Tussen klooster en co-housing
Religieuze leefgemeenschappen in Nederland
Ergens tussen klooster en commune. Zo omschrijf ik de leefgemeenschap waar ik woon wel eens aan bezoekers. Wij wonen met z’n zessen in een huis. We delen samen onze huiskamer, en eten elke avond samen. Doordeweeks bidden we elke avond kort samen. Daarnaast hebben we een grote moestuin, waar we elke week een middag in werken met wie er maar wil meedoen. Vaak mensen uit de buurt, maar ook wel eens mensen van verder weg die nieuwsgierig zijn naar onze gemeenschap. En we nodigen mensen uit bij een open gebed op de dinsdagochtend. Daar komen mensen op af die al jaren lid zijn van een kerk in de buurt, maar ook mensen die al tijden niet meer samen gebeden hebben.
Wij zijn vorig jaar begonnen, en alles is nog in het klein. Naast de gemeenschap hebben we ook allemaal gewoon ons (parttime) werk, onze vrienden en onze hobby’s.
Zoals wij zijn er veel leefgemeenschappen in Nederland. Mensen die samen wonen, en proberen het christelijke leven op de een of andere manier vorm te geven met elkaar. De afgelopen tien jaar hebben Anna, mijn vrouw, en ik in dit soort gemeenschappen gewoond. Nu voor het eerst een die we zelf al van begin af hebben meegemaakt.
Een onderzoek naar leefgemeenschappen
Al meer dan tien jaar is er twee keer per jaar een ontmoetingsdag voor dit soort ‘kleine leefgemeenschappen’. Deze ontmoetingsdag groeide een paar jaar geleden uit tot een vereniging: de Vereniging Religieuze Leefgemeenschappen. En Anna en ik mochten in opdracht van deze vereniging – en onder begeleiding van Rosaliene Israël en Rob Knipping – de leefgemeenschappen in Nederland in kaart brengen. Wat een enorm leuke taak! Een jaar geleden begonnen we met lijstjes maken, een vragenlijst opstellen, en veel boeken lezen. En nu zijn we eindelijk klaar.
We hebben in totaal 75 leefgemeenschappen benaderd, en 63 geïnterviewd. Regelmatig deden we dit interview bij de leefgemeenschappen thuis, en anders online of telefonisch.
Eén van de eerste dingen die we vonden is dat er naast wat wij ‘intentionele’ leefgemeenschappen noemen nog heel veel mooie groepen zijn die het christelijk leven dagelijks vorm geven. Kloosters, huiskerken, christelijke studentenhuizen en zorgwoongroepen onder andere. En gewone huishoudens die een kamer vrijmaken voor een vluchteling of jongere, samen met buurtgenoten bidden, of actief een luisterend oor bieden aan mensen op zoek naar zingeving.
Maar wij hebben ons dus geconcentreerd op ‘intentionele’ leefgemeenschappen. Daarmee bedoelen we groepen die samen leven, met een doel buiten het eigen woonplezier of de gezelligheid. Groepen met een ‘intentie’.
Praktisch geloven
Deze intentie laat zich vaak vertalen naar een van de drie vormen van gastvrijheid. Leefgemeenschaponderzoeker Rosaliene Israël beschrijft (bijvoorbeeld in de erg leuke ‘podcast over leefgemeenschappen’, afl.1) die als gastvrijheid voor de buurt, gastvrijheid voor opvanggasten en gastvrijheid voor zinzoekers.
Bijna elke gemeenschap houdt zich bezig met een van deze diaconale of missionaire taken.
Gastvrijheid voor de buurt richt zich vaak op mensen die eenzaam zijn, of minder geld te besteden hebben. Sommige gemeenschappen wonen dan ook bewust in buurten met een wat lager gemiddeld inkomen.
Vaak organiseren gemeenschappen buurt-maaltijden, of andere gezelligheid. Of ze zetten een vuilprikactie, stekjes-ruil, deel-koelkast met gratis eten of iets anders creatiefs op. Een woningcorporatie in Zeist zag de meerwaarde van een leefgemeenschap voor de buurt heel helder: Ze zijn actief op zoek gegaan naar een leefgemeenschap om in een nieuwgerenoveerde flat te komen wonen, en zo werd leefgemeenschap ‘Ondertussen’ geboren. (www.ondertusseninzeist.nl)
Opvang in gemeenschappen is vaak anders dan officiële hulpverlening. Mensen met een hulpvraag wonen samen met de andere gemeenschapsleden, en regelmatig vervagen de grenzen tussen opvang-gast en andere leden van de gemeenschap. In een paar gemeenschappen wonen mensen die ooit als opvang-gast binnenkwamen, maar nu actief in het kernteam zitten. En door omstandigheden kan een bewoner soms minder actief meedraaien, en gaat dan meer een rol van opvang-gast innemen.
De vraag hoeveel mensen er ‘in opvang’ zitten is dan ook soms voor gemeenschappen wat lastig te beantwoorden. In totaal kwamen we op rond de 175 mensen met een hulpvraag die in een religieuze leefgemeenschap wonen.
Ook gastvrijheid voor zinzoekers neemt veel verschillende vormen aan. Vaak bieden leefgemeenschappen retraites aan, of kunnen mensen van buiten meedoen aan de gebeden van de gemeenschap. Uit eigen ervaring weet ik dat mensen op zoek naar zingeving zich ook vaak spontaan aangetrokken voelen tot leefgemeenschappen. Zo eens in de maand komt er iemand ons erf op lopen, die behoefte heeft aan een gesprekje, en over ons gelezen of gehoord heeft. Ook zonder dat wij dit actief aanbieden.
Wat opvalt is dat veel gemeenschappen de nadruk leggen op het praktisch uitvoeren van hun geloof. Maar weinig groepen zijn georganiseerd rondom specifieke geloofsovertuigingen of dogma’s. In dure taal ligt de nadruk meer op orthopraxis dan op orthodoxie. Dit zien we ook terug als we gemeenschappen vragen om hun gezindte. Meer dan twee-derde van de groepen geeft aan ‘algemeen christelijk’ (46%), ‘oecumenisch’ (17%), ‘algemeen religieus’ (3%) of ‘interkerkelijk’ (2%) te zijn.
Vaak wordt er wel bij vermeld, dat de groep oorspronkelijk voortkwam uit een bepaalde gezindte, dat een groot deel van de huidige bewoners zich thuis voelt bij een specifieke gezindte, of dat er banden zijn met een kerk met een specifieke gezindte. Maar als groep kiezen de meeste gemeenschappen voor een brede christelijke identiteit.
Een plekje vinden
Van die intentionele religieuze leefgemeenschappen zijn er dus 75 in Nederland. Redelijk verspreid over het land, maar wel met een nadruk op een paar grote steden. In Amsterdam alleen al zijn er 17 leefgemeenschappen, in Rotterdam zeven en in Utrecht zes. Eén op de vijf leefgemeenschappen ligt dus in Amsterdam. Terwijl we er bijvoorbeeld in Den Haag helemaal geen vonden.
Je zou ons ervan kunnen verdenken dat dat een slordigheid van ons is. Wij wonen zelf in de buurt van Amsterdam, dus misschien kennen we die groepen gewoon beter. (Zit je te zuchten terwijl je dit leest, omdat je wel minstens drie groepen in Den Haag kent? Mail het ons alsjeblieft!) Maar we hebben dagenlang op internet en in boeken gespeurd, en bij elke gemeenschap die we interviewden ook weer doorgevraagd. Ons viel het verschil dus op.
Een factor die misschien een rol speelt is dat er in Amsterdam hard gewerkt wordt aan het ondersteunen van leefgemeenschappen. Met name een paar grote organisaties (de Lutherse en Protestantse Diaconieën van Amsterdam, en de Protestantse Kerk Amsterdam) helpen leefgemeenschappen door panden aan te kopen en aan hen te verhuren. En ook een paar kerken verhuren een pand dat ze bezitten aan een leefgemeenschap. Dit lijkt een grote steun te zijn, want het is niet makkelijk voor een groep mensen om samen een hypotheek te krijgen. En een huis waar je met een groep in kan wonen, vind je niet zomaar.
Dat kan ik trouwens uit eigen ervaring zeggen, wij zijn met onze groep een paar jaar op zoek geweest naar een geschikt huis.
Er zijn momenteel ook veel groepen op zoek naar een plekje. Wij kwamen tijdens het zoeken naar bestaande gemeenschappen al 23 groepen tegen die momenteel bezig zijn een gemeenschap op te richten. En zeven groepen die ooit op zoek waren, maar niet denken dat het nog gaat gebeuren. Naar deze groepen hebben we niet specifiek gezocht, dus het zijn er zeker veel meer. Een woongroep-expert uit de VS (Christian, Creating a Life Together) schat dat ongeveer één op de tien woongroepen-in-oprichting daadwerkelijk opgericht wordt.
Trends in leefgemeenschappen
Het idee van religieuze leefgemeenschappen is al eeuwenoud. Naast de bestaande kloosters waren er in de middeleeuwen al leken die hun leven deelden. Bijvoorbeeld de Begijnen, groepen mannen of vrouwen die zonder kloostergelofte samen woonden. In veel steden in België en Nederland zijn de ‘begijnhofjes’ nog te zien. Er zijn ook al boeken uit 1969, 1995 en 2008 (Nuy, Nieuwe Religieuze Leefgroepen; Riphagen-Hamoen, Leefgemeenschappen in Nederland; van den Brink, Dorsman, en Minnema, Evangelische Leefgemeenschappen) die een overzicht geven van (christelijk) religieuze leefgemeenschappen.
Helemaal nieuw is het concept dus niet. Maar er lijkt de laatste jaren wel een golf van nieuwe gemeenschappen bij te komen. Ongeveer de helft van alle gemeenschappen die nu bestaan, is in de laatste tien jaar opgericht.
Opvallend is dat veel nieuwe gemeenschappen op zoek gaan naar een nieuwe balans tussen privacy en gemeenschap. Vaak hebben de leden of gezinnen van de gemeenschap elk hun eigen appartement, en delen ze daarnaast een gezamenlijke ruimte. Ze lijken ook iets meer buiten de deur te werken. Dit doet denken aan de (seculiere) co-housing groepen die in Nederland de laatste tijd ook populair zijn. Bijvoorbeeld de ‘centraal wonen’-panden door heel Nederland, die het midden houden tussen een woongroep met veel eigen ruimte, en een buurtje met wel erg hechte buren. (www.gemeenschappelijkwonen.nl)
Ondertussen worden er minder leefgemeenschappen opgericht van mensen die één huishouden delen en daarnaast alleen een eigen slaapkamer hebben, zoals dat in een klooster of commune meer gebruikelijk was. Mijn eigen leefgemeenschap is dus een beetje een vreemde eend in de bijt, tegenwoordig.
Een andere trend is dat veel van de nieuwe gemeenschappen zich inzetten voor de buurt. Deze vorm van gastvrijheid kwam in een boek over leefgemeenschappen uit 1995 nog nauwelijks voor. Nu houdt meer dan 43% van de gemeenschappen zich op de een of andere manier bezig met gastvrijheid voor de buurt.
Interesse?
Heb je persoonlijk interesse in een leefgemeenschap? Of zouden jullie als kerk contact willen leggen met leefgemeenschappen in de buurt? Kijk dan ook eens op de website van de Vereniging Religieuze Leefgemeenschappen, daar vind je een overzicht van gemeenschappen. Veel gemeenschappen zijn op zoek naar leden, of vinden het leuk als mensen langskomen of een tijdje komen meeleven.
En is jouw kerk zich aan het bezinnen op de toekomstige (her)bestemming van een pand? De vereniging brengt je graag in contact met een kerk of organisatie die het proces met een leefgemeenschap al heeft doorgemaakt. Voel je ook vooral vrij om mij of Anna eens te mailen met opmerkingen of vragen rondom het onderzoek, of gewoon als je meer wil weten over leefgemeenschappen!
Herman van Veelen-Blomgren deed samen met zijn vrouw, Anna van Veelen-Blomgren, voor de Vereniging Religieuze Leefgemeenschappen onderzoek naar religieuze leefgemeenschappen in Nederland. Hiernaast zijn ze samen medeoprichters en bewoners van de Dorothy-gemeenschap, in Nes aan de Amstel.