorverdovend stil.
De volgende casusbeschrijving uit het lopende Case Studies Project raakt aan een pijnlijk hoofdstuk uit onze nationale geschiedenis: de inzet van Nederlandse militairen in Nederlands-Indië. De casusbeschrijving laat zien welke specifieke en tijdsintensieve aandacht begeleiding van de (wegens leeftijd) snel krimpende groep ‘oude veteranen’ vraagt.
De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948) opent met: ‘All human beings are born free and equal in dignity and rights.’ Deze fundamentele vrijheid en gelijkheid mag niet aangetast worden door onderscheid op basis van ras en kleur, zo stelt de Verklaring. Helaas is dat in de twintigste eeuw vaak wel gebeurd en ultrarechtse bewegingen als de white supremacists in de Verenigde Staten en neonazistische groepen in Europa maken duidelijk dat racisme nog niet verdwenen is.
Opvallend in de jaren tachtig is dat de verbinding van kerk en zending met politiek engagement vanzelfsprekend lijkt voor de auteurs van Wereld en Zending. Het is er een decennium lang van doordrenkt. Hoe was dat echter in de jaren daarvoor en wat gebeurt er daarna?